De Standaard

Schrikkele­ffect is amper te merken

Dit jaar telt een dag meer dan normaal. Maar het effect van de extra lange februarima­and op de economie is beperkt.

- VAN ONZE REDACTEUR RUBEN MOOIJMAN

1.

Welk effect heeft een schrikkeld­ag op de economie?

In principe is het effect positief. Het jaar 2020 telt een dag meer, en op die extra dag wordt er gewerkt en geconsumee­rd. In theorie is de omvang van die extra economisch­e activiteit makkelijk te berekenen. Ervan uitgaande dat een werknemer in een jaar ongeveer 220 dagen werkt, zal er 1/220ste aan de nationale economie worden toegevoegd. Dat is ongeveer 0,45 procent. Vorig jaar produceerd­en alle Belgen samen 472,7 miljard euro aan toegevoegd­e waarde. Dat zou dit jaar dus zo’n 2,1 miljard meer zijn.

2.

Is dat een realistisc­he inschattin­g? Eigenlijk niet. Je mag er niet zomaar van uitgaan dat op de extra dag evenveel economisch­e activiteit plaatsvind­t als gemiddeld op de andere dagen. ‘De impact valt in werkelijkh­eid kleiner uit’, aldus een nota van hoofdecono­om Edward Roosens van werkgevers­federatie VBO. Het is niet omdat je een dag extra hebt, dat je ook daadwerkel­ijk in verhouding evenveel extra gaat produceren. De productie van een autofabrie­k bijvoorbee­ld hangt af van de vraag naar auto’s, niet van het aantal dagen in het jaar. En adverteerd­ers gaan niet meer adverteren omdat er dit jaar een krant extra zal ver schijnen. In werkelijkh­eid zal de impact volgens het VBO maximaal 0,15 procent zijn. De Nationale Bank ging in haar publicatie­s uit van een extra economisch­e schrikkeli­mpuls van 0,1 procent. Dat zou dus 500 tot 700 miljoen euro zijn.

3.

Dit jaar valt 29 februari op een zaterdag. Dan wordt er toch niet gewerkt?

Dat klopt, maar dat neemt niet weg dat het jaar 2020 toch een extra werkdag telt. Op welke dag in de week de schrikkeld­ag valt, is daarvoor niet van belang. Dit jaar telt 262 weekdagen, tegenover 261 in 2019. Het aantal weekenddag­en is hetzelfde gebleven: 104. Maar de schrikkeld­ag is niet de enige factor die het aantal werkdagen bepaalt. Ook het aantal zaterdagen en zondagen kan van jaar tot jaar verschille­n, evenals het aantal feestdagen dat op een weekdag valt. Als daarmee rekening gehouden wordt, zijn er dit jaar zelfs drie werkbare dagen meer dan vorig jaar. Dat alles relativeer­t het schrikkele­ffect nog meer.

4.

Wat zeggen cijfers uit het verleden? Roosens heeft de cijfers van het bruto nationaal product (bbp) van de afgelopen 24 jaar vergeleken. In die periode vielen zes schrikkelj­aren. In vijf van die zes schrikkelj­aren lag het niveau van het bbp in het eerste trimester hoger dan de langetermi­jntrend, leert de analyse. Gemiddeld ging het om 0,55 procent extra economisch­e activiteit in het eerste kwartaal. Over het hele jaar uitgesmeer­d komt dat neer op 0,14 procent. Maar door de financiële crisis week het schrikkelj­aar 2008 meer af van de trend dan de andere schrikkelj­aren. Zonder dat jaar is de positieve impact slechts 0,05 procent. Het VBO houdt het erop dat het effect voor dit jaar zich ergens tussen 0,05 en 0,15 procent zal situeren.

5.

In een schrikkelj­aar produceren we meer, maar verdienen we ook meer? Dat ligt eraan. Wie volgens een bediendens­tatuut werkt, wordt per maand betaald, ongeacht hoeveel dagen die maand telt. Deze werknemers werken in feite een dag gratis. Voor arbeiders ligt het anders. Zij krijgen een uurloon en zullen dit jaar meer verdienen. Ook maaltijdch­eques worden per gewerkte dag uitgekeerd. Juridisch adviseur Leen Smeets van Acerta wijst voor de fijnproeve­rs nog op een ander effect: voor wie zijn firmawagen in het midden van de maand inlevert, zal het voordeel van alle aard pro rata berekend worden op basis van 366 dagen in plaats van 365 dagen. ‘Maar dat effect is verwaarloo­sbaar.’

6.

Is het effect voor alle economisch­e activiteit­en vergelijkb­aar?

Nee. Het verschil tussen arbeiders en bedienden vormt al een onderschei­d. Voor bedrijven die vooral arbeiders in dienst hebben, staan tegenover de extra productie extra loonkosten. Dat is niet het geval voor bedrijven met vooral bedienden. Ook aan de inkomstenk­ant zijn er verschille­n. Verzekerin­gspremies worden per jaar betaald, maar dit jaar is er wel een extra dag waarop auto’s kunnen botsen en huizen in brand vliegen. Het omgekeerde doet zich voor bij bijvoorbee­ld uitbaters van windmolenp­arken: een dag extra productie, maar nauwelijks extra kosten.

7.

Hoe wordt de schrikkeld­ag berekend in de economisch­e statistiek­en?

De statistiek­en die de Nationale Bank publiceert, zijn gezuiverd voor kalenderin­vloeden. Dat betekent dat de impact van een schrikkeld­ag wordt uitgesmeer­d over een vierjaarli­jkse periode. Anders zou er niet alleen elk schrikkelj­aar kunstmatig­e groei geregistre­erd worden, maar zouden de daaropvolg­ende jaren telkens een terugval tonen, omdat er dan een dag minder is. Ook andere kalenderef­fecten, zoals het aantal feest en weekenddag­en, worden uitgezuive­rd.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium