Wie wil zijn ziel verkopen?
Preformateurs Geert Bourgeois en Rudy Demotte (midden) vonden niet genoeg overeenkomsten.
‘Wat is een politiek woord nog waard, als een partij, uitsluitend met het oog op een nieuwe regering, bereid is samen te gaan met een partij die een diametraal tegengesteld programma nastreeft? (…) Nee, het lijkt me normaal dat de NVA en de PS niet samen kunnen regeren, dat is nu eenmaal het gewicht van een politiek woord. De publieke opinie heeft soms een dubbele tong, en niet zelden hoor je wie eerst zei: “Verdorie, ze moeten gewoon een akkoord sluiten, zo moeilijk is dat toch niet!”, vervolgens beweren: “Die lui zijn zo machtsgeil dat ze hun ziel zouden verkopen om toch maar te kunnen besturen.”’
Dat zei grondwetsspecialist Marc Uyttendaele in Le Soir, in een dubbelinterview met filosoof Vincent de Coorebyter, een gereputeerd kenner van de Belgische samenleving. Die laatste hield een betoog van ‘ja maar nee’. Als ik het goed heb, klonk zijn boodschap ongeveer zo: ‘Het is belangrijk dat partijen een zekere geloofwaardigheid blijven behouden en dat ze hun verkiezingsprogramma niet meteen overboord gooien. Toch mogen we niet vergeten dat België onvermijdelijk wordt bestuurd op basis van het compromis.’
Halfslachtig, een ander woord heb ik er niet voor. Wat is te verkiezen: een regering die in Vlaanderen weliswaar in de minderheid is, maar partijen bijeenbrengt die wel onderlinge overeenkomsten vertonen, of gaan we voor een erg verdeelde regering zonder gemeenschappelijke programmapunten en waarden, maar die wel het stemgedrag van de kiezers aan weerszijden van de taalgrens weerspiegelt?
Doodsvijanden
Ik begrijp de waarschuwingen tegen de bom die dreigt te ontploffen
Het zou niet ideaal zijn mocht er een Vlaamse minderheid zijn in de federale regering. Maar we kunnen het Paul Magnette niet kwalijk nemen dat hij een regering probeert te vormen op basis van overeenkomsten, vindt
als een groot aantal Vlaamse kiezers wordt genegeerd. Maar wie is bereid zijn ziel te verkopen? En voor welk nobel doel? Want Marc Uyttendaele heeft gelijk over de grond van de zaak. Over geen enkel essentieel programmapunt bestaat enige consensus tussen de PS en de NVA: niet over migratie, niet over de toekomst van België, niet over klimaat.
Op het vlak van waarden en regeerstijl zijn ze zelfs elkaars tegenpool. Al vele lange jaren gedragen ze zich als elkaars doodsvijanden, een houding die in de vorige regering nog werd geaccentueerd. Sindsdien werd geen enkele stap gezet, laat staan dat sprake zou zijn van een reële toenadering die ten minste een gesprek mogelijk zou maken. En hoewel de stembusuitslag in de lijn van de verwachtingen lag, heeft niemand vooraf aan een plan gedacht om gezamenlijke regeringsonderhandelingen op te zetten. Eigenlijk is het nog erger: soms heb je in vijandige partijen toch nog een paar mensen die over de grenzen heen voor een minieme gemene deler kunnen zorgen. In dit geval zijn die er helaas niet. Er gaapt een kloof tussen de ideeën en tussen de mensen. Een afgrond die niets met het toeval te maken heeft, maar alles met een gebrek aan goede wil, en dat aan weerskanten.
Samen besturen zonder gemeenschappelijk programma of zonder minimale overeenkomst is al moeilijk. Maar wat als daarenboven op geen enkel vlak sprake is van enig vertrouwen, hoe gering ook? Samen dingen doen waarin je nauwelijks gelooft, bereid zijn je verkiezingsprogramma te verraden, en ten slotte ergens onderweg zelf een dolk in de rug krijgen door een onverwachte streek van je gedwongen ‘partner’? Als de PS en de NVA ooit samen in
BÉATRICE DELVAUX
Is senior writer bij Le Soir en columniste bij deze krant. In ‘Tableaux Delvaux’ schildert ze maandelijks op groot canvas taferelen die haar beroeren en verontrusten. een federale regering belanden, zullen ze elkaar nonstop in de gaten houden en zal al hun energie gaan naar hun pogingen om zonder al te veel kleerscheuren af te komen van die in hun ogen tegennatuurlijke coalitie. Ze zullen beslist niet proberen als regering zo lang mogelijk overeind te blijven, maar zullen voortdurend op de loer liggen om bij de eerste de beste gelegenheid op eigen initiatief de boel op te blazen.
