Ewan à la McEwen
Om het palmares van zijn landgenoot Robbie McEwen bij de Lottoploeg te evenaren is de weg nog lang, maar Caleb Ewan nam alvast de eerste horde.
BRUSSEL I Hoe groot kan het contrast tussen twee opeenvolgende Touredities voor een team zijn? Zo desastreus de Ronde van Frankrijk vorig jaar verliep voor LottoSoudal, zo veel winnende balletjes blijven er deze keer uit de trommel rollen. Er zijn elf ritten gereden en behalve de eerste zondag, na de ploegentijdrit in Brussel, mocht al iedere dag een renner van de Belgische ‘nationale ploeg’ het podium op.
Het begon met de witte jongerentrui van Caleb Ewan op dag 1. Daarna veroverde Tim Wellens de bollentrui, die hij nu ondertussen al negen ritten om de schouders heeft. En na Thomas De Gendt staat sinds gisteren ook Ewan met een ritzege achter zijn naam. De laatste succesTour van de Lottoploeg, editie 2016 (twee ritzeges en zes dagen bollen), is nu al overtroffen.
Exact een jaar geleden, toen net als vandaag de twaalfde etappe in de Tour op het programma stond, bereikte de ploeg het dieptepunt van haar campagne 2018. De aankomst lag op L’Alpe d’Huez en nog voor de slotklim opdoemde, besloot André Greipel vroegtijdig huiswaarts te keren. Zo ontgoocheld was hij in het huis waar hij al sinds 2011 de eer hoog hield. De sprinter ergerde zich aan het gebrek aan professionalisme binnen de ploeg. Ook voelde hij zich gekrenkt door de manier waarop de besprekingen over zijn contractverlenging waren afgesprongen.
Met Greipel verdween die dag ook zijn maat Marcel Sieberg uit de Tour, nadat eerder al Tiesj Benoot en Jens Keukeleire na valpartijen de wedstrijd hadden verlaten. De Ronde van Frankrijk was goed halfweg en de helft van de ploeg zat al thuis. Ondertussen was ook de positie van de kapitein van het schip, Paul De Geyter, steeds meer ter discussie komen te staan. In oktober zou hij als ceo uiteindelijk de laan worden uitgestuurd, nauwelijks dertien maanden na zijn aanstelling.
Aanvalsspirit
Brusselaar John Lelangue nam dit seizoen het roer over en ook hij kreeg de voorbije maanden de wind van voren. In het voorjaar bleef alweer de grote overwinning uit. Toen vervolgens bekend raakte dat Victor Campenaerts de ploeg mogelijk zou verlaten om budgettaire ruimte vrij te maken voor ‘oudjes’ Philippe Gilbert en John Degenkolb, groeide het onbegrip. Was uitgerekend Campenaerts niet de man die met zijn werelduurrecord voor het publicitaire hoogtepunt had gezorgd? Nauwelijks een week geleden nog werd LottoSoudal in een krant afgeschilderd als een ‘staatsploeg zonder plan en zonder visie’.
Behalve de ceo en de aanstelling van Kevin De Weert als gedreven performancemanager is er binnen de ploeg in vergelijking met de vorige Tour nog wel meer veranderd. Niet alleen het feit dat LottoSoudal deze keer gespaard blijft van noodlottige valpartijen, maar ook en vooral de gretige mentaliteit van de renners. Met name Tim Wellens, vorig jaar niet in de Tour, wekte met zijn jacht op de bollen al op dag 3 de aanvalsspirit tot leven. Niet toevallig ging de prijs van de strijdlust in deze Tour al vier keer naar een renner van de Lottoploeg.
De vrucht van de belangrijkste verandering werd gisteren geplukt: de sprinterswissel die zich afgelopen winter binnen de ploeg voltrok. Dat LottoSoudal een toptransfer als Caleb Ewan kon realiseren, is in de eerste plaats het resultaat van het kneedwerk door Marc Sergeant. Het was de sportief manager die al tijdens de Ronde van België 2017 met Ewans makelaar rond de tafel zat en de basis van het vertrouwen legde.
Ewan had vorige zomer tot zijn grote ontgoocheling de Tour op tv moeten volgen, hoezeer hij ook al maandenlang naar zijn grote debuut had uitgekeken en toegewerkt. Maar de plannen waren veranderd, verklaarde de ploegleiding bij MitcheltonScott, en de sprinter paste niet meer binnen het concept rond klassementsrenner Adam Yates. Ewan zelf zocht de verklaring eerder in het feit dat hij geweigerd had zijn contract te verlengen. ‘Het was een frustrerend seizoen, mijn grootste vormpiek is vorig jaar gewoon verloren gegaan.’
Automatismen
De uit Sydney afkomstige Ewan ontdekte de Tour toen hij negen was, in 2003. Het was de editie waarin Robbie McEwen en Baden Cooke tot op de slotdag in Parijs strijd leverden om het groen. Tot een gat in de nacht zat kleine Caleb voor het scherm gekluisterd om te zien hoe Cooke pas op de ChampsElysées het pleit in zijn voordeel zou beslechten. Supporteren deed Ewan voor McEwen, die toen de kleuren verdedigde van ... Lotto (met Domo als cosponsor).
McEwen reed van 2002 tot en met 2008 voor de Lottoploeg. In die periode behaalde hij in de Tour elf ritzeges, een aantal dat alleen door Greipel werd geëvenaard in de lange Tourgeschiedenis van de ploeg, die teruggaat tot 1985. In zijn Lottotijd droeg McEwen ook 51 keer het groen en werd hij drie keer als eindwinnaar van het puntenklassement gehuldigd. ‘Ik wil voor deze ploeg hetzelfde betekenen als mijn idool Robbie McEwen destijds’, verklaarde Ewan toen in augustus vorig jaar zijn transfer geofficialiseerd werd.
Net als McEwen is Ewan een ‘plantrekker’ in de sprint, zo bleek ook in de straten van Toulouse. Hij is het type sprinter dat graag afgezet wordt in het wiel van een andere snelle man, gisteren Groenewegen, om die met een ultieme jump te remonteren. Vandaar ook dat hij het zo belangrijk vond dat Roger Kluge deze winter meekwam van bij MitcheltonScott. De Duitse pistier weet als geen ander waar zijn Australische kopman wil worden afgezet.
De automatismen die de twee de voorbije jaren hebben opgebouwd, zorgden ervoor dat de sprinttrein bij LottoSoudal niet vanaf nul moest worden opgebouwd. Zo weet Ewan nu al in het eerste seizoen voor zijn nieuwe werkgever grote overwinningen te behalen. Gisteren was het al zijn zevende winst van het jaar, na eerder ook twee ritzeges in de Giro.
Twee kansen
De Tour is al over de helft en er valt nog steeds over te discussiëren wie de beste van de sprinters is. Van tevoren bestond daar bij de meeste waarnemers geen twijfel over, maar de teller van Dylan Groenewegen staat nog altijd ‘maar’ even hoog als die van Elia Viviani en Caleb Ewan. Het geeft aan dat het sprintersrijk een nieuwe rangorde aan het zoeken is, in opvolging van het triumviraat CavendishGreipelKittel.
Een sprinter die vier of vijf overwinningen op zak kan steken, zoals van 2008 tot en met 2017 nagenoeg jaarlijkse kost was, zit er dit jaar zeker niet meer in. Op papier resten er nog slechts twee sprinterskansen: volgende dinsdag in Nîmes en op de slotdag in Parijs. Maar dan moeten de snelle mannen ook het hooggebergte overleven. Dat verschijnt vandaag voor het eerst op het menu.
Niet toevallig ging de prijs van de strijdlust al vier keer naar een renner van de Lottoploeg