Vooroordelen leerkrachten fnuiken ambitieuze studiekeuze
Leerkrachten hebben doorgaans lagere verwachtingen van leerlingen uit zwakkere milieus. Daardoor kiezen die voor minder ambitieuze richtingen.
‘We kunnen leerkrachten aanleren hoe ze zich neutraler kunnen opstellen tegenover de sociaaleconomische situatie van een leerling’
ILSE LAURIJSSEN Onderzoeker VUB
BRUSSEL I Als een leerkracht hoge verwachtingen heeft van een leerling, dan is de kans groter dat die leerling een ambitieuze studiekeuze maakt. Omgekeerd geldt hetzelfde: als de leerkracht lage verwachtingen heeft, zal die leerling een minder ambitieuze studiekeuze maken. Dat blijkt uit Vlaams onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel. De studie toont aan dat leerkrachten lagere verwachtingen hebben van leerlingen uit sociaal zwakkere milieus, ook als die dezelfde scores behalen als leerlingen uit sociaal sterkere milieus. ‘Het effect daarvan is significant’, zegt onderzoeker Ilse Laurijssen.
Dat leerkrachten een bepaald vooroordeel hebben tegenover sociaaleconomisch zwakkere kinderen, gebeurt onbewust, denkt Laurijssen. ‘Ze maken niet alleen op basis van prestaties een inschatting, maar ook op basis van gedragingen of opvattingen. Die elementen zijn niet altijd relevant, maar spelen wel een rol in de manier waarop leerkrachten naar leerlingen kijken.’
Om sociale ongelijkheid in het onderwijs te bestrijden, is het dus handig om naar de leerkrachten te kijken. ‘Zij zijn een factor waarop we grip hebben’, zegt Laurijssen. ‘Zo kunnen we hen in de lerarenopleiding aanleren hoe ze zich neutraler kunnen opstellen tegenover de sociaaleconomische situatie van een leerling.’
De onderzoekers namen de studiekeuze van 6.585 leerlingen onder de loep (zie inzet). De voornaamste vraag was: waarom maken leerlingen een verschillende studiekeuze naargelang van hun sociale achtergrond, hoewel ze even intelligent zijn?
Opvoedingswaarden
Behalve de verwachtingen van de leerkracht spelen ook de opvattingen van de leerlingen zélf een rol, al is het effect iets minder groot. Die krijgen ze voornamelijk mee door de opvoedingswaarden van hun ouders. Als leerlingen thuis te horen krijgen dat onderwijs waardevol is als een middel tot zelfontplooiing, dan is de kans groter dat ze een ambitieuze studiekeuze (blijven) maken. Ook met de boodschap dat het soms nuttig is geduld te oefenen, om later beloond te worden, is de kans groter dat ze een ambitieuze studiekeuze (blijven) maken. ‘Dat zijn opvoedingswaarden die we klassiek met de middenklasse associëren’, zegt Laurijssen.
Minister van Onderwijs Ben Weyts (NVA) heeft de studie al ontvangen. ‘In tegenstelling tot wat men soms wil doen geloven, is de sociaaleconomische status niet allesbepalend’, zegt hij. Weyts wijst erop dat ouders een belangrijke rol spelen. ‘Ze beïnvloeden de studiekeuze van hun kinderen niet zozeer met hun maandinkomen, maar wel met hun opvoeding: met de levenslessen die zij meegeven. Ook leerkrachten spelen een prominente rol in dit hele proces. Een goede leerkracht is belangrijk voor de toekomst van elk kind: het onderwijsbeleid moet dan ook volop op hen inzetten.’