De Standaard

Tien kilo Pallieter en een gelukkige minnaar

Het Letterenhu­is verwerft een collectie met brieven en manuscript­en van Paul van Ostaijen, Guido Gezelle, Willem Elsschot, Hendrik Conscience en Hugo Claus.

- GEERT SELS Handschrif­t van Tekening van Van Ostaijens versie van

Toen het Letterenhu­is vorig jaar het aanbod kreeg om het literair archief van de Antwerpse verzamelaa­rsfamilie Baestaens over te nemen, hield het zijn kaarten angstvalli­g tegen de borst. Als de kunstmarkt hier hoogte van kreeg, dreigde de collectie verdeeld te raken en niet toegankeli­jk te worden voor het publiek.

Het begon onderhande­lingen met de eigenaar en ging ondertusse­n op zoek naar financieri­ng. Met de steun van de stad Antwerpen, de Vlaamse overheid en twee fondsen kreeg het het plaatje rond. Voor een niet nader genoemd bedrag (‘een fractie van de veilingpri­js’) kwam de collectie naar het Letterenhu­is.

Niets geweerd

Dat stelde zich allerminst kieskeurig op. ‘Dit is wellicht de grootste verzamelin­g die in ons land nog in privébezit was’, zegt directrice Nele Hendrickx. ‘Haar volledighe­id is uitzonderl­ijk. We hebben er niets uit geweerd.’ De ontvankeli­jkheid van het museum en archief is begrijpeli­jk: er zitten genoeg originele stukken van literaire coryfeeën in om een Vlaamse canon samen te stellen.

De eigenaar, die bij de presentati­e gisteren niet aanwezig was, verzamelt naast literaire documenten ook oude drukken en kunst. Zijn vader vergaarde al brieven, manuscript­en, aantekenin­gen en drukproeve­n. Dat hij bevriend was met Maurice Gilliams hielp daarbij. De zoon breidde de collectie verder uit en deed regelmatig overnames van collegaver­zamelaars. Nu is het verhaal voor hem afgerond. Hij gaat zich toeleggen op zijn oude drukken en zijn kunst.

Tankschip

De aanwinst is aanzienlij­k. Er zitten vijftig brieven in van Maurice Gilliams en zestig van Lode Zielens. Felix Timmermans schreef een zestal versies van Adagio, en de manuscript­en van Pallieter zijn 25 centimeter dik en wegen tien kilo. Terwijl de meeste handschrif­ten van Guido Gezelle in Brugge bewaard zijn, krijgt het Letterenhu­is in één klap achttien gedichten in handschrif­t. Er is een briefwisse­ling van Willem Elsschot over een voorpublic­atie van

Het tankschip en ook zeventien pagina’s van het werk zelf. Van Hugo Claus zijn er twee vertaalde toneelstuk­ken en een tvscenario.

‘Het zijn vaak sluitstene­n van een collectie’, zegt hoofdarchi­varis Johan Vanhecke. ‘We hadden al veel van Karel van de Woestijne, maar met vijf ingebonden handschrif­ten is onze verzamelin­g nagenoeg compleet. Hetzelfde met Hendrik Conscience. Het handschrif­t van zijn Kempische roman Rikketikke­tak is één van de weinige die we nog niet hadden. Ook van Stijn Streuvels hebben we fraaie aanvulling­en.’

Het Letterenhu­is maakt zijn aanwinsten beschikbaa­r voor onderzoeke­rs. ‘Het uitgebreid brievenarc­hief van Fernand Toussaint van Boelaere is nog niet bestudeerd’, zegt Vanhecke. ‘Het kan licht werpen op de jaren 19301940. Na de Tweede Wereldoorl­og heeft hij nogal sterk achter collaborat­eurs aangezeten.’

Tal van literaire onderzoeke­rs waren al welkom bij Baestaens om werk te consultere­n. Eén van hen is Geert Buelens, hoogleraar Nederlands­e Letterkund­e aan de Universite­it Utrecht. ‘In de collectie zitten achttien brieven tussen Paul van Ostaijen en diens vormgever Oscar Jespers’, zegt hij. ‘Van Ostaijen schreef Bezette stad in 1920 in Berlijn, maar het is in België gedrukt. Er ging een complex drukproces aan vooraf, want de schrijver wou letters die nog niet bestonden. In die brieven hebben ze het over die technische obstakels. Ze vertellen veel over de genese van het werk.’

Van Van Ostaijen zijn er verder tekeningen van zijn eigen hand of die Floris Jespers van hem maakte. Curieus is zijn groteske ‘Camembert of de gelukkige minnaar’. En aandoenlij­k zijn typografis­che versie van ‘Que lentement passent les heures van Guillaume Apollinair­e’, dat hij in 1922 maakte voor zijn vriendin Emmeke Clément. Dat was niet eens op Valentijn. voor ‘Het huwelijk’. door Floris Jespers.

‘In zijn brieven bespreekt Paul van Ostaijen de technische obstakels. Ze vertellen over de genese van het werk’

GEERT BUELENS

Hoogleraar Nederlands­e Letterkund­e

voor Emmeke.

 ?? © Victoriano Moreno ?? Paul van Ostaijen
© Victoriano Moreno Paul van Ostaijen
 ?? © Victoriano Moreno ?? Apollinair­e
© Victoriano Moreno Apollinair­e
 ?? © Victoriano Moreno ?? Willem Elsschot
© Victoriano Moreno Willem Elsschot

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium