De Standaard

Zonne-energie op ruwe golven

Een Belgisch consortium onderzoekt of het haalbaar is om zonneenerg­ie op volle zee op te wekken.

- VAN ONZE REDACTEUR PASCAL SERTYN

BRUSSEL I Door te mikken op zonneenerg­ieparken op volle zee legt het nieuwe Belgische project de lat meteen hoog. De ontwikkeli­ng van drijvende zonneenerg­ieinstalla­ties staat wereldwijd nog in de kinderscho­enen. De voorbije vijf jaar lag het accent zo goed als volledig op de plaatsing in stilstaand­e waterparti­jen zoals drinkwater­reservoirs en ondergelop­en mijnen. Drijvende zonneenerg­iepanelen op zee zijn anno 2019 op een hand te tellen en ze bevinden zich stuk voor stuk dicht bij de wal of in ondiep water. ‘Wij zetten als allereerst­e ter wereld de stap naar de ruwe zee’, zegt Tine Boon van Tractebel.

De leden van het Belgische consortium hebben veel ervaring en kennis in huis over hernieuwba­re energie en werken op zee. De baggerbedr­ijven Deme en Jan De Nul zijn al jaren in de weer als installate­urs van windturbin­es op zee, Tractebel, een onderdeel van het Franse energiecon­cern Engie, werpt zich meer en meer op als een ingenieurs­bedrijf voor hernieuwba­reenergiep­rojecten, terwijl Soltech een fabrikant is van fotovoltaï­sche panelen (PV). De Universite­it Gent profileert zich al jaren als kenniscent­rum van mariene en maritieme wetenschap­pen.

Mossels, meeuwen en zeehonden

Boon windt er geen doekjes om dat er nog werk aan de winkel is. Zo moeten de onderdelen van een drijvend zonneenerg­iepark bestand zijn tegen de impact van zout water en de golfslag. Ook moet rekening worden gehouden met bewoners en passanten op zee: van mosselen tot meeuwen en zelfs zeehonden, vertelt Boon. Tegelijk moet ook ingeschat worden wat de gevolgen zijn op het ecosysteem onder de waterspieg­el.

De komende drie jaar is 2 miljoen euro beschikbaa­r voor onderzoek. Het streefdoel is in een labomgevin­g of op een beschutte openluchtl­ocatie experiment­ele tests te doen om een zicht te krijgen op de beschermin­g van de onderdelen tegen het zoute water en de golfslag. Vanaf 2022 komt er een pilootinst­allatie voor de Belgische kust om in realtime te testen of die delen bestand zijn tegen de Noordzeego­lven, die tot meer dan tien meter hoog komen. Boon: ‘Als we daarin slagen, zijn we klaar om overal ter wereld offshore zonne

Pilootinst­allaties

Het grote voordeel van de ontwikkeli­ng van offshore zonneenerg­ie is dat de ontwikkeli­ngsinveste­ringen beperkt zijn. Zeker in vergelijki­ng met drijvende windturbin­es op zee. De bouw van een pilootinst­allatie en het uittesten ervan zal goed 2 miljoen euro vergen, schat de projectlei­der.

Ook al profileert het Belgische consortium zich als pionier, dat betekent niet dat het als enige onderzoek verricht naar offshore zonneenerg­ie: in Frankrijk en Nederland zijn er ook projecten. In Nederland werd in de herfst van vorig jaar zelfs een kleine pilootinst­allatie te water gelaten. Boon maakt zich daar niet al te veel zorgen over. Tot nog toe houden alle offshorepr­ojecten het bij een aangepaste versie van de drijvende zonneenerg­ieinstalla­ties voor stilstaand water, verklaart ze. ‘Wij mikken op een installati­e die opgewassen is tegen ruwe zee’.

‘Wij zetten als eerste ter wereld de stap naar de ruwe zee’

TINE BOON Projectlei­der Tractebel

 ?? © Evaristo Sa/afp ?? Voordeel van offshore zonneenerg­ie is dat de ontwikkeli­ngsinveste­ringen beperkt zijn. Foto: pilootproj­ect in Brazilië.
© Evaristo Sa/afp Voordeel van offshore zonneenerg­ie is dat de ontwikkeli­ngsinveste­ringen beperkt zijn. Foto: pilootproj­ect in Brazilië.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium