‘Gewelddadige islamisten versterken neonazi’s en omgekeerd’
Wanneer een veroordeelde tijdens een deradicaliseringsprogramma een terreurdaad pleegt, zoals afgelopen week op London Bridge, rijst de vraag wat het nut van zo’n programma is. Maar deradicaliseringsexpert Robert Örell waarschuwt voor overhaaste conclusie
Usman Khan, de veroordeelde moslimextremist die op 29 november aan London Bridge twee mensen heeft vermoord, volgde in de ge vangenis verplicht een deradicalisering. Het programma waaraan hij deelnam, was een proefproject, waarvan de werk zaamheid nog niet was geëvalueerd. El ders in Europa bestaan programma’s die soms al tientallen jaren lopen. Een van de oudste is Exit Sweden, dat vooral gericht is op neonazi’s, maar dat ook al gewerkt heeft met Syriëstrijders en hun families. De voormalige directeur, Robert Örell, was als tiener zelf een neonazi. Vandaag is hij directeur van het deradicaliserings programma Exit USA en maakt hij deel uit van het Radicalisation Awareness Net work van de Europese Commissie.
Bewijst de jongste aanslag op London Bridge dat deradicaliseringsprogramma’s niet werken?
‘Het is in ieder geval geen reden om alle deradicaliseringsprogramma’s over boord te gooien. We beschikken wereldwijd over degelijke kennis en ervaring, zowel met neonazi’s als met moslimextremisten. Er is decennia onderzoek, bij voorbeeld van de Noorse antropoloog To re Bjorgo en van de Amerikaanse psycho loog Arie Kruglanski. Er zijn program ma’s waarmee we goede resultaten boe ken en waarbij cliënten niet hervallen in gewelddadig gedrag, maar er bestaat geen mirakeloplossing die elke geweldda dige extremist in elke situatie kan beke ren.’
U hebt wellicht ook al mislukkingen gezien.
‘In de achttien jaar dat ik dit werk doe, zijn er incidenten geweest. Mensen krij gen na hun deradicalisering niet altijd de juiste steun in hun omgeving. Dat kan leiden tot allerlei soorten destructief gedrag. Daarom is het belangrijk om mensen te leren hoe ze met stress of conflicten moeten omgaan, hoe ze nieuwe sociale relaties kunnen opbouwen. Deradicalisering gebeurt niet alleen in het hoofd van de cliënt, maar ook in zijn omgeving. Dat is niet het werk van één organisatie, maar van verschillende onderdelen van de samenleving.’
De beste resultaten worden geboekt met mensen die willen deradicaliseren. Hoe bewijs je dat hun vooruitgang te danken is aan de programma’s die ze volgen?
‘Er is zeker meer onderzoek nodig, maar we hebben nu al voldoende aanwijzingen dat sommige programma’s beter werken dan andere. Tina Christensen, een Deense onderzoekster, heeft in 2017 bij Exit Sweden onderzocht welke factoren het verschil maken. Het werkt beter als een begeleider geen oordeel velt, of wanneer er veel gelegenheid is voor informele gesprekken tussen de cliënt en de begeleider.’
Zijn er cliënten die onmogelijk te deradicaliseren zijn?
‘Met verschillende cliënten kun je verschillende resultaten bereiken. Bij sommige mag je al tevreden zijn als ze geweld afzweren, bij andere raak je verder. Ik denk dat je niet te gauw moet zeggen dat iemand onmogelijk te deradicaliseren is. Om te weten of iemand geholpen kan worden door een Exitprogramma, moet je begrijpen waarom iemand tot extreme ideeën of daden gekomen is. Wanneer er sprake is van zware mentale problemen, moet ook daaraan gewerkt worden voor je iemand opnieuw kunt integreren in de samenleving. Deradicaliseringsprogramma’s zijn een onderdeel van een brede waaier aan maatregelen die een samenleving neemt.’
De meeste Exitprogramma’s werken met mensen die gemotiveerd zijn om te veranderen. Kun je werken met iemand die niet gemotiveerd is?
‘Als een cliënt niet gemotiveerd is, moeten we hem motiveren. Er zijn erva ringen in NoordIerland waar gewerkt werd met veroordeelde extremisten die zeiden dat ze niet geïnteresseerd waren in deradicalisering. Ze waren wel bereid om een cursus herstelrecht te volgen. Gaandeweg hebben ze zo toch aan het programma deelgenomen.’
Kan iemand doen alsof hij gemotiveerd is?
‘Wie zijn best doet om er gemotiveerd uit te zien, werkt vaak al mee. Dat is mijn ervaring.’
Meerdere Europese landen worden nu geconfronteerd met burgers die willen te rugkeren uit de oorlog in Syrië. Veel overheden zijn terughoudend om hen terug te nemen. Begrijpt u dat?
‘Als je vermoedt dat die mensen betrokken zijn geweest bij zware mensenrechtenschendingen, kan ik begrijpen dat landen niet staan te springen om ze terug te nemen.’
Is het ook niet ook bijzonder riskant om hen ginder te laten tot ze een manier zien om zelf terug te komen?
‘Dat hangt af van de mogelijkheden om mensen ginder te deradicaliseren. Dat is niet onmogelijk. Als mensen wel terugkeren, zijn er juridische middelen om hen aan te pakken. Dat biedt kansen en tijd voor een deradicaliseringsprogramma.’
Feiten die ginder gepleegd zijn, zijn vaak moeilijk te bewijzen, waardoor mogelijke gevangenisstraffen soms erg kort zijn.
‘Dat lijkt me een probleem voor justitie of voor de wetgever van het land waar iemand naar terugkeert.’
Is een gevangenis wel de juiste plek om iemand te deradicaliseren?
‘In gevangenissen heb je vaak goede kansen om iemand nieuwe perspectieven en denkwijzen aan te reiken. Je kunt een gevangene isoleren van gelijkgestemden of van propaganda. Een veroordeling kan ook een keerpunt zijn, omdat het iemand confronteert met de gevolgen van zijn daden.’
Veel expertise in deradicalisering, ook Exit Sweden, is ontwikkeld om neonazi’s te deradicaliseren. Werkt die expertise wel met geradicaliseerde moslims?
‘Hoewel er op het eerste gezicht opvallende verschillen zijn, zien we gelijkaardige mechanismen. In beide gevallen haal je mensen uit een groep waarin alles helder is en je geen eigen afwegingen moet maken. Ze wantrouwen de samenleving, sluiten zich ervan af en het is een uitda