‘Nu laten we echt kinderen doodgaan’
Sinds de Turkse inval in NoordSyrië is het chaos in de Koerdische kampen, waar tientallen Belgische kinderen en volwassenen leven. ‘De Syriëgangers die echt gevaarlijk zijn, zullen zich nergens spontaan aanmelden’, zegt Gerrit Loots, die tweemaal de kampen bezocht en teruggekeerde kinderen opvolgt.
BRUSSEL I ‘Slapen in een bed, een ruimte binnengaan waar speelgoed ligt: toen de kinderen hier arriveerden, wisten ze niet wat het was’, zegt Gerrit Loots. Vo rig jaar en afgelopen voorjaar trok de professor psychologie van de Vrije Universiteit Brussel met een team naar NoordSyrië om er Bel gische kinderen en hun familie te onderzoeken. Mede daardoor werd de situatie in de kampen duidelijk en werden de vragen over terugkeer concreet. Als een van de weinige nietfamilieleden staat Loots in rechtstreeks contact met kinderen die zijn teruggekeerd uit gebieden die onder controle stonden van terreur groep Islamitische Staat (IS). Voor zijn werk krijgt hij vandaag van de Liga voor Mensenrechten de Prijs voor Mensenrechten, die hij deelt met de organisatie Jihad van Moe ders.
In januari keerden twee kinderen terug. In juni nog eens zes, onder wie vier wezen. Hoe gaat het met hen?
‘Ze komen uit een situatie die totaal verschilt van de manier waarop wij leven. Sommigen hebben twee jaar in een kamp geleefd. De familie bij wie ze nu verblijven, moet daar rekening mee houden. Zo’n wederzijds begrip is niet eenvoudig, maar wel cruciaal voor hun integratie.’