China weert buitenlandse computers
Technologische koude oorlog barst los
Nadat Donald Trump eerder Huawei en ZTE geweerd heeft uit de eigen markt, wil China nu hetzelfde doen met de technologie van Amerikaanse bedrijven als HP, Dell en Microsoft. De techoorlog lijkt daarmee een feit. Ook al ogen de Chinese plannen niet altijd even haalbaar.
‘It’s the technology, stupid.’ Wat begon als een handelsoorlog, verandert steeds duidelijker in een technologische koude oorlog. China wil de komende drie jaar alle buitenlandse computers en buitenlandse software in overheidsinstellingen vervangen door producten van eigen makelij, meldt de Financial Times (FT). Peking zou bezorgd zijn dat door afhankelijkheid van buitenlandse technologie de nationale veiligheid in het gedrang kan komen.
De ingreep kan grote gevolgen hebben voor Amerikaanse techbedrijven als Microsoft, HP en Dell, die een belangrijke leverancier zijn van hardware en software in China. Volgens schattingen van het financiëledienstenbedrijf Jeffries zouden Amerikaanse technologiebedrijven elk jaar voor zo’n 150 miljard dollar aan producten verkopen in China. Grotendeels aan private bedrijven en Chinese particulieren, maar toch.
Tot 30 miljoen stuks
Volgens de investeringsfirma China Securities, geciteerd door de Britse zakenkrant, zouden in totaal twintig tot dertig miljoen stuks hardware in China moeten worden vervangen. Het plan zou zijn om dertig procent volgend jaar al te wisselen, vijftig procent een jaar later en in 2022 de resterende twintig procent. Om die reden zou het plan de weinig creatieve codenaam
‘352’ dragen.
De maatregel zou dit jaar uitge
vaardigd zijn door het Centraal Comité van de Communistische Partij. Hij is nog niet officieel publiek gemaakt. Twee bronnen bij Chinese cybersecuritybedrijven hebben het nieuwe beleid aan de
Financial Times bevestigd. Het Chinese ministerie van Handel en de betrokken Amerikaanse techbedrijven weigerden gisteren alle commentaar op het nieuws.
De reacties bleven echter niet uit. De Chinese beleidsmaatregel is volgens sommige waarnemers een zoveelste bewijs dat de handelsoorlog tussen de twee economische grootmachten aan het vervellen is tot een ware technologische koude oorlog. Een koude oorlog die zal beslissen wie van beide landen de komende decennia wereldwijd de technologisch dominante speler wordt, en welke grootmacht dus wellicht ook militair de bovenhand zal nemen.
Zwarte lijst
De Chinese maatregel lijkt namelijk sterk op de publieke ban in de VS op het gebruik van 5Gtechnologie geleverd door Huawei en technologie van andere Chinese bedrijven zoals ITinfrastructuur van ZTE. Die ban is eveneens gebaseerd op de bescherming van de nationale veiligheid (lees: vrees voor spionage via afluistersoftware) en had voorlopig vooral voor Huawei zware gevolgen.
In mei werd Huawei samen met een 70tal andere Chinese bedrijven door president Donald Trump op een zwarte lijst geplaatst. Daarop beslisten Amerikaanse techbedrijven zoals Google en chipfabrikanten als Intel, Qualcomm en Broadcom om geen zaken meer te doen met de Chinese telecomreus. Daardoor werd de toegang van Huawei tot het besturingssysteem Android plots fors beperkt (voor nieuwe smartphonetoestellen betekent het dat ze alleen nog maar de eenvoudigste versie van Android kunnen gebruiken) en zag de Chinese telecomreus zich verplicht om in te zetten op het ontwerpen van eigen chips.
Minder afhankelijk
Het is volgens specialisten dan ook geen verrassing dat China technologisch minder afhankelijk wil worden van westerse bedrijven. Het land is daar al veel langer mee bezig. ‘Dit past in het beleid van de Chinese regering om volledige controle te hebben op het internet en alle technologische toepassingen daarop. Zeker voor overheidsinstanties, waar de vrees voor spionage groot is, is dat een logische stap in het veiligheidsbeleid’, reageert Jan Wouters, hoogleraar internationaal recht aan de KU Leuven.
Zo zou de software van het Chinese leger al op een eigen ‘operating systeem’ draaien en worden er ook op andere domeinen stappen gezet. De Chinese tak van de Britse processorontwerper Arm is bijvoorbeeld recent gestart met de ontwikkeling van eigen AIchips voor smartphones en een eigen microarchitectuur. Arm richtte de Chinese tak drie jaar geleden samen op met het Japanse Softbank, maar Softbank verkocht zijn meerderheidsbelang aan Chinese investeerders. En dus is het bedrijf inmiddels volledig Chinees, meldde dit jaar nog de Japanse krant
Nikkei.
Veel vraagtekens
Toch zijn er nog heel wat vraagtekens over de haalbaarheid van de Chinese plannen. Volgens de
FT zou China bij de betrokken overheidsinstanties de komende drie jaar in eerste instantie vooral de pc’s van Lenovo willen vervangen. Maar die bevatten ook nog steeds buitenlandse chips van Intel en ‘hard drives’ van Samsung. Zal Peking zo ver willen gaan overheidsinstanties te verplichten die ook te vervangen?
Chinese alternatieven vinden voor buitenlandse software – zoals het overbekende Windows van Microsoft – zou voorlopig nog moeilijk zijn. Peking vindt de ‘Government Edition’ van Windows 10 (speciaal door Microsoft ontworpen voor Chinese overheidsinstanties) niet goed genoeg en wil dat overheidsinstanties kiezen voor geheel Chinese software als Kylin OS, schrijft de FT. En dat zal volgens ITexperts praktische beperkingen met zich meebrengen. Kylin Os is namelijk een besturingssysteem dat gebaseerd is op Linux, waar op dit moment veel minder commerciële software beschikbaar voor is dan voor Windows.
Kritische posts
Of de gigantische technologische omschakeling in China tegen 2022 haalbaar is, zal dan ook wellicht pas de volgende jaren duidelijk worden. De geschiedenis zit alvast niet mee. In 2000 lanceerde Peking al een gelijkaardig idee om de software van Microsoft te vervangen door een eigen Chinees product: Red Flag Linux. Dat werd uiteindelijk een totale flop.
En ook nu zijn er in de techwereld heel wat twijfels. Ook in China zelf. ‘Heeft de bedenker van deze beleidsmaatregel een klap voor zijn kop gekregen?’, citeert de Amerikaanse nieuwszender CNN een kritische post van ene Xiao Bai Ba op het sociale netwerk Weibo. Of nog: ‘Op het werk van mijn vriend is men al overgeschakeld naar een database van Chinese makelij. De leverancier zei dat zijn product iets trager werkte dan dat van Oracle, zo’n 20 procent trager … Maar het ding werkt zo verdomd traag!’, luidt een ander Weibocitaat van Hengha Erjiang Zhou.
Geen ‘blame game’ meer
Anderen zien er dan weer vooral een politieke zet in van Peking. ‘Of dit een impact zal hebben op de lopende handelsonderhandelingen? Dat zal afhangen van de manier waarop president Trump en de VS deze maatregel zullen verteren’, reageert Nick Marro van The Economist Intelligence Unit in een gesprek met de Amerikaanse nieuwszender CNBC.
De maatregel dreigt volgens hem de lopende onderhandelingen over toegang tot de Amerikaanse markt voor Huawei en de VS te bemoeilijken. ‘Maar dit nieuws heeft alvast één voordeel voor Trump: Peking kan niet meer zijn geliefde “blame game” spelen, waarin het de VS ervan beschuldigt Chinese bedrijven op een oneerlijke manier de toegang tot zijn binnenlandse markt te verbieden. Ze kunnen nu in Washington zeggen: wel, China doet dat nu ook en eigenlijk al een heel lange tijd.’
Volgens hoogleraar Jan Wouters dreigt de beslissing van China in het Westen toch te zullen werken als een rode lap op een stier. ‘Ik verslikte mij bijna in mijn koffie toen ik het nieuws las. Van de VS kan je alles verwachten, maar de Chinezen bleven tot op vandaag relatief koel. Over de impact van de maatregel tast ik voorlopig zelf nog in het duister. Maar ik kan mij inbeelden dat dit in het verkeerde keelgat zal schieten. En dat zowel in Europa als in de VS.’
‘Zeker voor overheidsinstanties, waar de vrees voor spionage groot is, is dit een logische stap in het veiligheidsbeleid’
JAN WOUTERS
Hoogleraar internationaal recht KU Leuven