‘Samen eindelijk die klassieker winnen…’ ‘Dat zou zot zijn’
Sep Vanmarcke babbelt al zijn hele carrière met Jens Keukeleire in het peloton: ‘Plat WestVlaams.’ Ze waren vaak kamergenoten bij de nationale ploeg. Nu zijn ze eindelijk echt ploegmaats. Bij EF Education First willen ze elkaar sterker maken in het voorjaar.
BRUSSEL I Jens Keukeleire (31) weet nog heel precies hoe het ging toen hij Sep Vanmarcke voor het eerst ontmoette: ‘Volgens mien was dat in de Ronde van Picardië, met de nationale beloftenploeg. We gingen los rien en gie vroeg aan mien: Waar kom je gie ineens ut? Omdat ik dat jaar plots zo’n stap voruut oan gezet.’
Sappig WestVlaams is doorheen het hele interview de voertaal. Keukeleire spreekt Brugs, Vanmarcke Waregems met Izegemse invloeden.
Vanmarcke: ‘Er zijn subtiele verschillen. Mien zegt Jens bijvoorbeeld. Dat is WestVlaams van ’t zeetje. Ik zal min zeggen. Mo how, Jens en ik begrijpen elkaar. We komen al heel onze carrière goed overeen.’
Keukeleire: ‘In onze jonge jaren zijn we vaak samen op stage geweest. Het is tof dat we nu eindelijk ploegmaats zijn. Toen we jong waren, leek dat zo evident dat we ooit samen zouden rijden. Maar dan passeren de jaren en kwam het er nooit van.’
Waarom is het dit jaar wel gelukt?
Vanmarcke: ‘We hebben dezelfde managers, de broers Berkhout. Misschien heeft dat er iets mee te maken. Zelf zit ik er voor niks tussen. Renners denken dat vaak. Dan komen ze vragen: Kan je geen goed woordje doen? Maar ik doe geen management. In een World Tourploeg is er geen ruimte voor vriendjespolitiek. Ik wist maar van de overstap van Jens toen zijn transfer al rond was.’
Keukeleire: ‘In augustus kwam het voorstel van EF en ik heb geen seconde getwijfeld. Doorheen het jaar had ik al gedacht: Die ploeg zou een van mijn eerste keuzes zijn.’
Vanmarcke: ‘Ik heb hem meteen een bericht gestuurd: Ik ben zo content, Jens.’
Jullie worden meteen één van de grote blokken in het voorjaar: Keukeleire, Vanmarcke, Bettiol én Langeveld, als die op tijd hersteld is van zijn sleutelbeenbreuk.
Vanmarcke: ‘Vorig jaar waren we al sterk en met Jens ligt er nog een laag bovenop. Als Jens vroeg wegspringt, zullen wij zeggen: Sorry, maar wij rijden niet meer. Jens is snel genoeg aan de streep. Zo kan je met vier een finale naar je hand zetten.’
Keukeleire: ‘Je moet niet gokken of anticiperen.’
Vanmarcke: ‘In mijn eerste jaren als coureur was dat nog veel gemakkelijker. Boonen of Cancellara trok eens door en behalve Quick Step zaten alle andere kopmannen alleen. Tegenwoordig heb je een probleem als je alleen zit. Greg Van Avermaet heeft dat vorig jaar ook ondervonden. Je móét meerdere pionnen hebben.’
Wat wordt de onderlinge hiërarchie tussen jullie vier? Staat Bettiol helemaal bovenaan als Rondewinnaar?
Keukeleire:(met uitgestreken gezicht) ‘Ik denk dat het duidelijk is dat ik ben gekomen als nieuwe kopman.’
Vanmarcke: ‘Bam! Daar heb je uw titel. Maar om op de vraag te antwoorden: Alberto heeft de Ronde gewonnen en dat gaan we respecteren. Maar dat betekent niet dat hij vol kopmanschap krijgt. Daar is hij ook niet klaar voor. Er is een groot verschil tussen mogen en moeten. De ploegleiding zal niet uitspreken wie kopman is. We staan met vier op één lijn.’
‘We gaan Bettiol respecteren voor zijn overwinning in de Ronde, maar voor het absolute kopmanschap is hij niet klaar’
SEP VANMARCKE
Keukeleire: ‘Voor mij zal het gelijkaardig zijn als bij Lotto. Tiesj Benoot en Tim Wellens waren de kopmannen, ik stond daaronder. Terecht, want zij hadden al meer getoond dan ik. Zoals Sep door zijn palmares nu ook boven mij staat. Idem voor Alberto, die de Ronde heeft gewonnen.’
Vanmarcke: ‘Nu zet je jezelf laag, vind ik.’
Keukeleire: ‘Het is toch zo? Ik moet gewoon zorgen dat ik met weinig energieverlies in de finale kom, zodat ik nog eens kan gaan op een moment dat er nog weinig anderen dat kunnen.’
Mogen we zeggen dat we dat bij LottoSoudal te weinig van jou gezien hebben?
Keukeleire: ‘Ik ben de eerste om toe te geven dat ik bij Lotto niet heb gepresteerd wat van mij verwacht werd. Mijn eerste jaar ben ik ziek geworden in het voorjaar. Daarna heb
ik nog wel de Ronde van België gewonnen, maar dat had ik al eens eerder gedaan. En vorig jaar had ik een heel constant voorjaar – één van de besten uit mijn carrière. Maar wat koop je met topvijftienplaatsen? Niks. De Tour was een succes voor de ploeg, maar individueel heb ik niet voor een uitschieter gezocht. En ik had een contract om dat wel te doen.’
Je had zelf grote verwachtingen toen je bij LottoSoudal tekende, maar globaal is het tegengevallen?
Keukeleire: ‘Ja en neen. Ik heb er geweldige vriendschappen aan overgehouden, met onder anderen Wally (Jelle Wallays, red.). Maar het was anders dan ik had verwacht. Er is ook veel gebeurd: eerst Paul De Geyter die bij ploeg kwam, later John Lelangue... Dat maakte het allemaal moeilijker dan nodig was. En ik moet zeggen: ik voelde mij zes jaar lang heel goed bij Orica. Daar vertrekken, was de moeilijkste beslissing die ik ooit heb genomen. Ik miste die cultuur
van een internationale ploeg.’
Vanmarcke: ‘Dat herken ik. Ik heb in mijn carrière alleen voor buitenlandse teams gereden. Geen bewuste keuze – het binnenland heeft mij nooit gewild. (lacht) Maar ik heb dat nooit als een gemis ervaren. Een internationaal team is toffer: je spreekt over zoveel meer dingen aan tafel.’
Keukeleire: ‘Dat internationale heb ik hier bij EF meteen teruggevonden. Heel vergelijkbaar met Orica. Het is makkelijk om met de Belgische ploegmaats over Callboys of Reizen Waes te praten, je moet nooit zoeken naar onderwerpen. Maar zoals Sep zegt: de verhalen horen van ploegmaats uit Colombia of Ecuardor is nog iets anders.’
Jullie kwamen in 2010 allebei sensationeel het profpeloton binnen. Sep eindigde tweede in GentWevelgem, Jens won meteen Le Samyn en Nokere Koerse. Tien jaar later hebben jullie niet het palmares dat toen werd voorspeld.
Vanmarcke: ‘En toch vind ik dat ik met mijn talent al veel uit mijn carrière heb gehaald. Drie keer op het podium in een monument, twintig keer top vijf in de klassiekers en tien keer op het podium. Daar mag ik trots op zijn. Ik behoor niet tot de toptalenten. Ik ben geen Sagan, Van der Poel of van Aert. Ik zit in de grote groep daar net onder.’
Je hebt je weleens druk gemaakt over een verschil in perceptie: ‘Als ik tweede word in GentWevelgem zegt iedereen ‘weer net niet’. Als Jens Keukeleire tweede wordt, is het super.’
Vanmarcke: ‘Ja, terwijl wij toch dezelfde coureurs zijn? Weet je nog dat we het daar eens over gehad hebben, Jens? In Guangxi, na onze laatste koer van het jaar/ We waren al in een goede toestand.’
Keukeleire: ‘Met die fles whisky naast ons?’
Vanmarcke: ‘Naast u.’ Keukeleire: ‘Dagen slecht van geweest.’
Vanmarcke: ‘Mijn punt was: na mijn overwinning in de Omloop en mijn tweede plaats in Roubaix was alles onder een zege niet goed genoeg meer. Niet voor de buitenwereld en een tijdlang ook niet voor mezelf. Bij Jens is het toch hetzelfde verhaal: hij heeft die stap naar overwinningen ook nog niet gezet. En toch kijkt iedereen anders naar ons.’
Keukeleire: ‘Ook omdat ik in de grote klassiekers nooit jouw uitslagen heb gereden. Lijst eens op wat Sep allemaal al heeft gepresteerd in het voorjaar. Van de huidige generatie zal alleen Sagan beter doen. Maar het probleem was dat jij na Tom Boonen kwam. MuseeuwBoonenVanmarcke: veel mensen hebben daar de lat gelegd.’
Vanmarcke: ‘Dat is zo geweest, maar daar ben ik nu wel van af. Met al die jonge talenten is de pers al veel rustiger naar mij toe. Wat niet wegneemt dat ik zelf nog altijd heel graag mijn grote klassiekers zou winnen. Als ik die kan toevoegen aan het lijstje dat ik nu al heb, dan zou dat mijn carrière ineens supergoed maken. Mocht het nu de komende twee jaar samen lukken… ’
Keukeleire: ‘Dat zou het allermooiste zijn.’
Vanmarcke: ‘Zot gewoon.’ Keukeleire: ‘Ik zou het u gunnen, Sep.’
‘Ik ben de eerste om toe te geven dat ik bij Lotto niet heb gepresteerd wat van mij verwacht werd'
JENS KEUKELEIRE