‘Van Aert mag altijd mee naar WK’
Bondscoach Sven Vanthourenhout staat met het oog op het WK voor belangrijke beslissingen. Bij de profs is de grote vraag: wat met Wout van Aert?
Over één maand bevindt het kruim van de veldritwereld zich in het Zwitserse Dubendorf, waar zes regenboogtruien op het spel staan. Voor bondscoach Sven Vanthourenhout zijn het belangrijke dagen. Bij de WestVlaming overheerst realisme: alleenl bij de juniores hebben we met Thibau Nys de absolute topfavoriet in de gelederen. Bij de profs zal het Belgische blok de handschoen opnemen tegen Mathieu van der Poel. Mét Wout van Aert, als het aan de bondscoach ligt
Wout wil enkel gaan als hij voelt dat een podiumplaats tot de mogelijkheden behoort, zegt hij zelf.
‘Ik heb Wout enkele weken geleden gezegd dat ik hem selecteer vanaf het moment dat hij een rugnummer opspeldt. Of hij nu voor een tiende, vijfde of podiumplaats aan de start staat, hij mag van mij altijd meedoen. Wout van Aert is voor mij belangrijk in het teamgebeuren, zowel op als naast de fiets. Iemand als Wout brengt de ploeg professionalisme bij. Achter zijn naam staat sowieso een kruisje.’
Ga je hem proberen te overtuigen als hij beslist om niet mee te gaan?
‘Nee. Als hij nee zegt, dan weet ik dat hij daar goed over heeft nagedacht. Maar ik zou hem er wel zeer graag bij hebben.’
Zijn programma tot nu toe was beperkt. Hij reed Loenhout, we hebben weet van Gullegem en het BK in Antwerpen. Moet hij nog iets presteren?
‘Voor mij moet hij niet presteren. Wout is voor mij een certitude. Iemand met zijn palmares zal altijd een meerwaarde zijn: aan tafel, tijdens de bespreking… Maar als hij zegt dat hij niet gaat, zal ik zijn beslissing respecteren.’
Er is nog een tweede probleemgeval: de ribben van Toon Aerts.
‘Dat komt wel in orde. Het is nu voor Toon belangrijk rustig te blijven. Hij mag niet te vroeg herbeginnen. Als hij op het BK kan herbeginnen, of misschien zelfs een week vroeger, dan is er geen enkel probleem met het oog op het WK. Toon werkt op en top professioneel en zal straks op het WK dik in orde zijn.’
Een derde probleem is een zeker spanningsveld tussen de jongens van Pauwels Sauzenbingoal, waar er met Iserbyt, Vanthourenhout en Sweeck drie WKcertitudes zijn.
‘Ik heb het zien gebeuren en ga er aandacht aan besteden. Maar ik durf nu al zeggen dat er op het WK geen probleem zal zijn. Ik ben er elk WK in geslaagd iedereen op dezelfde lijn te krijgen, waarbij we altijd als een blok hebben gekoerst. Dat zal straks in Zwitserland niet anders zijn. ’
Schrok je toen je Iserbyt na Diegem hoorde?
‘Op papier hebben zij de sterkste ploeg. Ze zouden als collectief heel sterk voor de dag moeten komen. Maar ik zie het niet tijdens de wedstrijden en dat had ik ook een beetje zien aankomen. Het is aan de ploegleiding om de plooien glad te strijken en liefst zo snel mogelijk, want er staat straks voor hen een belangrijk BK op het programma.’
Van Aert, Aerts en de drie renners van Pauwels Sauzen lijken mij certitudes, om deze Tim Merlier kan je ook niet heen. Dan zijn al zes van de zeven WKtickets uitgedeeld.
‘De selecties van Merlier zijn de voorbije jaren vaak op kritiek onthaald, maar hij bewees in de wedstrijd altijd dat zijn selectie gerechtvaardigd was. Ik zeg nu niet dat hij een certitude is, maar ik weet wat ik aan Tim heb. Ik heb vandaag een lijstje in mijn hoofd. Die renners moeten gewoon gezond blijven. De enige vraag die overblijft is: wat beslist Wout?’
Dubendorf biedt een vlak parcours. Pech voor de Belgen?
‘Ja en neen. Het is een parcours waar we het best kunnen presteren in de categorieen waar we het minder verwachten. We zullen het ermee moeten doen, aan mij om de renners gemotiveerd te krijgen.’
Er staan in Zwitserland zes titels op het spel en in slechts één categorie – Thibau Nys bij de juniores – zijn we de uitgesproken favoriet. Ontnuchterend?
‘Ik had het er nog met mijn Nederlandse collega Gerben de Knegt over. Als het voor hem meezit, kan hij zomaar vier tot vijf wereldkampioenen mee naar huis brengen. Maar misschien kunnen wij de meeste medailles winnen.’
Vooral bij de vrouwen is de Nederlandse dominantie enorm
‘Ik zie hen in de drie categorieën goud pakken. Maar het maakt voor mij de uitdaging alleen maar groter. Bij de juniores staan we sterk, maar dat is nog altijd geen garantie op de zege. Maar ook bij de beloften en eliterenners gaan we er alles aan doen om het goud te winnen.’