België moet tevreden zijn met peanuts
Duitsland, de economische motor van de EU, krijgt na Polen het meeste geld uit het Europees fonds dat de sociale gevolgen van de Green Deal moet opvangen.
BRUSSEL I Amper 68,4 miljoen euro of 6 euro per inwoner voor de periode 20212027. Meer valt er voor België niet te halen uit het Rechtvaardig Transitiefonds dat – in het voorstel van de Europese Commissie – 7,5 miljard euro zou bevatten boven op de voorgestelde meerjarenbegroting van 1.280 miljard. Omdat de lidstaten via het mechanisme dat de Commissie 1 euro uit het fonds zullen moeten aanvullen met 1,5 à 3 euro uit de Europese structuurfondsen die ze ontvangen, zou dit voor België oplopen tot 311 miljoen euro.
De verklaring voor het feit dat België het met ‘peanuts’ moet doen, ligt in de opzet van het project: de sociale gevolgen verzachten van de Green Deal in regio’s die nog zwaar afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen of hoge concentraties broeikasgassen de lucht in blazen. Ons land heeft geen steenkoolmijnen meer en behoort tot de rijkere landen in termen van bruto nationaal inkomen per inwoner. Als het een troost mag zijn: Luxemburg moet tevreden zijn met 4 miljoen. Een Luxemburgse journalist tweette dat zijn land misschien twee tramhaltes kan bouwen.
Tijdens de dagelijkse persconferentie bij de Commissie rees onmiddellijk de vraag hoe het kan dat het sterke Duitsland met bijna 877 miljoen euro de op één na grootste ontvanger wordt (zie infografiek). Het antwoord ligt in het feit dat deelstaten zoals NoordrijnWestfalen, Saksen en Brandenburg nog een grote productie van steen en bruinkool kennen. De Duitse regering heeft afgesproken om de exploitatie van die vervuilende brandstoffen uit te doven tegen 2038 en wil daarvoor zelf 40 miljard opzijzetten.
Minder verbazing wekt het feit dat landen uit OostEuropa met het meeste geld gaan lopen, met Polen op kop. In die landen zijn nog veel werknemers aan de slag in de steenkoolindustrie. Bovendien ligt het bruto nationaal inkomen per inwoner er nog altijd een stuk lager dan in de rest van de EU. Hun leiders staan daarom het meest weigerachtig tegenover de ambitie om van Europa in 2050 een klimaatneutraal continent te maken. Op de Europese top in december eist de Poolse premier Mateusz Morawiecki nog dat Polen daarvoor uitstel krijgt tot 2070. Het transitiefonds moet die landen overtuigen op de kar te springen.
Klimaat kent geen taalgrenzen
De Commissie zal eind februari voorstellen welke regio’s in de EU in aanmerking komen voor steun uit het fonds. Daarna moeten de lidstaten plannen opstellen met projecten die gefinancierd kunnen worden.
Volgens een bron binnen de Commissie zal België zeer selectief moeten zijn met zijn 68 miljoen. Ruimte om regionale evenwichten te laten spelen om politieke redenen, is er niet: ‘Klimaat trekt zich niets aan van taalgrenzen.’ Maar het is niet uitgesloten dat er geld gaat naar bedrijven in de Antwerpse haven die voor zware investeringen staan om hun uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.
Het voorstel moet nog goedgekeurd worden door het Europees Parlement én de lidstaten. Op de
Met de 68 miljoen zal ons land heel selectief moeten zijn. Ruimte om regionale evenwichten te laten spelen om politieke redenen, is er niet
eerste vergadering van hun ambassadeurs kwam er veel kritiek op het voorstel – behalve van Polen.
De landen uit OostEuropa hadden erop gerekend dat het fonds exclusief voor hen zou zijn. De nettobetalers zijn ongelukkig omdat de 7,5 miljard boven op de voorgestelde meerjarenbegroting komt. Vijf landen, waaronder Nederland en Duitsland, vinden nu al dat de Commissie te ver gaat met haar voorstel voor een begroting ter grootte van 1,11 procent van het bruto nationaal inkomen van de 27. Zij willen na de Brexit niet verder gaan dan 1 procent – laat staan dat ze er nog eens 7,5 miljard bovenop willen leggen.
Luxemburg moet tevreden zijn met 4 miljoen. Een journalist tweette dat zijn land misschien twee tramhaltes kan bouwen