De tsaar krijgt nooit slecht nieuws
In zijn vlotte handleiding bij Poetin ontkracht Mark Galeotti enkele mythes. Ook al heeft de Russische president als judoka een zwarte band, toch is hij geen vechtersbaas.
Tsaar, KGB’er, sfinx, enigma, schaakmeester… Het ontbreekt Vladimir Poetin niet aan bijnamen. Alle epitheta van de Russische president suggereren dat hij een machtig man is, een strateeg die nooit in zijn kaarten laat kijken.
Alleen intimi weten wie de grijze tweederangsspion is die uitgroeide tot de leider die al twintig jaar het grootste land ter wereld bestiert. In veel gevallen zou hier ‘met ijzeren hand’ staan, maar die formulering laten we achterwege. Niemand weet met zekerheid of de judoka met de zwarte band werkelijk een ijzeren hand heeft.
Het enigma is misschien nog de beste omschrijving voor de 66jarige Poetin. Zijn mediaoptredens zijn
zorgvuldig gepland, zijn privéleven blijft privé, zijn naaste medewerkers en vrienden houden de kiezen op elkaar. Hij is als de Rorschachtest: de inktvlek is bewust dubbelzinnig, wat we erin zien zegt meer over wat er in ons hoofd omgaat, schrijft de Britse academicus Mark Galeotti in zijn nieuwste boek We moeten het even over Poetin hebben.
Galeotti reist voor zijn Ruslandanalyses al decennialang door het land en het lijkt erop dat hij een groot netwerk heeft opgebouwd van mensen die in de coulissen van de macht opereren. Hij heeft dit boekje geschreven uit frustratie over de simplistische karikaturen die over Poetin de ronde doen.
Hij begint met het schaakspel. Er is geen enkel bewijs dat de Russische president dat strategische denkspel beheerst. Poetin is een judoka, die goed voorbereid op de mat verschijnt, maar zijn winst vooral maakt door op het juiste moment de kracht van zijn tegenstander in zijn voordeel te gebruiken, in plaats van zich op een zorgvuldig voorbereide strategie te verlaten. Daardoor is zijn beleid onvoorspelbaar en soms tegenstrijdig.
Voor Galeotti heeft Poetin twee doelstellingen: hij wil in het binnenland macht en stabiliteit en in het buitenland erkenning en respect.
Opgezette stekels
Poetins beroemde uitspraak uit 2005, waarin hij beweerde dat de ineenstorting van de SovjetUnie de grootste geopolitieke ramp van de vorige eeuw was, mag volgens Galeotti niet worden geïnterpreteerd als een hunkering naar de hoogdagen van de USSR. Met zijn joggingpak van meer dan 2.000 euro en zijn paleizen buiten de stad kan je Poetin bezwaarlijk een communist noemen. Galeotti gelooft ook niet dat het Kremlin een oorlog met de Navo wil beginnen om het territorium weer uit te breiden tot de grenzen van de voormalige USSR. Wat Poetin dwarszit, is het statusverlies dat zijn land heeft geleden toen de SovjetUnie werd opgedoekt. Er was geen dodelijkere pijl dan de uitspraak van Barack Obama die in 2014 Rusland een ‘regionale macht’ noemde.
Poetin verzet zich tegen de secundaire rol die zijn land vandaag in de wereld heeft. Het grootste rijk ter wereld heeft een economie vergelijkbaar met die van Spanje, een productieapparaat dat verroest is en het is nauwelijks in staat om zijn defensie de middelen te geven die bij een grootmacht passen. Om zijn land op de kaart te zetten probeert Poetin er zo groot en angstaanjagend mogelijk uit te zien. En wij kijken niet verder dan die opgezette stekels, schrijft Galeotti.
Voor hem is Poetin niet de avonturier of de braniemaker die westerse defensiespecialisten graag van hem maken. Hij zou afkerig zijn van risico’s. Sinds de onvoorspelbare Donald Trump in het Witte Huis woont, zijn de provocaties van de Russische gevechtsvliegtuigen verminderd, aldus Galeotti. Vroeger rekende Moskou immers op de koelbloedigheid en de professionaliteit van de Amerikanen om niet in paniek te geraken bij een onschuldig geopolitiek spelletje. De inval in Oekraïne zou een misrekening geweest zijn. Men had Poetin verzekerd dat de annexatie een fluitje van een cent was en dat
de internationale gemeenschap na enkele weken weer tot de orde van de dag zou overgaan.
Als Poetin geen vechtersbaas is, wat wil hij dan eigenlijk? Zijn definitie van grootmacht dateert uit de negentiende eeuw; het is een wereld waarin elke grote mogendheid een invloedssfeer, bufferstaten en kroonjuwelen had. Een grootmacht heeft bij alle belangrijke internationale beslissingen een vinger in de pap en ze kan de internationale regels terzijde schuiven. ‘Rusland is alleen in zijn eigen fantasie een grote mogendheid. Alles draait om de perceptie waardoor wij Rusland zullen behandelen als een land dat er nog toe doet.’
Bubbel
Perceptie is ook wat ertoe doet in Poetins binnenlands beleid. Galeotti – en hij is niet de enige – schetst een beeld van een eenzame president die ’s ochtends op zijn bureau alleen de rapporten van de KGB leest. Als oudspion heeft hij een onwankelbaar vertrouwen in die organisatie, maar dat is gevaarlijk. Een vroegere spion vertelde aan Galeotti dat de inlichtingendiensten hebben geleerd dat ‘je niet met slecht nieuws bij de tsaar komt’. De dikke dossiers die op zijn bureau liggen, zouden Poetin alleen vertellen wat zijn vooroordelen bevestigt en hem geruststellen dat alles onder controle is. Voeg daarbij de hypothese dat de drie inlichtingendiensten onderling vechten om in de bovenste lade van het presidentieel bureau te liggen, want dat betekent meer middelen, dan is het niet verwonderlijk dat Poetin niet wordt geïnformeerd over de échte gang van zaken.
De bubbel waarin de president leeft, wordt verstevigd door de hofhouding die hij aan het Kremlin heeft geïnstalleerd. Je positie wordt niet bepaald door je functie of capaciteiten, maar door de loyauteit die je aan Poetin betoont. Het systeem van ponjatije is een netwerk van persoonlijke contacten en onuitgesproken afspraken waardoor een intimus zonder al te veel woorden perfect weet wat van hem verlangd wordt. ‘Het is een vitale bekwaamheid geworden dat men vandaag kan voorspellen wat de baas morgen zal willen’, schrijft Galeotti. Hij vindt dat Poetin aan het hoofd staat van een leger kleine judoka’s die azen op een kans om vooruit te komen. In ruil voor hun blinde trouw mogen ze graaien en kunnen ze rekenen op Poetins bescherming als voortvarende gerechtelijke onderzoekers in hun onfrisse praktijken grasduinen. Sergej Lavrov, de tot voor kort gerespecteerde minister van Buitenlandse Zaken, is sinds 2014 in de buitenbaan beland. Zijn taak bestaat erin propagandaverhalen te bedenken bij het beleid dat anderen voeren.
Maar de droom van een grootmacht ligt ver weg van de Russische realiteit. Galeotti suggereert dat Poetin dat zelf ook wel weet. Zijn land en zijn beleid zijn niet opgewassen tegen de uitdagingen waarvoor Rusland staat. De economie hapert en vele inwoners leven onder de armoedegrens. De Russische troepen zitten vast in de modder van onoplosbare conflicten in Oekraïne en Syrië. Maar Poetin kan de handdoek niet in de ring gooien. Het beleid waarop zijn macht is gebaseerd, heeft als gevolg dat hij nooit veilig met pensioen kan gaan zonder dat hij moet vrezen dat zijn opvolger de lijken uit de kast haalt en hem de rekening presenteert.
In een boekje van nog geen 160 pagina’s is Galeotti erin geslaagd om ons zeer vlot door de duistere gangen van het Kremlin te leiden. Het is een must read voor iedereen die tsaar Poetin weer tot menselijke proporties wil herleiden.
Poetins definitie van een grootmacht dateert uit de negentiende eeuw; het is een wereld waarin elke grote mogendheid een invloedssfeer, bufferstaten en kroonjuwelen had