MONKEYS EN PEANUTS
De best renderende bedrijven betalen niet de hoogste ceolonen. Een opmerkelijke conclusie uit de jaarlijkse toplonenstudie die Xavier Baeten van de Vlerick Business School deze week publiceerde. Als je een ranglijst maakt van bedrijven met een hoge return on assets, en die naast de ranglijst legt van bedrijven met hoge toplonen, zie je een negatieve correlatie. Ondernemingen die hoog scoren op de ene lijst, zakken diep weg op de andere lijst. Natuurlijk is het loon ook afhankelijk van andere factoren, zoals de omvang van de onderneming, maar het verband doet zich ook voor als je daarvan abstractie maakt.
Het negatieve verband lijkt contraintuïtief. Een dikbetaalde manager is beter in staat de winst op te krikken dan iemand die bereid is om het voor een middelmatig loontje te doen, luidt het vaak. Daarom zijn raden van bestuur bereid om diep in de buidel te tasten voor iemand die in staat geacht wordt het bedrijf op een hoger plan te tillen. Vaak wordt die stelling onderbouwd met de dooddoener ‘If you pay peanuts, you get monkeys’.
Uit de studie van Baeten blijkt dus dat dat bepaald geen ijzeren wetmatigheid is. Als je er even bij stilstaat, is daar ook best een logische uitleg voor te bedenken. Bedrijven die voorzichtig omspringen met hun operationele uitgaven, inclusief toplonen, houden meer winst over. Het is dus helemaal niet zo vreemd dat bedrijven met een cultuur van financiële terughoudendheid rendabeler zijn dan ondernemingen die het geld wat kwistiger laten rollen. Dat is de reden waarom de oprichters van zuinigheidskampioenen als Aldi en Ikea schatrijk zijn geworden.
Of neem Warren Buffett: diens loon bedroeg vorig jaar 389.000 dollar. Niet slecht betaald, maar een schijntje in vergelijking met het mediane toploon van 2,7 miljoen euro in de bedrijven van de Stoxx Europe 600. En dat terwijl zijn bedrijf, Berkshire Hathaway, in het derde kwartaal een return on assets kon voorleggen die hoger ligt dan het gemiddelde van zowel de Dow Jones als de S&P 500index. Buffett is de verpersoonlijking van financiële terughoudendheid: hij woont nog altijd in hetzelfde huis dat hij in 1958 kocht voor 31.000 dollar. Op internet circuleren er foto’s van: een villa van dertien in een dozijn.
Heel voorzichtig wordt er in Europa regelgeving geïntroduceerd die moet helpen om de toplonen in het juiste perspectief te zetten, zoals de nieuwe richtlijn over aandeelhoudersrechten, de Shareholders’ Rights Directive (SRD II). Daarin krijgen aandeelhouders meer mogelijkheden om excessief geachte beloningen weg te stemmen – say on pay in het jargon. Ook komen er extra transparantieverplichtingen. Bedrijven moeten aangeven hoe de beloning van de
Zuinige bedrijven zijn rendabeler dan ondernemingen die het geld laten rollen. Kijk maar naar Aldi en Ikea
bestuurders zich ontwikkeld heeft in verhouding tot de beloning van de werknemers. Dat gaat de goede kant op, al is het nog geen echte pay ratio, zoals in de VS. Amerikaanse bedrijven zijn verplicht om te publiceren hoe het mediane loon in het bedrijf zich verhoudt tot dat van de ceo. De topmanagers van de bedrijven in de S&P500index verdienden in 2018 welgeteld 287 keer het mediane loon van hun ondergeschikten, bleek uit een analyse van de vakbondskoepel AFLCIO. Bij kledingketen The Gap lag de verhouding het hoogst: de ceo verdiende er 3.566 keer het mediane loon. Berkshire Hathaway had de op één na laagste pay ratio. Warren Buffett verdiende 6,6 keer zoveel als zijn medewerkers.