Zeventien kraamklinieken staan op de helling
Een nieuw rapport adviseert de regering om zeventien kleine materniteiten te sluiten. ‘Een opportuniteit’, zegt minister De Block (Open VLD).
BRUSSEL I Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) kaart al jaren aan dat er in de Belgische materniteiten een overschot aan ziekenhuisbedden is. Dat kost handenvol geld, terwijl die middelen veel efficiënter ingezet kunnen worden in de gezondheidszorg.
Voor het eerst heeft het KCE nu, op vraag van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD), een onderzoek klaar over de efficiëntie van de Belgische materniteiten. Het resultaat is helder: op basis van objectieve criteria zou de regering zeventien kleine materniteiten kunnen sluiten (zie blz. 12), zonder te raken aan de kwaliteit of de toegankelijkheid van de zorg.
Het Federaal Kenniscentrum benadrukt dat het niet over één nacht ijs is gegaan. ‘We vergeleken de verschillende materniteiten met elkaar en kwamen tot de conclusie dat er minstens 557 bevallingen per jaar moeten gebeuren om nog van een relatief efficiënte zorg te kunnen spreken’, zegt Carine Van de Voorde, hoofdonderzoeker bij het KCE. Nu ligt dat wettelijke minimum nog op 400 bevallingen per jaar.
Maximaal halfuur rijden
Volgens cijfers van 2016 bereiken 21 van de 104 Belgische materniteiten dat minimumaantal van 557 jaarlijkse bevallingen niet. Toch adviseert het KCE de regering slechts zeventien materniteiten te sluiten ‘omdat toegankelijkheid primeert op efficiëntie’. ‘Be
‘Gemakkelijk belooft het niet te worden, maar het gaat over een ongelofelijke opportuniteit’
MAGGIE DE BLOCK
Minister van Volksgezondheid
reikbaarheid is cruciaal’, benadrukt Van de Voorde. ‘Iedere vrouw moet binnen de 30 minuten een materniteit kunnen bereiken met de auto.’ Onder meer de materniteit van het AZ West in Veurne blijft daarom buiten schot, ook al ligt de efficiëntie er te laag.
De studie wordt alvast positief onthaald door de federale regering. Het past in de efficiëntieoefening die De Block in de afgelopen regeerperiode op gang probeerde te trekken. ‘Nu besteden we meer geld dan nodig aan materniteiten, waardoor er minder geld dan nodig overblijft voor andere gezondheidszorgen’, zegt ze. ‘We associëren materniteiten met geboortes en geluk. In die context spreken over efficiëntie kan erg zakelijk klinken, maar het is absoluut noodzakelijk.’
In 2018 berekende het KCE nog dat België 600 materniteitsbedden te veel telde, op een totaal van zo’n 3.000. ‘Door het aantal materniteiten af te bouwen, kunnen we extra investeren in knelpuntdomeinen’, aldus De Block.
De zeventien materniteiten in kwestie zullen voor alle duidelijkheid niet meteen gesloten worden. Volgens De Block is het nu ‘aan alle beleidsmakers om samen met de sector aan de slag te gaan met dit rapport en de aanbevelingen om te zetten in concreet beleid. Gemakkelijk belooft dat niet te worden, maar het gaat over een ongelofelijke opportuniteit’.
Ook vanuit Vlaanderen, dat bevoegd is voor de erkenningen van de ziekenhuizen, wordt voorlopig nog afwachtend gereageerd. Hoe dan ook benadrukt ZorgnetIcuro, de grootse koepelorganisatie van Vlaamse zorginstellingen, dat de verschuiving bij de materniteiten niet los kan staan van de globale ziekenhuishervorming. Die staat weliswaar nog in haar kinderschoenen en komt straks meteen op het bord van de volgende federale regering.
BRUSSEL I Op 24 juni 2019 werd het laatste kindje geboren in het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis (ASZ) van Geraardsbergen. De sluiting van de materniteit kwam er ondanks stevig protest en een petitie. ‘Het was geen gemakkelijke beslissing, omdat er lokaal inderdaad is geprotesteerd’, zegt Dorien Buyst, communicatieverantwoordelijke van ASZ Geraardsbergen. ‘Politiek heeft dit dus zeker moed gevergd. Maar de beslissing was weloverwogen.’
Het ziekenhuis van Geraardsbergen voelde de bui al langer hangen. Het haalde gemiddeld zelfs nog niet één bevalling per dag en zat daarmee al ver onder de aangekondigde norm van 400 jaarlijkse bevallingen. ‘Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) kondigde al aan dat de norm omhoog moet en dat dit zal betekenen dat kleinere materniteiten zullen moeten verdwijnen. Bovendien was het voor ons een financieel verlieslatende dienst’, zegt Buyst.
Ondanks de sluiting van de materniteit kunnen zwangere vrouwen nog steeds voor en na de bevalling bij een gynaecoloog in Geraardsbergen terecht. ‘Maar het is logisch dat dit gevoelig lag, vooral bij het oudere deel van onze bevolking’, zegt burgemeester Guido De Padt (Open VLD). ‘De meeste mensen hier zijn in dat ziekenhuis geboren, dat is een stuk nostalgie en zelfs een stuk identiteit’, benadrukt hij. ‘Ik heb begrip voor het protest tegen de sluiting, maar we wisten dat er een federale hervorming zat aan te komen die nefast zou zijn voor Geraardsbergen. We puurden daar de energie uit om de slagkracht van het ziekenhuis op andere vlakken te verhogen.’
Basiszorg voor regio
In Geraardsbergen benadrukken ze wel dat ze zich niet willen uitspreken over andere ziekenhuizen. Dat niet iedereen ervoor staat te springen om de materniteit op te doeken, blijkt onder meer uit de reactie van AZ Delta. Zij zien hun materniteiten in Menen en Torhout geviseerd.
‘Het rapport van het KCE bevat aanbevelingen, het zijn dus nog geen beslissingen’, zegt algemeen directeur Johan Hellings. ‘Zowel in campus Torhout als in campus Menen stijgt het aantal bevallingen. In Torhout werden 467 baby’s geboren, in Menen 529. Dat is een flinke stijging ten opzichte van het voorgaande jaar en komt dicht in de buurt van het minimale scenario van 557 bevallingen dat het KCErapport vooropstelt.’
Hellings benadrukt dat de kleinere ziekenhuizen een ‘goede basiszorg voor de regio’ bieden. ‘Daar maakt een kraamafdeling ontegensprekelijk deel van uit en dat standpunt zullen we blijven verdedigen bij de overheid.’
Ook Frank Lippens, voormalig directeur van het SintVincentiusziekenhuis in Deinze en nog altijd bestuurder, benadrukt dat het wel degelijk ‘een politieke keuze’ is. ‘Als één bepaalde zorg toegankelijk zou moeten zijn, is het wel die van moederkind’, zegt Lippens. ‘Dit zal hoe dan ook een heel stevige lokale weerslag krijgen, terwijl er in de meer gespecialiseerde diensten nog evenveel efficiëntieoefeningen te maken zijn. De vraag is nu vooral of de regering de netwerken zelf zal laten beslissen om zich te organiseren of niet.’
‘Als één zorg toegankelijk moet zijn, dan wel die van moederkind’ FRANK LIPPENS
Bestuurder SintVincentiusziekenhuis Deinze