Lage-ambitiezone Vlaanderen
De Vlaamse media hebben afgelopen weekend gemeld dat De Lijn boetes moet betalen omdat haar oude diesels niet voldoen aan de normen in de lageemissiezones van Brussel, Antwerpen en Gent (DS 30 december). Wat er niet bij gezegd werd, maar wat we wel konden vernemen in de nieuwsuitzendingen van de Franstalige openbare zender RTBF, is dat de Brusselse en Waalse vervoersmaatschappijen geen boetes moeten betalen. Zij hebben wél geanticipeerd op de mobiliteit van de toekomst en op de klimaatrealiteit.
In Vlaanderen wordt vaak het beeld opgehangen van Brussel en Wallonië als trage, ouderwetse, weinig milieubewuste regio’s. Dat blijkt in dit geval alvast niet te kloppen. De TEC en de MIVB konden wel tijdig voldoende schonere voertuigen kopen. Maar blijkbaar wordt nieuws waarin de andere regio’s van ons land als flexibeler en toekomstgerichter naar voren komen, niet gebracht.
Vlaanderen, nochtans de rijkste regio van ons land, is andermaal de slechtste leerling van de klas als het gaat om klimaatbeleid: dé ‘lageambitiezone’ van WestEuropa. We zijn het enige land van WestEuropa dat geen deel uitmaakt van de hogere ambitiegroep voor de klimaatdoelen. Frankrijk, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Italië doen mee, net als de Scandinavische landen, waaraan de Vlaamse regering zich graag afmeet. Als België niet bij die groep hoort, ligt dat aan de Vlaamse weerstand. We zijn ook het enige land van WestEuropa dat niet deelneemt aan de ministeriële bijeenkomsten rond schonere energie die al tien jaar plaatsvinden.
Het verhaal van de boetes voor De Lijn past in een bredere discussie. Steden die vooruit willen met de milieugeit moeten zich niet laten afremmen door Vlaanderen. Keer op keer blijken Vlaamse bestuurders bang voor hun schaduw als ze doortastende maatregelen moeten nemen. Hoe raken we vooruit? Peter Wittoeck, al vele jaren leider van de Belgische delegatie op klimaattoppen en vertrouwd met Belgische beslissingsprocessen, deed een nuttige suggestie in Mo*: ‘Het debat over de transitie wordt het best niet alleen onder politici en hun kabinetsmedewerkers gevoerd, maar in en met de maatschappij. Organiseer zoals Nederland een echte maatschappelijke dialoog met de relevante actoren in alle relevante sectoren.’ Wellicht is dat dé manier om de vereiste grote sprong voorwaarts te maken en ons niet langer te verliezen in dwaze communautaire oorlogjes.