SP.A twijfelt aan nut lage-emissiezones
Hoewel ze besturen in Antwerpen en Gent, hebben de socialisten twijfels bij de lageemissiezones in de steden. De SP.A vreest de neveneffecten op de sociaal zwakkeren.
BRUSSEL I SP.Avoorzitter Conner Rousseau zat vorige week samen met de Gentse en Antwerpse afdelingen om de violen gelijk te stemmen over de lageemissiezones (LEZ). Die weren vervuilende dieselwagens uit het hart van de twee grootste steden van Vlaanderen. De SP.A zit in beide steden in het bestuur: in Gent in een paarsgroene coalitie plus CD&V, in Antwerpen in een Bourgondische coalitie met de NVA en Open VLD. De LEZ lijkt dus van links tot rechts een maatregel waar consensus over is.
Maar binnen de SP.A is niet iedereen overtuigd van het nut van de maatregel, de voorzitter incluis. Niet dat de partij tegen klimaatmaatregelen op zich is. Ze erkent ook dat uitgerekend sociaal zwakkeren vaker wonen in wijken met slechtere luchtkwaliteit. Maar het grote probleem voor de SP.A is dat de maatregel de burgers ongelijk treft. Lagere inkomensgroepen voelen vaker de impact van een verbod dan wie met een nieuwere, duurdere wagen rijdt. De partij ziet meer heil in collectieve klimaatoplossingen, zoals in haar plan voor de grootscheepse renovatie van gebouwen.
‘Asociaal’
In Herent verzette de SP.A zich enkele weken geleden vanuit de oppositie zelfs resoluut tegen een geplande LEZ. ‘Een asociale maatregel’, stelde gemeenteraadslid Griet Lissens. ‘Wie geen geld heeft om een nieuwe wagen te kopen en noodgedwongen met een oudere auto rijdt, betaalt immers de rekening. Dat is voor ons de omgekeerde wereld. Op die manier wordt de LEZ een belasting op armoede, een transfer van arm naar rijk.’
Ook in Gent staan de socialisten ondertussen op de rem. ‘Ik zal mijn nek blijven uitsteken voor het Gentse circulatieplan (dat houdt doorgaand verkeer uit de binnenstad, red.), aangezien de gevolgen daar voor iedereen gelijk zijn. Bij een lageemissiezone ligt dat anders’, zegt Joris Vandenbroucke, federaal volksvertegenwoordiger en Gents gemeenteraadslid. De SP.A slikte de maatregel naar eigen zeggen omdat verschillende flankerende maatregelen tot sociale correcties leiden, waaronder een slooppremie tot 1.500 euro voor lagere inkomenscategorieën binnen de LEZ.
De partij staat ondertussen argwanend tegenover een uitbreiding van de LEZ tot aan de Gentse ring R4 en het Havengebied, hoewel die zo voorzien is in het bestuursakkoord. ‘Het is evident dat
‘Je kunt niet verwachten dat mensen zich aanpassen als er niet voorzien wordt in alternatieven’ JORIS VANDENBROUCKE Kamerlid SP.A
de resultaten en de impact op de mobiliteit van de bestaande LEZ eerst grondig geëvalueerd worden. Daar wil ik niet op vooruitlopen’, aldus Vandenbroucke. Alvast in Antwerpen verzette de partij zich in het voorjaar van 2019 tegen een uitbreiding van de LEZ tot buiten de Singel. ‘Dat zou een heel asociale maatregel geweest zijn’, oordeelt een Antwerpse socialist.
Fors investeren
Voor de socialisten moet het LEZ een sluitstuk zijn, eens duidelijk is dat er voldoende alternatieven zijn met het openbaar vervoer. Daar wringt het schoentje in Vlaanderen, stelt Vlaams Parlementslid Bruno Tobback (SP.A) vast. Hij verwijst naar Brussel, waar een LEZ werd geïnstalleerd op het niveau van het gewest. ‘Daar klopt het plaatje, want daar zitten alle bevoegdheden samen. Je kunt er de LEZ koppelen aan investeringen in openbaar vervoer, laadpalen of fietspaden. Maar in Antwerpen en Gent wordt de LEZ ingevoerd, terwijl De Lijn en de Vlaamse regering hun job niet doen.’
Die kritiek valt ook binnen de steden zelf te horen. ‘Het is cruciaal dat de Vlaamse regering, die het LEZkader gemaakt heeft, fors investeert in openbaar vervoer. Je kunt niet verwachten dat mensen zich aanpassen als er niet voorzien wordt in alternatieven’, aldus Vandenbroucke. Zolang die er niet zijn, blijft de appetijt bij de SP.A voor de LEZ klein.