Vlaams Klimaatplan kost tot 7 miljard euro per jaar
Om het klimaatbeleid uit te voeren, moeten de privésector en de overheid tien jaar lang 5,2 tot 7,2 miljard euro investeren, zegt adviesbureau PwC.
Het Vlaamse Energie en Klimaatplan dat de Vlaamse regering gisteren met enkele dagen uitstel heeft goedgekeurd, zal de zelf vooruitgeschoven doelstelling – een verlaging van de CO2uitstoot met 35 procent – voorlopig niet halen. Dat moesten de ministers gisteren zelf toegeven. Het plan doet de uitstoot van broeikasgassen volgens de Vlaamse regering slechts met 32,6 procent dalen. Maar de milieubeweging stelt dat zelfs dat cijfer zwaar opgeblazen is.
Ministerpresident Jan Jambon (NVA) en Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (NVA) hopen dat innovatie in de komende tien jaar de oplossing biedt, bijvoorbeeld door zelfrijdende elektrische wagens in te zetten, of drones voor het afleveren van pakjes. Ze wijzen er ook op dat in het cijfer de vergroening van de salariswagens nog niet verrekend is. Als de federale overheid een maatregel in die zin neemt, heeft die ook een effect op de Vlaamse uitstoot.
Het plan zal de komende tien jaar een diepe stempel op Vlaanderen drukken, niet het minst financieel. De Vlaamse regering heeft haar plan laten doorrekenen door het adviesbureau PwC en dat komt in een ruwe schatting uit op een jaarlijkse kostprijs van 5,2 tot 7,2 miljard euro. De helft daarvan gaat naar het energiezuinig maken van woningen en kantoren, de andere helft gaat naar milieuvriendelijk transport en hernieuwbare energie. Investeringen door de industrie of de landbouw zijn in de cijfers nog niet opgenomen.
Dat is een hoog prijskaartje, het plan mikt er dan ook op dat de helft van de Vlamingen in 2030 op een goed gelegen locatie woont. Meer dan 60 procent van de werkgevers moet goed bereikbaar zijn en het aantal gereden kilometers moet met 15 procent dalen. Verder moet minstens de helft van de nieuw verkochte personenwagens volledig emissievrij zijn en 20 procent gedeeltelijk. 30 procent van de bestelwagens mag geen broeikasgassen uitstoten.
Om een huis te verwarmen en verlichten, moet er 40 procent minder CO2 worden uitgestoten, voor kantoren liggen de normen zelfs nog hoger. Ook die voor het selecteren en verwerken van afval worden strenger. Zo moet de uitstoot van stortplaatsen zelfs met vier vijfden dalen.
Het grootste gedeelte van de investeringen hoesten privéinvesteerders, individuele huishoudens of bedrijven op. Maar de
Vlaamse regering zegt te beseffen dat ze hier en daar zal moeten bijspringen, bijvoorbeeld omdat de investering te hoog is en de terugverdientijd te lang. De individuele ministers moeten in de komende maanden op hun domein een actieplan opstellen.
Tegenover de investeringen staan ook baten. Zo zal de luchtkwaliteit in Vlaanderen aanzienlijk verbeteren door het overschakelen op elektrische auto’s, met minder vroegtijdige overlijdens als gevolg. De modal shift in de transportsector moet leiden tot minder files en minder verkeersongevallen. Ook een aangepast eetpatroon en een groter comfort binnenshuis moeten gezondheidsvoordelen opleveren.
Het grootste gedeelte van de investeringen hoesten privéinvesteerders, individuele huishoudens of bedrijven op
‘Als je het mij vraagt, landt de Vlaamse regering in 2030 met dit plan op een daling van de CO2uitstoot met 15 tot 20 procent.’
Mathias Bienstman van de Bond Beter Leefmilieu (BBL) ziet niet veel reden tot optimisme in het klimaatplan dat de Vlaamse regering gisteren, na een weekend uitstel, heeft goedgekeurd. ‘Het plan heeft geen band met de realiteit’, zegt hij. ‘Een daling van de CO2uitstoot met 35 procent blijft veraf.’
Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (NVA) ziet dat helemaal anders. ‘Dit plan is ambitieus, haalbaar en betaalbaar’, herhaalde ze gisteren, voor ze op het vliegtuig naar de klimaattop in Madrid stapte. Maar ze moest wel toegeven dat ze de doelstelling waartoe de Vlaamse regering zich had verbonden niet zal halen. Volgens haar berekeningen landt Vlaanderen in 2030 op een daling van de broeikasgassen met 32,6 procent.
Rekenen op de techniek
De Vlaamse regering had zich bij haar aantreden tot een daling met 35 procent verbonden. ‘We gaan voluit voor het effectief realiseren van de afgesproken doelstellingen’, staat in het Vlaamse regeerakkoord. Die belofte houdt de regering voorlopig niet, ondanks een Europese aansporing, midden dit jaar, om beter te doen.
Toch geeft ministerpresident Jan Jambon (NVA) de moed niet op. ‘We maken ons sterk dat we toch nog aan die 35 procent zullen raken. 2030 is nog ver weg. We rekenen op innovaties als zelfrijdende elektrische auto’s of geothermische vernieuwingen om het gat dicht te rijden’, zegt Olivier Van Raemdonck, de woordvoerder van Jambon.
De Vlaamse regering heeft wat lucht gelaten uit de oorspronkelijke versie van het plan, dat nog door de regeringBourgeois was opgesteld. Zo zijn de klimaatmaatregelen voor gebouwen grondiger doorgerekend. Maar alvast op het vlak van transport is het effect nog opgeblazen, vindt Bienstman. De wijzigingen die de Vlaamse regering in extremis nog aangebracht heeft – zoals een snelheidsbeperking tot 100 kilometer per uur op de Brusselse ring en tot 90 per uur als de normen voor fijn stof worden overschreden (zie hiernaast), realiseren geen winst.
‘We maken ons sterk dat we toch nog aan 35 procent minder uitstoot zullen raken. 2030 is nog ver weg’
Brussel en Wallonië doen beter
Dat maakt het ambitieniveau van het Vlaamse plan relatief. Ter vergelijking: Brussel streeft naar een CO2reductie met 40 procent tegen 2030, Wallonië naar een daling met 55 procent. Ook Europa komt deze week met een stappenplan voor een daling met 55 procent.
Een tekort in het Vlaamse plan kan later nog ingevuld worden, of afgekocht met zogenaamde flexibiliteitsmechanismen, waarbij Vlaanderen in andere Europese landen emissierechten aankoopt. Volgens het plan zou dat 100 tot 200 miljoen euro kunnen kosten.
Teleurgesteld
De verschillende milieuorganisaties hebben al teleurgesteld gereageerd. Ze zien geen structurele aanpak om de CO2uitstoot daadwerkelijk terug te dringen. Het enige lichtpunt zien ze in de sectoren landbouw en natuur, waar de ambities opgetrokken zijn. De oppositiepartijen SP.A en Groen wijzen op de contradicties in het plan. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op andere vervoerswijzen, zegt Groenfractieleider Björn Rzoska, ‘maar tegelijk wordt er verder bespaard op De Lijn.’
Het plan bevat ook het voornemen om huiseigenaars die renoveren een gratis lening van 30.000 euro te geven. ‘Maar wie de financiële ruimte heeft om te lenen, heeft dat al lang gedaan’, reageert Bruno Tobback, parlementslid voor de SP.A. ‘De anderen hebben niets aan die plannen. Bovendien wonen zij vaak in de minst energieefficiënte woningen.’
OLIVIER VAN RAEMDONCK Woordvoerder Jan Jambon
‘Er wordt ingezet op andere vervoerswijzen, maar tegelijk wordt er verder bespaard op De Lijn’
BJÖRN RZOSKA Fractieleider Groen
De beslissing om de snelheidslimiet op de Ring van Brussel terug te brengen tot 100 kilometer per uur is – afgaande op de formulering in het Vlaamse klimaatplan – vooral een noodzaak. De komende jaren vinden op de Ring ingrijpende werken plaats om enkele punten te verbreden. ‘Hierdoor moet het snelheids regime aangepast worden’, staat in het plan.
1. Welke impact kan dat hebben op het klimaat?
Om de verlaging te motiveren, wijst de Vlaamse regering naar een ‘recente studie’ die uit gevoerd werd door verkeers veiligheidsinstituut Vias – toen nog BIVV – in 2017. Dat onder zocht twee scenario’s met ‘variabele snelheidslimieten’. Standaard blijft de grens op 120, maar bij druk verkeer kan die verlaagd worden. Volgens de simulatie zou zo’n verlaging een positieve impact hebben op de CO2uitstoot. Auto’s die trager rijden – maar vooral met een constantere snelheid – stoten minder uit. De impact is echter eerder beperkt. In de spits zou de uitstoot met 3 pro cent dalen, tijdens de daluren met hoogstens 1 procent.
Eerdere studies gingen aan de hand van modellen al de mogelijke impact van een ver laging van de gemiddelde snel heid van 120 naar 90 kilometer per uur na. Volgens een studie uit 2008 zou dat de CO2uit stoot met 12 procent kunnen terugdringen. Een latere studie uit 2012 hield het op 8 procent. Maar tussen theoretisch model en realiteit gaapt een kloof. ‘Door de files wordt er tegen woordig nog maar zelden 120kilometer per uur gereden op de Ring’, merkt Mark Pecqueur, docent motorentech nologie aan de Thomas More Hogeschool, op. ‘In de file ver bruikt een wagen net méér. De impact van deze maatregel zal volgens mij zelfs amper meet baar zijn. De regering zou beter de files oplossen.’
Erik Grietens van Bond Beter Leefmilieu vindt de ingreep wel ‘symbolisch belangrijk’. Die heeft trouwens meer impact op de uitstoot van fijn stof en NOx, die weliswaar niets met de klimaatopwarming te maken hebben. In de onderzochte scenario’s met een variabele snelheidslimiet zou die met 6 à 7 procent afnemen in de spitsuren.
2. Zal dit de file oplossen?
Lagere en daardoor doorgaans meer homogene snelheden leiden tot een regelmatigere verkeersstroom en zo voor capaciteit van de weg. Het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) onderzocht in 2015 de impact van een verlaging van de limiet van 120 naar 100 km per uur op de files op de Ring. Die bleek ‘beperkt tot licht positief ’. In de ochtendspits zou de file ter hoogte van Wemmel en GrootBijgaarden licht afnemen, in de avondspits zou het tussen Vilvoorde en Machelen wat vlotter gaan. Verder zou er weinig veranderen.
3. Wordt de Ring veiliger?
In dezelfde studie bekeek het MOW ook de mogelijke impact op de verkeersveiligheid. Het analyseerde de 339 letselongevallen die in 2012 en 2013 tussen Tervuren en Tubeke plaatsvonden. Bij 8 procent daarvan werd tussen 100 en 120 kilometer per uur gereden en waren er geen andere factoren in het spel, zoals alcohol of de weersomstandigheden. Het leidde tot de conclusie dat ‘een algemene verlaging van de snelheidslimiet, als alleenstaande maatregel, een relatief beperkte impact op de verkeersveiligheid zal hebben’.
De Brusselse Ring is trouwens slechts voor 70 procent de bevoegdheid van Vlaanderen. Het meer zuidelijke deel – zo’n 18 kilometer of 24 procent – is in handen van het Waals Gewest. Zijn minister van Mobiliteit Philippe Henry (Ecolo) is ook ‘voorstander’ van een verlaging, maar de kwestie werd nog niet besproken in zijn regering.
De resterende 5,5 kilometer valt onder het Brussels Gewest. Dat gaat alvast mee in de Vlaamse plannen en zal ook de limiet verlagen, zegt minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt (Groen). ‘Hopelijk kunnen we de plannen voor de verbreding van de Ring dan verlaten. Die zal de effecten van de snelheidsverlaging helemaal tenietdoen.’
‘De laatste jaren zien we het niveauverschil enorm toenemen. Veel Afghaanse jonge ren komen van het arme platte land. Zij stonden gisteren bij wijze van spreken nog schapen en geiten te hoeden, en zijn nooit naar school geweest. Toch kan ik zeggen dat wij heel wat succes verhalen boeken. Jonge vluchte lingen die hier met niets aanko men, zetten wij met een goede op leiding op de arbeidsmarkt af.’
Aan het woord is Dirk Kops, directeur van het Centrum Leren en Werken aan de Technische Scholen Mechelen (TSM). Liefst 57,9 procent van de leerlingen aan de Centra Leren en Werken (CLW) in Vlaanderen verlaat vroegtijdig de school zonder kwalificatie (DS 12 november). Aan het CLW van Kops is dat zo’n 20 procent.
Nochtans heeft ook zijn school een moeilijk publiek. ‘Wij staan bekend als school voor nietbegeleide minderjarige vluchtelingen. Hun taal en schoolachterstand is heel groot, maar meestal zijn ze ook gemotiveerd. Ze willen een beroep leren omdat ze zo snel mogelijk geld willen verdienen. Onze anderstalige jongeren zijn een heel trouw publiek.’
‘Soms komen ze van ver om hier les te volgen, vaak op aanraden van hun voogd of hun begeleiders in het opvangcentrum. Ze zeggen: “Meneer, ik kom graag naar school”. Jongeren die het op een andere school uithingen, worden hier vaak een voorbeeld. Zij komen op tijd en werken hard. Werkgevers weten ondertussen dat wij goede arbeidskrachten afleveren, en zien onze jongeren graag komen. In de bouw en de carrosserie zijn ze gegeerd. Ze vinden snel een baan.’
Ontbijt op school
Wat is het geheime recept? ‘Omkaderen en nog eens omkaderen’, zegt Kops. ‘Succesverhalen vergen inspanningen en veel energie en komen niet zonder tegenslagen. Maar ik stel vast dat onze aanpak in andere scholen steeds meer navolging vindt.’
Die omkadering gaat verder dan wat een school hoort te doen. Kops: ‘Om te beginnen, geven wij onze leerlingen een ontbijt en kleden we ze voor de winter. Als de inspectie zou langskomen, zou ze