Een compacte woning in de kern? Nee, bedankt
Zonder maatregelen wordt het moeilijk Vlamingen te verleiden compacter te wonen. ‘De conservatieve woondroom blijft intact.’
Nergens ter wereld neemt de mens zoveel ruimte in voor wonen, werken en ontspan nen als in Vlaanderen. Dat moet anders. Tegen 2050 wil de Vlaam se overheid dat gezinnen kiezen voor een duurzame woning op een ‘slimme’ locatie. Die transitie moet de diep genestelde droom van een eigen woning in het groen doorprikken.
De betonstop moest verhinde ren dat we open ruimte blijven innemen. Maar die dreigt een slag in het water te worden (DS 28 decem ber). De shift zal dus vooral afhan gen van de goodwill van de Vla mingen. Staan zij open voor duur zamere woonvormen?
Een grootschalig onderzoek naar de woonwensen van 3.000 Vlamingen, dat in 2018 werd ge voerd in opdracht van het Vlaam se Steunpunt Wonen, is ontnuchterend. We moeten compacter wonen, maar 72 procent van de Vlaamse huishoudens verkiest een (half )open woning. Slechts 10 procent wil een rijwoning en 17 procent een appartement of studio. Van hoogbouw gruwen we helemaal. Appartementen met 3 tot 9 verdiepingen krijgen ge middeld een score van 2,7 op 10.
Vooral voor jonge koppels met kinderen blijft de open woning de wensdroom. Appartementen zijn meer in trek bij alleenstaanden of bij mensen die er nu al in wonen. Ook gezinnen uit grote steden staan ervoor open. Bekend maakt
Een cohousing project aan de rand van SintNiklaas. dus bemind. De deur naar duurzamer wonen staat wel op een kier, stellen de onderzoekers vast. Iets meer dan de helft van de huishoudens ziet een compactere woonvorm zitten – ook al is het niet hun ideaal.
Hoopgevend is ook dat 69 procent van de huishoudens tevreden is met een kleinere tuin of terras mochten ze verhuizen naar een buurt met verzorgde pleintjes en groen. Opnieuw zijn het vooral de alleenstaanden en de 65plussers die hiervoor openstaan.
Honkvast
Maar het streefdoel om in stads en dorpskernen te wonen, is veraf. Amper een derde verkiest de kern. 35 procent zweert bij het platteland, hoewel dat de minst duurzame woonvorm is. Zelfs wie vandaag in een stad woont, toont weinig appetijt voor stads en dorpskernen. De stadsrand scoort beter. Enkel bij alleenstaanden, 65plussers en mensen met een lager inkomen is de hang naar wonen in een kern iets groter.
Vlamingen zijn bovendien honkvast. Ook dat maakt een shift moeilijk. Slechts 32 procent van
‘Wonen op de buiten kost meer aan de maatschappij. Daar mag een prijs tegenover staan’
voor veel Vlamingen. de huishoudens wil verhuizen om dichter bij een nieuwe job te wonen, een kwart wanneer het gezin kleiner wordt. Alleen wanneer de fysieke noden van de bewoners het vereisen, wil een ruime meerderheid (67 procent) verhuizen.
Het idee om ruimte te delen met buren, en zo de bebouwde ruimte optimaal te benutten, vinden we helemaal een verschrikking. De helft is nog bereid parkeerruimte of een fietsenstalling te delen. Slechts een goed kwart ziet dat ook zitten voor (een deel van) de tuin. Binnenruimtes delen is uit den boze: slechts 18 procent wil een wasplaats of berging delen, 9 procent een extra leefruimte of keuken. Amper 3 procent ziet het zitten de enige leefruimte of keuken met anderen te delen. Alleen bij eenoudergezinnen of alleenstaanden neemt die bereidheid lichtjes toe.
Huisje, tuintje
MICHAEL RYCKEWAERT Professor stedenbouw VUB
‘Denk niet dat de jonge generatie vanzelf openstaat voor duurzamere woonvormen’
LIEVE VANDERSTRAETEN Onderzoeker VUB
‘We staan ver van het streefdoel’, zegt Michel Ryckewaert, professor stedenbouw aan de VUB en coauteur van het rapport. ‘Er zijn zaadjes voor verandering, maar de traditionele woonwens is diepgeworteld.’
‘Denk ook niet dat de jonge generatie meer openstaat voor duurzamere woonvormen’, zegt onderzoeker Lieve Vanderstraeten (VUB), die de studie uitvoerde. ‘Er is nog steeds een grote groep twintigers, dertigers en prille veertigers met een conservatieve woonwens, namelijk zo snel mogelijk eigenaar worden van een huis met een eigen tuin buiten de stad.’ Ook betaalbaarheid speelt een rol, zegt Ryckewaert: ‘Veel koppels met jonge kinderen willen graag in de stad wonen, als ze maar een tuin hebben. Dat ideaal wordt onbetaalbaar, waardoor ze naar de rand geduwd worden.’
‘Met een mentaliteitswijziging alleen krijgen we die dynamiek niet gekeerd’, stelt Ryckewaert nuchter. ‘Inspirerende voorbeelden en campagnes zetten weinig zoden aan de dijk. Tools als de Mobiscore wekken vooral ergernis op. Zolang alles kan en mag, blijft de Vlaming zijn droom najagen.’
Je zou denken dat we die langzamerhand bijstellen, ontmoedigd door een gebrek aan voorzieningen of ellenlange files. Maar dat gebeurt voorlopig niet. Daarom moet de overheid het verspreide wonen ontmoedigen, vindt Ryckewaert. Als het niet lukt met een betonstop, dan met een kilometerheffing of hogere prijzen voor nutsvoorzieningen op het platteland. ‘Zolang je uniforme tarieven vraagt, hou je de spreidingslogica in stand. Wonen op de buiten kost meer aan de maatschappij. Daar mag een prijs tegenover staan.’