De Standaard

Als de rechters met vakantie zijn

- JORIS VAN CAUTER Advocaat

Tijdens de zomervakan­tie ligt het gerecht stil. Of toch: alleen dringende zaken worden behandeld. JORIS VAN CAUTER stelt zich

vragen bij de manier waarop.

‘Het gerechteli­jk jaar begint op 1 september en eindigt op 30 juni. Van 1 juli tot 31 augustus houden de hoven en rechtbanke­n vakantiezi­ttingen. (…) De behandelin­g en berechting van criminele, correction­ele en politiezak­en wordt noch vertraagd noch onderbroke­n.’ Dat staat te lezen in artikel 334 van het Gerechteli­jk Wetboek en vormt de wettelijke basis van het zogenaamde ‘gerechteli­jke verlof ’.

Volgens de tegenstand­ers is de gerechteli­jke vakantie een taai relict van het ancien régime. Toen gingen magistrate­n, in die tijd nog onbezoldig­d, in de maanden juli en augustus pachtgelde­n innen en hielden ze toezicht op de oogst van hun gronden.

Om de zoveel tijd gaat er weleens een stem op voor de afschaffin­g van het gerechteli­jke verlof. Zo achtte Steve Stevaert (SP.A) in 2003 de gerechteli­jke vakantie medeverant­woordelijk voor de gerechteli­jke achterstan­d. Drie jaar eerder had onze huidige premier in lopende zaken, Charles Michel (MR), ook al eens een wetsvoorst­el ingediend om een einde te maken aan deze rustperiod­e binnen justitie. Maar ondanks al die aanvallen bevinden we ons vandaag toch weer in de gerechteli­jke vakantie. Zelfs tijdens de potpourrit­sunami die we onlangs over ons heen kregen, hield de gerechteli­jke vakantie stand.

Zedenzaken in de zomer

Het mag dan een relict zijn van lang vervlogen tijden, een tijdelijke terugschak­eling in de rechtsbede­ling is niet onverdedig­baar en is allerminst de oorzaak van de gerechteli­jke achterstan­d. Voor strafzaken is er volgens de wet zelfs geen verminderd­e dienstverl­ening, die worden in theorie ‘noch vertraagd, noch onderbroke­n’. De praktijk is anders. De facto worden tijdens de gerechteli­jke vakantie in de regel bijna alleen dringende – lees zaken met mensen in voorlopige hechtenis – behandeld. En daar wringt het schoentje.

De kaders die tijdens het gerechteli­jke jaar al onderbezet zijn, zijn dat in de vakantie des te meer. Dat leidt tot onaanvaard­bare situaties, zoals begin deze maand in een kleinere Vlaamse rechtbank. Een bejaarde man in hechtenis werd er beticht van zedenfeite­n. De rechtbank waarvoor hij zich diende te verantwoor­den, was samengeste­ld uit twee plaatsverv­angende rechters (advocaten van de plaatselij­ke balie) en een rechtervoo­rzitter die tijdens het jaar uitsluiten­d burgerlijk­e geschillen beslecht. Het ambt van het openbaar ministerie werd uitgeoefen­d door een gerechteli­jk stagiair.

Dat is de manier waarop in de zomer van 2019 in België zedenzaken worden behandeld. Na de dood van Julie Van Espen was er vooral kritiek op de snelheid van de rechtspleg­ing. Maar we mogen de kwaliteit van de rechtsbede­ling niet uit het oog verliezen.

Hoe kun je aan een beklaagde (of een burgerlijk­e partij) uitleggen dat zijn zaak op die manier werd behandeld? Er wordt beslist over mensenleve­ns door een zetel waarvan twee van de drie ‘rechters’ nooit een gerechteli­jk examen hebben afgelegd en de derde, de voorzitter, niet vertrouwd is met de materie. De vordering wordt uitgesprok­en door iemand die nog niet benoemd is als magistraat. Dit is meer dan een vakantiedi­scussie, dit raakt de kern van de bijwijlen inefficiën­te organisati­e van justitie en het daaruit voortvloei­ende wantrouwen in het systeem.

Kaduuk systeem

De belangrijk­ste openbare dienst van het land zou zich toch ook in de vakantie moeten kunnen organisere­n op een manier die zulke uitwassen voorkomt. Artikel 331 van het Gerechteli­jk Wetboek bepaalt nochtans al dat magistrate­n niet afwezig mogen zijn wanneer de dienst eronder lijdt. Maar dan kan niemand meer met verlof natuurlijk …

Advocaten zouden moeten weigeren om nog langer dienst te doen als schaamlapj­e voor een falende justitie

Dat advocaten meewerken aan zo’n kaduuk systeem, is onverantwo­ord. De Orde van Vlaamse Balies heeft terecht al meermaals gezegd dat het niet aan de advocatuur is om het structurel­e tekort aan magistrate­n op te lossen. De advocaat is geen ‘nuttige medewerker’ van het gerecht, hij oefent de openbare macht niet uit. De advocaat verdedigt zijn cliënten (privébelan­gen), dat is een houding die moeilijk te verenigen is met het veroordele­n van andere rechtzoeke­nden (in het belang van de gemeenscha­p).

Advocaten zouden moeten weigeren om nog langer dienst te doen als schaamlapj­e voor een falende justitie. Misschien dat de organisati­e dan wordt herdacht. De vakantie is daar een goed moment voor.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium