Omdat ik Vlaming ben
Vlaamser dan ik worden ze niet gemaakt. Dat weet ik, doordat Broere me geregeld een update stuurt van de familiestamboom waaraan hij werkt. Als vader van drie zonen weet hij zich een schakel tussen het verleden en de toekomst, tussen de voorouders en het nageslacht. Ik draag bij door elke keer dat hij een bloedverwant opgraaft een bewonderende duim naar hem op te steken en al die achttiende en zeventiendeeeuwse Adronia’s en Rosalia’s, Isidors en Medards weer even tot leven te wekken door ze in gedachten een gezicht te geven. En een opwindend leven – geen betere families dan verzonnen families. Los van de zoete verbeelding is mijn stamboom natuurlijk gewoon wat hij is: een (Frans)Vlaamse vertakking van Alida’s en Leons. Gesteld dus dat zuiver Vlaams vlees een kwaliteitslabel zou zijn, quod non, dan kan het keurmerk zo door mijn oor worden geschoten.
Nu heb ik tot dusver nooit de behoefte gevoeld om op 11 juli de Guldensporenslag na te spelen of me ’s avonds, wanneer het al sterre wordt dat men ziet in dat hoog en blauw verschiet, te slapen te leggen onder een dekbedovertrek met Vlaamse Leeuw, maar als men het over ‘de Vlamingen’ heeft als in inwoners van het Vlaams Gewest, leden van de Vlaamse Gemeenschap of personen van wie de voorouders de oorspronkelijke bewoners van het Vlaamse grondgebied zijn, dan heeft men het dus in se ook over mij. Dus ook wanneer men ad nauseam stelt dat de Vlamingen ‘centrumrechts tot extreemrechts hebben gestemd’ en zeker ‘geen socialistisch links beleid’ willen. Wanneer men vergoelijkend zegt dat met Vlaams Belang wordt onderhandeld ‘omdat de Vlaming dat wil’. Want, weet u, migratie is iets waar de Vlaming ‘van wakker ligt’. In haar 11 julitoespraak eiste ministerpresident Liesbeth Homans (NVA) dat nieuwkomers onze Vlaamse normen en waarden zouden onderschrijven. ‘Moeten’, zei ze.
Door zo generaliserend over de Vlamingen te spreken, spreekt men ook ongevraagd voor mij. Eigenlijk spreekt men voortdurend als het ware ook in mijn naam. Dat terwijl ik mezelf verre van herken in wat men zo boud uit één grote Vlaamse mond beweert, ik juist helemaal niks wil van wat men als één groot Vlaams verlangen naar voren schuift en ik de eis dat nieuwkomers zich aan onze normen en waarden aanpassen een aanmatigend uitgangspunt vind. Als ik, gekeurmerkte Vlaming, ergens van wakker lig, dan van het feit dat de meerderheid de minderheid heeft ingelijfd en zich het recht heeft toegeëigend voor alle Vlamingen te spreken.
Ik, zuiver Vlaamse afstammeling van Alida en Leon, Adronia en Isidor, Rosalia en Medard, vraag hierbij om daar alstublieft mee op te houden. Ik vraag het vriendelijk, beleefd en alleen in mijn naam. Zeg maar geheel volgens mijn normen en waarden.