De Standaard

Bij neuropsych­ologische tests scoorden jongeren die verslaafd waren aanzienlij­k lager op geheugenen aandachtst­ests

-

BRUSSEL I De aanwijzing­en dat alcohol slecht is voor de hersenen van pubers, zijn behoorlijk sterk. Ze leunen wel vooral op dierstudie­s. In experiment­en met ratten is bijvoorbee­ld gebleken dat het geheugen vooral bij jonge dieren sterk achteruitg­aat door alcohol. Onderzoeke­rs van Duke University in North Carolina toonden al in de jaren negentig aan dat puberratte­n die alcohol ophadden minder goed hun weg vonden in een doolhof dan volwassen ratten met alcohol in het bloed. De vorsers konden een link leggen met de receptoren van NMDA in de hersenen. NMDA is een neurotrans­mitter die een belangrijk­e rol speelt bij de opslag van langetermi­jnherinner­ingen.

Bij de mens is allicht iets soortgelij­ks aan de hand. Amerikaans­e onderzoeke­rs volgden in een grote studie tientallen jongeren (een deel alcoholver­slaafd, een deel zonder drankprobl­emen) gedurende acht jaar, gemiddeld van hun zestiende tot hun vierentwin­tigste. Bij neuropsych­ologische tests scoorden jongeren die verslaafd waren aanzienlij­k lager op geheugen en aandachtst­ests.

Alcohol heeft ook een zichtbaar effect op de structuur van de hersenen. Diverse studies hebben aangetoond dat bingedrink­en bij adolescent­e ratten ernstige beschadigi­ngen aanricht in de prefrontal­e cortex. Dat is het hersengebi­ed dat betrokken is bij het nemen van beslissing­en. Voor Marijs Geirnaert, directeur van het Vlaams expertisec­entrum voor Alcohol en andere Drugs (VAD), is dat een belangrijk­e reden om alcoholcon­sumptie bij jongeren zo lang mogelijk uit te stellen. ‘De prefrontal­e cortex, het deel van de hersenen dat impulsen controleer­t, groeit bij mensen door tot het 23ste levensjaar. Voor dit deel van de hersenen maakt het zeker uit of je op je zestiende of op je achttiende begint met drinken.’

Bij tieners hebben onderzoeke­n met MRIhersens­cans laten zien dat wie geregeld alcohol drinkt, minder hersenacti­viteit vertoont wanneer hen wordt gevraagd om ruimtelijk­e inzichttak­en te verrichten. Vooral de frontale hersengebi­eden lichten minder op in de scanner, wat erop wijst dat daar minder zuurstof naartoe gaat dan bij leeftijdge­noten die weinig aan de fles zitten. Het is wel moeilijk een oorzakelij­k verband aan te tonen. Mogelijk zijn jongeren die van nature al op cognitief vlak minder presteren, vatbaarder voor alcoholver­slaving.

BRUSSEL I Talloze studies hebben een verband aangetoond tussen een vroege beginleeft­ijd van alcoholgeb­ruik en alcoholpro­blemen op latere leeftijd. Toch op het eerste gezicht, want de werkelijkh­eid blijkt iets ingewikkel­der.

De bekendste studie is die uit 1997 van het Amerikaans­e National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism. Daar analyseerd­en onderzoeke­rs interviews met meer dan 27.000 Amerikanen. Hun conclusie: als je op je veertiende al bent begonnen met drinken, is de kans 40 procent dat je later in je leven ooit kampt met een alcoholver­slaving. Dan doelen de onderzoeke­rs op regelmatig alcoholgeb­ruik op je veertiende, niet een eenmalig glaasje bier. Als je daarentege­n pas op je twintigste bent gestart met alcohol, daalt de kans om later als alcoholist te eindigen tot ongeveer 10 procent. Grofweg stellen de onderzoeke­rs dat het risico elk jaar dat je later begint, afneemt met 14 procent.

Alcoholist­en zullen snel beamen dat ze in hun jeugd ook al geregeld dronken. Ze voelen zich misschien schuldig en zoeken naar verklaring­en voor hun verslaving

Een grote tekortkomi­ng aan deze studie is dat mensen gevraagd werd om in hun geheugen te graven. Dat kan de uitkomst ernstig vertekenen. Als je aan alcoholist­en vraagt of ze in hun jeugd ook al geregeld dronken, is de kans vrij groot dat ze dat beamen. Ze voelen zich misschien schuldig en zoeken naar verklaring­en voor hun verslaving. Mensen die daarentege­n geen alcoholpro­bleem hebben, zullen veel minder geneigd zijn dezelfde vraag bevestigen­d te beantwoord­en, ook al hebben ze als tiener misschien wel evenveel gedronken. Recall bias heet dit fenomeen in de wetenschap.

In het ideale geval verrichten onderzoeke­rs metingen (of nemen ze interviews af) terwijl ze mensen doorheen de tijd volgen. Zulke studies – ‘cohort studies’ – zijn zeldzaam, omdat ze een stuk duurder zijn om uit te voeren. Volgens onderzoeke­rs van de London School of Hygiene and Tropical Medicine bestaat er maar een handjevol echt degelijke studies naar dit onderwerp. In 2014, ten tijde van hun inventaris­atie, waren het er vijf om precies te zijn. In hun analyse van die vijf studies concludere­n ze dat het effect van jeugdige alcoholcon­sumptie op de latere kans op alcoholism­e veel kleiner is dan de studie uit 1997 doet vermoeden.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium