Een brug te ver
G een architect met zoveel a’s in zijn naam als Santiago Calatrava. En dan toch soms Barchitectuur afleveren. Valencia deed hem een proces aan omdat zijn Ciudad de las Artes y las Ciencias fouten bevatte. In New York was zijn Oculus onder het WTC zo lek dat men dacht dat de Regie der Gebouwen had toegeslagen.
Dat zou hem in Venetië niet overkomen! Daar mocht hij over het Canal Grande een voetgangersbrug bouwen. En ook al zinkt de stad weg, als hij zijn brug hoog genoeg hing, zou die boven water blijven. Dus werd ze ietwat steil.
Zijn bureau ging niet over één nacht ijs. Na een grondige omgevingsstudie ontdekte zijn team dat er in Venetië weleens steen uit Istrië gebruikt was. Die zou hij afwisselen met panelen gehard glas. Die zou hij van onderuit laten belichten. Leuk voor op Instagram.
Het lukte. Na de oplevering in 2008 werd zijn Ponte della Costituzione binnen de kortste keren Ponte di Calatrava genoemd. Er waren wel wat sukkels die zijn concept niet begrepen en zijn strakke neofuturisme vonden vloeken met de historische architectuur. Ach, wat.
Recentelijk dook nog iemand op die het niet zo op zijn concept begrepen had: de stad Venetië. Die had indertijd wat geprutteld dat de brug geen 7 maar 11,6 miljoen euro kostte, maar nu kwamen ze zaniken dat rolstoelgebruikers niet over de trapjes raakten en dat het glas bij regenweer glad was. Dat ze eens leerden klunen.
Daar bracht Calatrava tegenin dat al die toeristen rolkoffers voortsjouwden. Dat was volgens hem oneigenlijk gebruik van zijn brug. Zopas is de stad voor de rechtbank in beroep gegaan. Ze voerde aan dat toeristen met rolkoffers moeilijk te vermijden zijn bij een brug die de Piazzale Roma verbindt met het hoofdstation Santa Lucia.
Calatrava’s knieën knikten toen hij las dat hij 78.000 euro moest betalen. Een station? Dat zijn team dat nu niet opgemerkt had. Toen glimlachte hij. Gelukkig maar, dacht hij, dat hij boven het budget gegaan was.
Met rolkoffers sjouwen, dat is toch oneigenlijk gebruik van een brug?