De Standaard

Thuiskomen

-

Ooit was ik een meisje dat er niet bij hoorde. Ik werd omschreven als raar en anders, alsof dat zeldzame ziektes waren. Waarom ik die titels volgens sommigen verdiende? Omdat ik een jongen die mij tegen mijn wil had aangeraakt een kniestoot gaf. Ik was negen. Omdat ik tegen de juffrouw zei dat ze ongelukkig was en daarom te streng voor ons. Ik was elf.

Op dat moment had ik de halve speelplaat­s en lerarenkam­er al tegen me in het harnas gejaagd. Maar ik begreep gezag niet wanneer het werd gebruikt om anderen pijn te doen. Ik weigerde akkoord te gaan met dingen zoals winnaars en verliezers in het leven, al helemaal wanneer die beslissing gebaseerd was op het merk van je schoenen.

Ik schreef gedichten over liefde en vrede, terwijl veel van mijn leeftijdsg­enoten me dwongen te kiezen tussen twee vriendengr­oepen. Ik heb nooit in die systemen gepast: pijn gedaan worden en vervolgens zelf pijn doen. De destructie­ve cirkel van vele levens. Ik was vierkant en driehoek tegelijk. Ik was raar en anders. Nu weet ik dat het niets is om me voor te schamen.

De andere helft van de school wist dat toen overigens ook al. Te midden van alle pesterijen was er ook aanvaardin­g. Mijn vrienden. Juffrouw Annie. Juffrouw Annick. Sommige namen vergeet je nooit omdat ze zoveel hebben betekend. De wereld was fiftyfifty en ik leefde op de gulden middenweg. Daar ben ik dankbaar voor. Sommige kinderen staan er helaas alleen voor. Geen warme thuis om de harde dagen toe te dekken. Geen enkele vriend die het tegendeel kan bewijzen van wat anderen zeggen. Niemand die hen kan of wil verdedigen. Mijn hart breekt voor hen. Mijn moeder maakte van mijn zachte inborst een manier van leven. Zij vormde mij tot wie ik ben. Ik kon na het pesten thuiskomen, echt thuiskomen. Maar dat is niet voor iedereen het geval.

En de pestkoppen? Sommige kinderen gooien met stenen – letterlijk, dat deden ze ooit bij mij – en begrijpen niet wat ze daarmee verkeerd doen. Je kunt alleen maar vrezen hoe het er bij hen thuis aan toe gaat, als zoiets aanvaardba­ar wordt gevonden. Daarom voel ik ook medelijden met hen. Met zij die kapotmaken.

Wat maakte hén eerst kapot? Het maakt hen niet onschuldig. Maar ik geloof niet dat mensen slecht geboren worden. Dus laten we de wereld herdefinië­ren. Laten we aan onze kinderen leren dat anderen pijn doen net raar en anders is. Niet het feit dat iemand niet is wie we denken dat hij moet zijn. Dat een gepest kind het nooit verdient. Dat veel dingen nog steeds niet kloppen. Dat er geen enkel excuus bestaat voor uitsluiten, uitlachen of boekentass­en in brand steken.

We zeggen dingen zoals ‘kinderen kunnen hard zijn’, maar het zijn de volwassene­n die hen dit leerden, veel te jong en veel te onrechtvaa­rdig. Laten we dus naar onszelf kijken. Wij zijn tenslotte de mensen aan wie kinderen zich spiegelen. In dat besef zit meer hoop dan verdriet: liefde is en blijft maakbaar, altijd en overal. Ieder kind moet kunnen thuiskomen. Echt thuiskomen. Ik geloof dat daar een betere toekomst begint.

Ik weigerde akkoord te gaan met dingen zoals winnaars en verliezers, zeker niet wanneer die beslissing gebaseerd was op een merk van schoenen

Elke week schrijft een gastauteur een tranche de vie. Deze maand: Frauke Heyde is scenariste en schrijfste­r met een hart voor integere mensen en diepe gesprekken.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium