De nieuwe vijanden van het volk
Een toneelstuk van Henrik Ibsen is na 150 jaar nog steeds even actueel, stelt vast. Dat toont aan dat mensen dezelfde fouten blijven maken.
Over de hele wereld halen theaters ineens een oud toneelstuk uit de mottenballen: Een vijand van het volk, van de Noor Henrik Ibsen, een stuk dat voor het eerst in 1882 is opgevoerd. Volgens Frode Helland van het IbsenStageproject in Oslo is het stuk ‘populairder dan ooit’. Het draait om waarheid, vrijheid en tirannie. Om de eenling versus de groep, om de rol van de elite en de macht van de meerderheid. Die thema’s resoneren overal. Kennelijk zijn er verbluffend weinig wijzigingen nodig om het stuk op onze tijd toe te passen – in de Verenigde Staten, in Europa en zelfs in Egypte, Afghanistan en Zimbabwe.
Smeercampagne
De hoofdpersoon van het toneelstuk is dokter Stockmann. Hij is als arts verbonden aan een kuuroord in een klein Noors dorp. Dat kuuroord is nieuw. Het is de trots van een tot voor kort armlastig dorp, en iedereen doet zijn best om zo veel mogelijk klanten te trekken. Maar dokter Stockmann krijgt het vermoeden dat het water vergiftigd is. Hij stuurt stilletjes wat stalen naar een laboratorium. Zijn vermoeden wordt bevestigd: van dit water worden mensen ziek. Stockmann waarschuwt, als goede burger, meteen de autoriteiten. Maar de burgemeester van het dorp, zijn eigen broer, is hem niet dankbaar. Als dit bekend wordt, moet het kuuroord dicht. Dat zou het dorp ruïneren. Het water ontgiften vergt een te grote investering voor het dorp. De burgemeester wil dat Stockmann zwijgt en doet alsof er niets aan de hand is.
Maar dat is de arts niet van plan. Hij schrijft een stuk voor de krant en wil de dorpelingen tijdens een openbare bijeenkomst de waarheid vertellen. Daarop begint de burgemeester een smeercampagne tegen de dokter. Hij zet de krant en anderen onder druk om zijn broer geen podium te verlenen. Die campagne werkt. Veel inwoners geloven al snel dat dokter Stockmann een arrogante intrigant is, die op de stoel van zijn broer wil zitten en daarvoor het kuuroord in diskrediet wil brengen. De hoofdredacteur wil Stockmanns artikel niet meer publiceren: ‘Ik ben geen expert. Als iedereen het ermee oneens is, wie ben ik dan om u te geloven?’ De openbare bijeenkomst draait uit op een tribunaal, waarin niet de burgemeester, maar Stockmann de aangeklaagde partij is. Hij dacht dat hij een held was. In plaats daarvan is hij nu de meest gehate man van het dorp.
Tijdens die publieke bijeenkomst verliest de dokter zijn geduld. Hij klaagt over de kleinzieligheid van de meerderheid en de onwetendheid van ongeschoolde burgers. Hij, de man die ervoor heeft doorgeleerd, heeft toch de feiten? Dat valt volkomen verkeerd. Als één man jouwen de dorpelingen hem uit als ‘vijand van het volk’. Die nacht worden zijn ruiten ingegooid. Hij wordt ontslagen. Ook zijn dochter, een onderwijzeres, verliest haar baan. Maar hij weigert te vertrekken, omdat ‘moraliteit en gerechtigheid dan op hun kop komen te staan’. In de laatste scène verklaart dokter Stockmann dat hij de sterkste van de wereld is, omdat hij voor de waarheid vecht en alleen durft te staan.
Overspel en syfilis
Ibsen schreef dit stuk vlak na Spoken. Dat ging over overspel en syfilis, en over de dubbele moraal en hypocrisie daarover in de Noorse samenleving. Hij kreeg woedende reacties. Toeschouwers noemden hem immoreel en ontaard. Zo kwam Ibsen op het idee om een stuk te schrijven over iemand die de waarheid vertelt en daarvoor gestraft wordt.
Begin jaren vijftig ontdekte de Amerikaanse toneelschrijver Arthur Miller Een vijand van het volk en bewerkte hij het. Hij liet het grotendeels intact, maar maakte dokter Stockmann wat moderner en sympathieker – over het ongeschoolde ‘volk’ werd in 1950 anders gedacht dan in 1882. Millers bewerking, die laatst opnieuw is uitgegeven, werd een succes. Het was de tijd van senator Joe McCarthy, van de heksenjachten op alles en iedereen die verdacht werd van mogelijke sympathie met de Sovjet
Unie. Een perfect moment voor een grondige verkenning van waarheid en tirannie.
Het is niet moeilijk te begrijpen dat het stuk, zeker in een tijd waarin klimaat, volksgezondheid en corruptie weer grote thema’s zijn, opnieuw in de lift zit. Zie hoe Donald Trump afrekent met medewerkers die onder ede verklaren hoe hij de Oekraïense president chanteerde. Zie hoe Jeanine Pirro, de rabiate presentatrice van Fox News, Mitt Romney, uitmaakt voor ‘slang’, omdat hij de enige Republikeinse voorstander van de impeachment van Trump is in de Senaat. Ze bijt hem toe ‘to get the hell out of the Senate’.
Zie hoe ook in Europa de haat toeneemt tegen de elite die het allemaal beter weet. En hoe wetenschappelijke onderzoeksinstituten worden weggezet als ‘links’ en ‘elitair’. Boze boeren in Nederland trekken onderzoeken van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in twijfel, die aantonen dat de landbouw te veel stikstof uitstoot. Britse Conservatieven die waarschuwden dat premier Boris Johnsons Brexitplannen desastreus zouden zijn voor de economie, zijn uit de partij gezet. Overal in Europa wordt de onpartijdigheid van rechters in twijfel getrokken, als ze een uitspraak doen die ‘het volk’ niet bevalt. In Oostenrijk liggen openbaar aanklagers onder vuur, omdat ze het corrupte gedrag van de regerende volkspartij onderzoeken.
Snowden = Stockmann
De geschiedenis herhaalt zich nooit. Maar het gedrag van mensen wel. Dokter Stockmann is al met Edward Snowden en Mohammed Morsi vergeleken, en de burgemeester met de Afghaanse president Hamid Karzai. Elke opvoering legt andere accenten en roept andere vragen op. Is iemand die zich aan feiten en de waarheid vastklampt, een naïeve utopist? Heeft de meerderheid altijd ongelijk? Dat die vragen 150 jaar geleden actueel waren, en nu wéér, toont aan dat mensen dezelfde fouten blijven maken. Reden temeer om voorzichtig met de democratie om te gaan. En om het individu tegen de massa te blijven beschermen.
De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar het gedrag van mensen wel
CAROLINE DE GRUYTER
standplaats Oslo. In 'Boeiende tijden' reflecteert zij over de actualiteit van de voorbije week. Illustratie R.L. Oppenheimer