3,2 miljard euro voor Europese batterijen
Het is een veelgehoorde klaagzang in de Europese autosector: tijdens de heerschappij van de verbrandingsmotor was Europa afhankelijk van olieproducerende landen, vooral uit het MiddenOosten. En nu de elektrische auto zijn grote opmars start, worden we afhankelijk van de Aziaten. Want het is in landen als ZuidKorea en China dat de fabrieken staan waar de batterijcellen voor die auto’s worden geproduceerd. We ruilen de ene afhankelijkheid zo in voor een andere.
Niet als het van de Europese Commissie afhangt. De Commissie geeft zeven landen groen licht om enkele batterijprojecten te ondersteunen met subsidies van samen 3,2 miljard euro. Het gaat om Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Polen, Zweden en België. Europa verwacht dat het zal leiden tot nog 5 miljard euro aan extra private investeringen.
Ons land krijgt de zegen om 80 miljoen euro aan subsidies toe te kennen. Dat geld zal naar drie bedrijven vloeien: het chemiebedrijf Solvay, materiaaltechnologie en recyclagebedrijf Umicore, en Nanocyl, een Waalse firma die zich bezighoudt met elektrische geleiding van materialen. De verdeling van de 80 miljoen is nog niet bekend.
Die projecten moeten de Europese batterijonafhankelijkheid dichterbij brengen. Zo zal Umicore het geld gebruiken om nieuwe anodematerialen te ontwikkelen op basis van silicium. Het wil nieuwe, duurzame productie
De autosector is met een rotvaart aan het kantelen richting elektrificatie
methoden voor kathodematerialen ontwikkelen en zijn recyclageactiviteiten opschalen.
Maar zouden die bedrijven zulke projecten níét uitvoeren mocht er geen enveloppe met belastinggeld in de bus vallen? Tuurlijk wel. ‘Dit zijn onze activiteiten nu eenmaal’, zegt Umicorewoordvoerster Marjolein Scheers. Ook zonder staatssteun zouden Umicore, Solvay en Nanocyl die innovatie nastreven. Investeren in de toekomst, heet dat. ‘Maar deze steun komt ons goed van pas’, zegt Scheers. ‘Zonder deze steun zou de reikwijdte van Umicore’s innovatie kleiner zijn, zouden we minder snel kunnen gaan, en met minder middelen moeten werken.’
Minder snel: daarmee raakt Umicore een gevoelig punt aan, want in de veranderende autosector is snelheid cruciaal. De sector is met een rotvaart aan het kantelen richting elektrificatie. Gisteren bleek nog dat Duitsland in november de fakkel overnam van Noorwegen als het land waar de meeste elektrische wagens werden verkocht. Duitsland, de heimat van de automobielindustrie, de grootste automarkt van Europa. Duitsland staat met 1,25 miljard euro dan ook in voor het leeuwendeel van de 3,2 miljard die Europa goedkeurt. De fondsen gaan onder meer naar chemiereus BASF, batterijfabrikant Varta en BMW. Dat opende in München zopas een fonkelnieuw ontwikkelingscentrum voor batterijcellen (DS 16 november).
In die nieuwe, elektrische wereld kan Europa het zich niet veroorloven aan de zijlijn toe te kijken als het over het hart van die revolutie gaat: de batterijen. Met de 3,2 miljard euro hoopt de EU het gaspedaal – excusez le mot
dan ook steviger in te drukken.
–