Weinig vertrouwen
Op dat vlak oogt het trackrecord van de NVA alvast weinig aanlokkelijk. ‘Heb vertrouwen, geloof in me!’ Echt waar? Het is voor de PS heus niet makkelijk om geloof te hechten aan dat soort aanmoedigingen van de Vlaamsnationalisten – niemand is vergeten hoe ze onder het mom van het Migratiepact zonder een greintje wroeging de regeringMichel hebben gekelderd. Als de NVA het heeft aangedurfd om onderweg Charles Michel te dumpen, die ondanks alles hun trouwste, duurzaamste en tolerantste partner bij de Franstalige partijen is gebleken, wie kan het Magnette en consorten in dat geval kwalijk nemen dat hij op zijn hoede is voor alles wat een partij, die met frisse tegenzin aan de macht is gekomen, de PS, waarmee ze geen enkele affiniteit voelt, zou kunnen aandoen?
Om de twee tot een huwelijk te overhalen horen we om de haverklap volgende zogenaamde ultieme argumenten: de dringende noodzaak om een land te besturen waar het begrotingstekort inmiddels de pan blijft uitrijzen en om de invloed van Vlaams Belang terug te dringen.
Voor alle duidelijkheid: het is niet wenselijk dat Vlamingen (of Franstaligen) op federaal niveau onvoldoende vertegenwoordigd worden. Maar is er echt iemand die gelooft dat alleen een regering van de PS en de NVA in staat zou zijn om de score van Vlaams Belang te laten krimpen? Laten we wel wezen, uiterst rechts is het meest gegroeid toen we een rechtse regering hadden, waarin ook de NVA zetelde. Als Vlaams Belang oprukt, heeft dat misschien te maken met het stemgedrag van sommige kiezers, die er genoeg van hebben dat hun afgevaardigden voortdurend ruziën, dat ze weigeren rekening te houden met de belangrijke zaken die op het spel staan en dat ze onderweg om electorale redenen de brui geven aan het bestuur van het land.
Bovendien hebben we al vaker een regering gehad waarin de eigen taalgemeenschap geen meerderheid had. Dat gebeurde niet alleen onder Charles Michel, toen er een Franstalige minderheid was. De Franstalige partijen hebben daar geen drama van gemaakt, en aan Vlaamse kant heeft men het niet eens gemerkt. Dat was ook het geval onder zeven andere Belgische regeringen, en het gebeurde telkens in overeenstemming met de grondwet.
Geen calimero’s
Ik bedoel maar dat we het Paul Magnette niet kwalijk kunnen nemen als hij een regenboogcoalitie op de been wil brengen en een regering probeert te vormen op basis van overeenkomsten, en niet van tegenstellingen. Stel dat hij in zijn opzet slaagt en effectief een Vlaamse electorale meerderheid in de kou laat staan – wat des te opvallender zou zijn als ook CD&V uit de boot zou vallen – dan moet ‘zijn’ regenboogregering koste wat het kost slagen, zowel op economisch, sociaal als op institutioneel vlak. Als men het zich zou veroorloven om voor de tweede keer op rij een gemeenschap te marginaliseren, dan moeten er om te vermijden dat dit een derde keer zou kunnen gebeuren hervormingen worden doorgevoerd. Welnu, en dat zal sommige Vlamingen wellicht als muziek in de oren klinken, ook bij de Franstaligen gaan heel wat stemmen op om de Belgische staatsstructuren te hervormen en daarbij rekening te houden met de gebreken en mislukkingen uit het verleden.
Als Paul Magnettes plannen mislukken, dan moet de NVA aan zet komen. De waarnemers zullen dan met eigen ogen kunnen vaststellen of de nationalistische partij er echt zoveel zin in heeft als ze beweert. En trouwens, zin om wat te doen en met wie? We moeten vooral hopen dat de onderhandelingen op een volwassen manier kunnen plaatsvinden, zonder dat iemand zich geroepen voelt om de calimero uit te hangen.
Is er echt iemand die gelooft dat alleen een regering van de PS en de NVA in staat zou zijn om de score van Vlaams Belang te laten krimpen?