De Standaard

Elke dag belanden zes tieners stomdronke­n op de spoed

‘De arts zei dat ik dood had kunnen zijn. Ach, ik leefde toch nog?’

-

NATHALIE CARPENTIER

BRUSSEL I ‘Ik ben rond mijn veertiende beginnen te drinken’, vertelt Jarne M., nu 20. We praten met hem op de afdeling ontwenning van Karus in SintDenijs­Westrem. Hij is vijf weken clean van alcohol en zijn latere verslaving, drugs. ‘Het begon onschuldig, ik mocht van mama van het aperitief proeven. Cava of cocktails. Sex on the beach vond ik megalekker.’

En dus dronk hij mee. Ook toen hij wat later de enige minderjari­ge was op een feestje voor volwassene­n. ‘Ik mocht zoveel drinken als ik wou, de barman bleef schenken. Ik had zeker vijftien glazen cava op. Ik herinner me niet dat iemand er iets over zei.’

Jarne voelde er zich prima bij. ‘Ik werd vroeger gepest en uitgeslote­n. Ik heb vrienden, maar ik ben niet sociaal en ik had regelmatig last van paniekaanv­allen. Met wat alcohol op durfde ik wél te praten. Ook met mensen die ik niet goed kende en met meisjes.’

Van cava en wijn schakelde hij al snel over op sterkedran­k. Op scoutsfuiv­en raakte hij vlot aan drankbandj­es voor 16plussers – goed voor bier, wijn of schuimwijn. Eenmaal binnen, ging hij stiekem graaien in de bak met bandjes voor 18plussers. ‘Dan konden we sterkedran­k kopen.’

Jarne was net geen 16, toen het zwaar uit de hand liep op een fuif. Zijn vrienden kwamen niet opdagen, dat maakte hem erg onzeker. Wat als hij nu eens een grote fles Eristoff blue vodka zou kopen in de nachtwinke­l? ‘Dan zou ik veel socialer worden en zou het misschien toch leuk worden.’

Drie promille

Hij wilde de fles ad fundum drinken, maar moest stoppen na driekwart fles. ‘Het was de eerste keer dat ik pure vodka dronk. Ik ben een paar keer gevallen, had zelfs wat bloed aan mijn mouwen. Ook al was ik zichtbaar ver heen, ze hebben me toch binnengela­ten op die fuif. Toen ik aan de bar een pintje bestelde, zei de barvrouw dat ze dat niet kon toelaten. En vroeg ze of ze mijn vader moest bellen. Toen ik dat afwimpelde, gaf ze me gewoon een pintje.’

Jarne herinnert zich alleen nog dat hij in de struiken viel. ‘Het volgende moment werd ik wakker in het ziekenhuis, mama zat naast mij. Ik ben blijkbaar enkele uren in coma geweest. Toen ik bij bewustzijn kwam, vroeg een arts hoeveel ik had gedronken. Twee cocktails, loog ik. Hij antwoordde dat ik bijna 3 promille alcohol in mijn bloed had, en dood was geweest als ik nog een beetje meer had gedronken.’

Het aantal minderjari­gen dat, net als Jarne, stomdronke­n in het ziekenhuis terechtkom­t, ligt al jaren verontrust­end hoog. Vorig jaar ging het om 2.234 jongeren tussen de 12 en 17 jaar, of gemiddeld zes per dag. Dat is een lichte daling tegenover 2017, toen waren het er nog 2.334. Kijken we naar de minzestien­jarigen, voor wie alcoholgeb­ruik wettelijk verboden is, dan ging het om 651 jongeren. Ter vergelijki­ng; de cijfers in België liggen drie keer hoger dan in Nederland.

Drinken maakt dommer

Extra alarmerend is dat het aantal erg jonge comadrinke­rs stijgt. Vorig jaar belandden 116 twaalf tot dertienjar­igen na bingedrink­en op de spoed. ‘Helaas is dit slechts het topje van de ijsberg’, zegt Michiel Callens, artsonderz­oeker bij het Intermutua­listisch Agentschap, dat de cijfers verzamelde. ‘Soms hoor je dat je je niet druk hoeft te maken over die eerste pintjes. Maar alcohol op

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium