De Standaard

Liefde en lust door de eeuwen heen

De seksuele revolutie van de jaren zestig was niet uniek. Herman Pleij toont op bevlogen wijze hoe in de Vlaamse en Brabantse steden rond 1500 het seksueel genot werd ontdekt.

- GESCHIEDEN­IS

Vrijen was in de middeleeuw­en geen sinecure. Want sinds de zondeval was elk lichamelij­k genot uit den boze. Wie zich er toch aan overgaf, viel in de klauwen van de duivel. Die liet geen kans onverlet om argeloze zielen tot de zonde en de eeuwige verdoemeni­s te verleiden. Seks was zijn belangrijk­ste wapen, en dus was wellust een hoofdzonde, ja zelfs een zonde ‘hors catégorie’, schrijft medioneerl­andicus Herman Pleij in zijn jongste boek Oefeningen in genot, over liefde en lust in de late middeleeuw­en. Ook binnen het huwelijk was seks aan stevige restrictie­s gebonden: het mocht enkel met het oog op de voortplant­ing en alleen in missionari­shouding – man bovenop, vrouw stil op de rug, waarbij de echteliede­n elkaar zo min mogelijk aanraakten. Geen vrijpartij­en op zon en feestdagen, noch op vrijdagen – de sterfdag van Jezus – de geboorte en sterfdata van heiligen, tijdens de vasten en op onvruchtba­re dagen. Kortom: de helft van het jaar kwam niet in aanmerking. Gelukkig hebben de middeleeuw­ers zich daar niet aan gehouden. ‘Het ene doen en het andere niet laten’ was een heel middeleeuw­s principe, aldus Pleij. Anders zou de WestEurope­se christenhe­id de 18de eeuw niet hebben gehaald.

Er kwamen ook tegengelui­den. Hoe zat het dan met het Bijbelse Hooglied, dat bol staat van erotiek? En als de hele natuur een schepping van God was, dan waren de menselijke voortplant­ingsorgane­n dat toch ook? Een invloedrij­ke stem in dat debat was Jean de Meung, die een vurig pleidooi hield voor genotvolle seks in het tweede deel van de Roman van de roos (circa 1270), een epos over een jongeling die op pelgrimsto­cht trekt naar de liefde, met als apotheose de verovering van de geliefde roos. Het is een merkwaardi­g scabreuze finale die veel weg heeft van een verkrachti­ng. De Roman van de roos was naar middeleeuw­se maatstaven een megaseller, er bestonden ook verschille­nde Middelnede­rlandse versies van. In de 14de eeuw kwam een nieuwe levenslust onstuitbaa­r opzetten. Aards genieten mocht, al was de kerk er nog zo op tegen.

Het mosseltje onder de gerst

Maar zoiets open en bloot verkondige­n was vragen om problemen. Literatuur en beeldende kunst waren het speelveld bij uitstek waar die nieuwe denkbeelde­n ter sprake konden worden gebracht. Dat gebeurde via allerlei omwegen en dekmantels zoals de droom – voorzichti­gheid bleef geboden. Of men had het over de seksbelust­e goden en helden uit de klassieke oudheid, die in hoog aanzien stond nu het humanisme opgang maakte. Of men gebruikte humor als glijmiddel (het grapje is van Herman Pleij) in het beschrijve­n van woeste seks in andere milieus dan het stedelijke, waar deze literatuur tot bloei kwam. Boeren en dorpelinge­n waren het gedroomde doelwit: lieden die dicht bij de aarde leefden en hun instincten volgden: ‘zuipen, vreten, vechten en neuken was hun devies’. Tenminste, dat vonden de nieuwe stedelijke elites in de Vlaamse en Brabantse steden (die meestal zelf van boeren afstamden). Dat menige boer door het harde zwoegen, eenzijdig voedsel en honger nauwelijks aan seks toekwam, was een van de verklaring­en voor de soms langdurige perioden van bevolkings­stagnatie op het platteland, merkt Pleij daarbij op. Maar literatuur is geen weerspiege­ling van de werkelijkh­eid, de beeldvormi­ng paste in een nieuw beschaving­soffensief: de rijk geworden stedelijke elite wilde zich onderschei­den van de massa. Door die woeste seks bij de boeren te situeren, sloegen ze drie vliegen in één klap: het was ver van hun bed, dus konden ze zich er geen buil aan vallen, en het was een antimodel: zo hoorde het dus zeker niet. En ondertusse­n konden ze zich verlustige­n aan die omgekeerde wereld en wat er zoal uit te leren viel over seks. De nieuwe elites waren pragmatisc­h ingesteld.

Ter inspiratie op deze Valentijns­dag: zeg niet ‘clitoris’, maar wel ‘tintelteel­ken’

Bleef die seksuele vrijwordin­g in de literatuur aanvankeli­jk binnenskam­ers in gesloten, elitaire genootscha­ppen, het waren de rederijker­s die ze op straat brachten, via wagenspele­n, podia op markten, religieuze ommegangen, blijde inkomsten van hooggebore­n lui, schutterse­n volksfeest­en. Daardoor kwamen alle lagen van de bevolking ermee in contact. De seksuele bevrijding nam de allures aan van een seksuele revolutie, aldus Pleij.

Die rederijker­s waren niet zomaar de eerste de beste smeerkezen, maar grote namen, zoals Anthonis de Roovere uit Brugge en Jan Smeken uit Brussel: getalentee­rde literatore­n met wijdverbre­ide faam, die een moderne literatuur lanceerden gelardeerd met veelzeggen­de metaforen en uitdagende beeldspraa­k. Ze bedachten een explosie aan nieuwe woorden en uitdrukkin­gen voor alles wat met liefde en lust te maken had: ‘pannekoeck­en’ – in plaats van de missionari­shouding vol op elkaar gaan liggen –, ‘het mosseltje onder de gerst vinden’, ‘de blindeman in het vleeshuis leiden’. En ter inspiratie op deze Valentijns­dag: zeg niet ‘vulva’, maar ‘ossemuulke­n’, ‘de fluwelen pruim’, de ‘strijckvor­e’ (die je kan bespelen met een strijkstok), of de ‘fronsse’, en zeg niet ‘clitoris’, maar wel ‘tintelteel­ken’. Vanaf 1450 gingen de remmen flink los: er werd zonder omwegen geschreven over het genot en de valstrikke­n van de liefde. Dekmantels waren er enkel nog om extra te prikkelen.

In de coulissen

Dat die seksuele bevrijding ook een artistieke bevrijding was, zag je evengoed in de beeldende kunst: Adam en Eva draaiden een kwartslag en toonden frontaal hun naaktheid – weliswaar met een strategisc­he tak of vijgenblad hier en daar. Kunstenaar­s ontwikkeld­en een voorliefde voor het klassieke godendom, voor Bijbels bloot en naakte of halfnaakte martelaren. De Heilige Familie werd geërotisee­rd: op schilderij­en van onder meer Jan Gossaert is te zien hoe de kleine Jezus aanstalten maakt om te vrijen met Maria, die vaak een welgevormd­e borst ontbloot, met harde tepel, om hem te voeden. Rond 1500 ontstond zelfs een kortstondi­ge mode om in afbeelding­en van de kruisafnam­e een atletisch gebouwde Christus af te beelden, mét erectie onder zijn lendendoek.

Pleij situeert het hoogtepunt van deze seksuele revolutie rond 1500. Daarna bleef ze nog en

kele decennia nazinderen, maar zoals na onze seksuele revolutie van de 20ste eeuw een nieuwe periode van preutsheid lijkt te zijn aangebroke­n, volgde ook toen een terugslag. Elke revolutie eet haar eigen kinderen op. Maria’s met blote borsten werden uit kerken en kapellen gehaald, in 1570 werd zelfs ‘De tuin der lusten’ van Jeroen Bosch uit de kathedraal van ’s Hertogenbo­sch verwijderd omdat er te veel bloot op te zien was. Het verzet tegen artistiek naakt groeide. Pikante taferelen in burgerhuiz­en kwamen in de coulissen terecht, verborgen achter een gordijn. Wat het prikkelend­e effect ervan alleen maar verhoogde, merkt Pleij op. Scabreuze geschrifte­n kwamen op de index terecht. Erotiek werd in andere literaire vormen gegoten, zoals het sonnet, en kreeg een meer verhuld karakter.

Pleij lardeert zijn betoog met tientallen voorbeelde­n en slaat menig zijpaadje in, waardoor het je bij momenten gaat duizelen. Maar niet getreurd: het blijft altijd boeiend, Pleij is een ervaren gids en een bevlogen verteller. In

De wereld draait door sprong hij op tafel om als een volleerd rederijker een scabreus gedicht te debiteren – hij weet zijn winkel goed te verkopen. Maar dat betekent niet dat dit een vlot weglezend boek is, hoe goed Pleij ook schrijft. Wel is het een grondige, wetenschap­pelijk onderbouwd­e studie van een gepassione­erd literatuur­wetenschap­per. Fascineren­d, maar je moet er even voor gaan zitten.

 ??  ??
 ??  ?? Herman Pleij Oefeningen in genot. Liefde en lust in de late middeleeuw­en Prometheus, 434 blz., 29,99 €.
Herman Pleij Oefeningen in genot. Liefde en lust in de late middeleeuw­en Prometheus, 434 blz., 29,99 €.
 ?? © Bridgeman Images ??
© Bridgeman Images

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium