Een ‘groene golf’ creëer je niet zomaar
Hoelang u moet wachten voor het verkeerslicht groen wordt, is geen loterij. Achter die rode, oranje en groene lampen schuilt een computersysteem, dat almaar slimmer wordt.
het asfalt. ‘Het systeem merkt die auto op en checkt dan of het de andere rijrichting voldoende lang groen heeft gegeven. Is dat zo, dan zet het dat licht op rood en krijgen de zijtakken groen.’ Na een bepaalde tijd schakelt het systeem terug naar de beginsituatie. Zo werkt het algoritme steeds dezelfde sequenties af. ‘Zo gaat het al meer dan dertig jaar.’
Voetgangers op die zijtakken hebben een drukknop. Die knoppen doen ook écht iets: ze geven input aan het algoritme waardoor een sequentie wordt geactiveerd. ‘Ik zeg altijd: zie je een drukknop, duw er gewoon op’, zegt Casters. ‘Anders riskeer je dat het nooit groen wordt.’
… naar complex
Maar het kan slimmer. In 2015 kwam er een ‘Actieplan Verkeerslichten.’ Daarmee wilde het Agentschap de stap naar écht intelligente verkeerslichten zetten. Intussen is grofweg een op de vijf al onder handen genomen. Om te illustreren wat een slimmer verkeerslicht is, haalt Casters er een plan bij van een drukke baan in SintTruiden. Het uitgangspunt is hetzelfde: één weg heeft altijd groen. Tenzij detectielussen elders verkeer detecteren, dan begint het algoritme te schakelen tussen verschillende scenario’s, of ‘fases’.
Dat zijn nogal wat lussen: we tellen er liefst dertig. Ook zijn er camera’s en radars. ‘Zo krijgen we meer data binnen’, zegt Casters. ‘En we weten beter waar voertuigen zich op het kruispunt bevinden.’ Op dit drukke kruispunt zijn er zeven verschillende fases mogelijk, die elkaar afwisselen. Leidraad is: nooit voor niets voor rood. Zo zal het algoritme een straat, waar de detectielus geen auto waarneemt, nooit groen geven. Dan slaat het die fase over. Zo zal je ’s nachts nooit voor rood staan wachten, terwijl er geen ander verkeer te bespeuren is, wat bij oudere lichtenregelingen weleens kan gebeuren.
Het kruispunt is bovendien gekoppeld aan een viertal andere kruispunten op dezelfde baan om gecoördineerd te functioneren. Zo kunnen op de hoofdweg ‘groene golven’ worden gecreëerd. Het algoritme gaat daarbij uit van de verwachte verkeersdruktes, die vooraf door computermodellen gesimuleerd werden. Zo zal in de drukke ochtendspits de hoofdweg automatisch meer groen krijgen om de doorstroming te verbeteren. Maar het algoritme stuurt zichzelf automatisch bij wanneer de realiteit anders blijkt dan de programmatie voorspelt. Komt de spits wat vroeger op gang? Dan schakelt het sneller naar de bijbehorende fase. Is het vakantie en blijft de spits uit? Ook dan wordt het schema automatisch bijgestuurd.
‘Als je een drukknop ziet, duw er dan op. Anders riskeer je dat het nooit groen wordt’
WILFRIED CASTERS Specialist verkeerskunde