Duivenmelken € 1.971
Het nieuws over een prijsduif die voor 1,25 miljoen euro verkocht is, doet dromen. Misschien lijkt de duivensport u ook wel wat. Zondagen doorbrengen in de achtertuin, tussen de dieren, met als enige dresscode een stofjas. Maar wat kost dat eigenlijk, duivenmelken?
Vitesse versus fond
In de jaren 1950, lang voor hipsters padel en triatlon ontdekten, waren duiven de hobby bij uitstek voor Vlaamse huisvaders en hun zonen. De Koninklijke Belgische Duivenbond (KBDB) telde ruim 200.000 leden. Vandaag zijn dat er nog 18.000. ‘Onze sport was aan het uitsterven’, zegt de nieuwbakken voorzitter van de KBDB, Pascal Bodengien. ‘Maar we zien verbetering. De ledenaantallen stabiliseren, er komen opnieuw jonge mensen bij.’ Stijn De Rouck (31) uit Oosterzele is een van hen. Hij kweekte in 2009 samen met zijn vader zijn eerste duiven. ‘Onze buren zijn enthousiaste duivenmelkers, zo kreeg ook ik de microbe te pakken.’
Voor wie het zonder duivenminnende buren of grootvader moest stellen: duiven houden is een sport. Het leukste? U hoeft zelf niet te presteren. Duivenliefhebbers trainen hun jonge duiven om zo snel mogelijk hun weg naar huis terug te vinden. Er zijn verschillende disciplines. ‘Vitesse’ zijn lokale sprintwedstrijden van minder dan 250 kilometer. De meer prestigieuze ‘halve fond’ en ‘fond’ gaan respectievelijk tot 600 en 900 kilometer, en worden nationaal georganiseerd. Voor de (internationale) zware fond ten slotte, de marathon onder de duivensport, leggen de duiven 1.000 kilometer of meer af. Aan de bekendste, in Barcelona, nemen jaarlijks ruim 25.000 duiven deel.
Vergunningen en lidmaatschap
Wie wil starten met duiven, moet eerst wat administratie doorploeteren. Om reisduiven te houden, heeft u de toestemming nodig van de burgemeester. Een overblijfsel uit de tijd dat de dieren nog onder het ministerie van Landsverdediging vielen. Geheime boodschappen, daar werd vroeger niet mee gelachen. Vandaag is het een formaliteit die u via het plaatselijke duivenlokaal gratis in orde kan brengen. Ook voor het plaatsen van een hok is, afhankelijk van uw gemeente, een fiat, melding of vergunning nodig.
Volgende stap: het officieel bepalen van de coördinaten van uw hok. Dat kan via een provinciale mandataris van de KBDB (25 euro) of een erkend landmeter (ca. 100 euro). En last but not least: een inschrijving bij de lokale club en KBDB (25 euro) en het (jaarlijks) indienen van een hoklijst met de ringnummers van uw vliegende atleten.
Hok en duiven
Voor u trainer wordt, mag u eerst cupido spelen. Op de veilingsites Pipa en Herbots vindt u beestjes met een beloftevolle stamboom, maar die komen met een prijskaartje. 200 à 500 euro, met uitschieters tot duizenden euro’s. Geen paniek, er zijn alternatieven. ‘Koop enkele duiven van duivenmelkers uit de buurt, dat is perfect om te beginnen’, zegt De Rouck. ‘Kies voor duiven met een achtergrond in de discipline waar je je wilt op toeleggen en zet niet te veel duiven uit verschillende hokken samen.’ Reken op minstens 50 à 75 euro per duif. De gemiddelde kweker heeft vandaag zo’n 100 duiven, maar klein beginnen loont. U laat 10 koppels twee keer broeden voor een kolonie van 40 jongen.
Handige harry’s – zoals De Rouck senior – bouwen zelf hun hok, al dan niet met materiaal van een oudgediende. Ook tweedehands is er heel wat te vinden: een vergrijzende sport heeft zo haar voordelen. Heeft u twee linkerhanden? Mag het wat professioneler? Speciaalzaak Demster uit Lichtervelde is een begrip binnen de duivensport. ‘We raden beginners ons kleinste hok aan, de Economic (750 euro), een kweekbak met verschillende afdelingen (85 euro), rustbankjes (36 euro) en eet en drinkbakken (18 euro).’ Verder onmisbaar: een ‘Spoetnik’ (140 euro) – een hondenluikje, maar dan voor uw duiven – en een mand om de duiven weg te brengen voor trainingen of wedstrijden
(55 euro).
Verzorging
Kregen de duiven vijftig jaar geleden nog gewoon water en mais, dan bestaat er vandaag een hele industrie van gespecialiseerde voeding en supplementen. ‘Elke duivenmelker probeert verschillende mengelingen uit’, zegt De Rouck. ‘Na verloop van tijd merk je vanzelf wat het beste werkt.’ Reken voor een kolonie van 40 à 80 duiven op 2 à 4 euro per dag. De prijsbeestjes moeten ook minstens jaarlijks op visite bij de veearts, onder meer voor een vaccinatie tegen het besmettelijke paramyxo (ca. 1 euro per duif).
Wedstrijden
Het wedstrijdseizoen loopt van maart tot oktober. Dan zijn er wekelijks wedstrijden. Reken voor een deelname met tien duiven op 12 à 22 euro inschrijvingsgeld. De deelnemende duiven worden opgevolgd via gechipte ringen (1,50 à 1,75 euro per stuk) en een elektronische klok. Zo’n klok met bijbehorende antennes kost snel 500 à 1.000 euro, maar beginners kunnen via de KDBD drie jaar gratis een klok huren. Na afloop kunnen ze de klok aankopen voor 150 euro. ‘Starters krijgen ook 20 chipringen cadeau’, zegt Bodengien.
En dat grote geld? ‘Er is geen prijzengeld, maar je kunt kleine bedragen (100 à 200 euro) winnen door in te zetten op je eigen duiven’, zegt De Rouck. ‘Duiven die prestigieuze wedstrijden winnen, zijn daarna wel veel geld waard als kweekduiven.’ Voor u gaat dromen: bedragen zoals de 1,25 miljoen euro van Armando zijn heel uitzonderlijk. ‘Geld is niet de juiste motivatie om met de sport te starten’, waarschuwt ook Bodengien. ‘Het gaat om de liefde tussen mens en dier. Wie resultaat wil halen, moet er echt mee bezig zijn.’
Besluit
Een veertigtal duifjes kweken en trainen in een nieuw hok, vraagt een investering van gemiddeld 1.971 euro. Reken daarnaast op jaarlijkse kosten van 1.167 euro, die u
– met wat toewijding – kunt terugverdienen tijdens de wedstrijden.
De redactie gaat bij deze kostenberekening uit van een aantal hypotheses. Het gepubliceerde totaalbedrag is dus een raming.