Hete herfst op komst voor Macron
Na meer dan een jaar onderhandelen werden gisteren de plannen voor Macrons grote pensioenhervorming op tafel gelegd. Het is nu al zeker dat er deze herfst stevig zal actiegevoerd worden.
raakt niet aan de pensioenleeftijd van 62 jaar.
PARIJS I Een grondige pensioenhervorming, het was een van de grote beloftes tijdens de campagne van Emmanuel Macron in 2017. De presidentskandidaat, die als minister onder François Hollande zijn wil om Frankrijk te hervormen had getoond, lanceerde tijdens de race naar het Elysée een nieuwe pensioenregeling als stokpaardje.
Dat deed hij toen met rechte rug. Door hervormingen van de vorige regeringen (liefst vier in vijftien jaar) was volgens officiële berekeningen de pensioenkas gevuld. Ondanks de toegenomen levensverwachting, en in tegenstelling tot wat veel Fransen dachten, leek er geen financiële ijsberg meer in zicht. Al sinds les trentes glorieuses, de drie decennia van welvaart en welzijn na de Tweede Wereldoorlog, probeerden Franse regeringen tot dit resultaat te komen. Macron wilde het pensioenstelsel vereenvoudigen en ‘rechtvaardiger’ maken.
Van 42 naar 1 stelsel
Maar sindsdien is de wind gekeerd. Al snel na zijn verkiezing bleek uit nieuwe berekeningen van de Conseil d’Orientation des Retraites dat de toestand minder rooskleurig was. Macron moest op zoek naar oplossingen om de beloofde ‘moeder der hervormingen’ door te voeren. Hij stelde JeanPaul Delevoye, oudminister onder Jacques Chirac, aan als hoge commissaris voor pensioenhervorming. ‘Monsieur Retraite’ moest Macron helpen om zijn stokpaardje niet te verwaarlozen.
De 42 verschillende pensioenstelsels die Frankrijk nu telt, worden herleid tot één ‘universeel’ pensioenstelsel. Dat moet voor iedereen hetzelfde zijn: werknemers uit de privésector, ambtenaren, zelfstandigen,
landbouwers, … Alle pensioenen zullen berekend worden met een puntensysteem, waarbij elke euro die iemand heeft bijgedragen evenveel waard zal zijn voor iedereen. Nu worden Franse pensioenen berekend op basis van de 25 ‘beste’ jaren voor werknemers uit de privésector en de laatste zes maanden voor ambtenaren.
Dan was er de netelige kwestie van de pensioenleeftijd. Hoewel de Fransen een pak minder lang werken dan in de buurlanden, steigeren de Franse vakbonden bij het idee dat die leeftijd omhoog zou gaan. Macron raakt daarom niet aan de wettelijke leeftijd van 62 jaar. Wel wordt er een âge d’équilibre ingevoerd. Wie doorwerkt tot 64 jaar, krijgt zijn volledige pensioen uitbetaald. Zo hoopt de regering het stelsel financierbaar te maken.
Macron moet het geld voor deze hervorming nog vinden
En daar knelt het schoentje, want Macron moet het geld voor deze pensioenhervorming nog vinden. De president heeft al vaker laten vallen dat de Fransen meer zullen moeten werken om de beloofde maatregelen na de revolte van de gele hesjes te kunnen financieren. De regering heeft daarvoor al 17 miljard euro bovengehaald.
Nog voor de plannen bekend geraakten, beloofden de vakbonden alvast acties in de herfst. Ze zijn niet te spreken over de ‘hervormingen die een grote groep gepensioneerden in de armoede zullen duwen en waardoor arbeiders zullen moeten werken tot ze erbij neervallen’.
Macron is zich bewust van de explosieve aard van dit debat. Een wetsvoorstel zal pas na de gemeenteraadsverkiezingen van 2020 voorgelegd worden en het nieuwe pensioenstelsel wordt pas over zes jaar van kracht, na de presidentsverkiezingen van 2022.