Dildo’s, castraten en wildplassers
Cultuurgeschiedenis Waren Romeinen borsten of billenmannen? Kenden ze penispiercings? Dildo’s? Porno? Lgbt? Waren de badhuizen gemengd? Allemaal kwesties die in Roma intima de revue passeren.
Tot niet zo lang geleden had je in musea over de Romeinse oudheid wel eens een ‘geheim kabinet’, dat alleen zijn deuren opende voor wie daar een uiterst geldig motief voor had. Roma intima van classicusmentaliteitshistoricus Bert Gevaert en uroloog Johan Mattelaer is één groot geheim Romeins kabinet op papier. Ze hebben het in zeven hoofdstukken over schoonheidsidealen (die mannen voor vrouwen afkondigden), over het gewenste formaat van de jongeheer van Romeinse mannen, priapisme, castraten en de afkeer van bijvoorbeeld besnijdenis. De toen alomtegenwoordige Romeinse fallussen zijn geen symptoom van een oversekste samenleving, maar symbolen van vruchtbaarheid en viriliteit. Gevaert en Mattelaer gaan in op de problematische notie ‘Romeinse homoseksualiteit’, de krachtige afkeuring van mannen die in sexualibus te weinig mannelijk (lees: de dominante partner) waren en het ‘derde geslacht’. En ze overlopen de normen en waarden die met het huwelijk verbonden waren. Op overspel bijvoorbeeld stonden sinds Augustus strenge straffen. Ook orale en anale seks, het gebruik van dildo’s en betaalde liefde komen aan bod. Net als de Romeinse toilet en badgewoontes en de vraag hoe onhygiënisch dat allemaal was. Eindigen doen ze met een in een boek als dit wat misplaatst prentenhoekje van schilderijen en beeldhouwwerken vanaf de renaissance tot de 19de eeuw, toen de oudheid een gedroomd alibi was om naaktheid, bacchanalen en vrouwelijke orgasmes in beeld te mogen brengen. Films en strips hebben het clichébeeld van het decadente Rome voortgezet. En een appendix heeft het onder meer over antieke lingerie, afrodisiaca en geboortebeperking bij ‘de Romeinen’.
De 0,5 procent
Het mag duidelijk zijn: de vermakelijke en vaak onwelvoeglijk boeiende weetjes tieren welig. Onwillekeurig ga je vergelijken: hoe zit het nu? En vijftig jaar geleden? Je leert hier ook meer dan een mondvol Latijnse woorden voor lichamelijke handelingen en gedragingen van divers allooi. Niet toevallig is de epigrammendichter Martialis, over wie Gevaert zijn doctoraat schreef, in
Roma intima de meest geciteerde auteur.
Het tempo ligt verschroeiend hoog in dit boek, dat tientallen fragmenten citeert en thema’s kort behandelt, dat vaak bruggetjes legt naar onze tijd en dat ook nog eens onverbloemd en rijkelijk geïllustreerd is. Verwacht dan ook geen diepgravende antropologische analyses of indringende beschouwingen. De auteurs meenden bovendien te moeten kiezen voor een volgehouden jolige tot studentikoze grapjasserij. Het zij zo. Een onoverkomelijk probleem, waarvan ze zich bewust zijn, althans volgens hun inleiding, is dat ze het voortdurend hebben over ‘de Romeinen’, terwijl hun hoofdzakelijk literaire bronnen nagenoeg uitsluitend door de grootstedelijke mannelijke elite geschreven zijn, de naar schatting 0,5 procent. Onder meer vrouwen en slaven doen er in die bronnen het zwijgen toe. Als de elitaire dichter Ovidius tientallen verzen pleegt over het vrouwelijke kapsel, wat zegt dat dan over de normen en waarden die golden voor de ‘gewone vrouw’ in pakweg Britannia, de Donauprovincies of Syrië, ook behorend tot het imperium en dus tot ‘de Romeinen’?
Maar goed, nu weten we tenminste dat ook bij ‘de Romeinen’ scheten laten taboe was. Althans volgens de uiterst zeldzame bronnen die daarvan gewag maken. En dat de Latijnse werkwoorden
pedere en crepare luide winden betreffen, terwijl vissire op de geluidloze variant slaat.