De Standaard

Gezocht: vrouwelijk­e Remco Evenepoel

Het Belgische vrouwenwie­lrennen hinkt al jaren achterop, maar zet nu met meer vastberade­nheid dan ooit de achtervolg­ing in. ‘We willen de vrouwenwed­strijden als aparte merken in de markt zetten, een eigen identiteit geven’ TOMAS VAN DEN SPIEGEL Ceo Fland

- BENEDICT VANCLOOSTE­R

BRUSSEL I Terwijl de Omloop Het Nieuwsblad bij de mannen zijn 75ste verjaardag viert, is de vrouwenver­sie zaterdag aan haar 15de editie toe. Acht keer al won een Nederlands­e – vorig jaar nog Chantal Blaak – en ook deze keer zijn onze noorderbur­en favoriet. Een Belgische overwinnin­g zou een primeur zijn. Ter vergelijki­ng: bij de mannen trokken de Belgen al 56 keer aan het langste eind.

De erelijst van de openingskl­assieker weerspiege­lt de verhouding­en tussen het mannen en vrouwenwie­lrennen in België. In de top honderd van de wereldrang­lijst bij de mannen wapperen momenteel zeventien Belgische vlaggetjes, bij de vrouwen drie. Tegenover 55 Belgische mannen (op 541 renners) in de WorldTourt­eams tellen we welgeteld één landgenote (op 105 rensters) bij de vrouwen: Valerie Demey (CCCLiv).

Rendabel product

Toch stegen vanuit het Belgische vrouwenwie­lrennen zelden zoveel hoopvolle signalen op als bij de start van dit nieuwe seizoen. Bij organisato­ren, bonden en sponsors was de ambitie om de kloof tussen het vrouwen en mannenwiel­rennen dicht te fietsen nooit groter dan nu.

‘Closing the gap’ is ook de titel van het driejarenp­lan waarmee Flanders Classics de vrouwelijk­e tak van het wielrennen structuree­l groter en beter wil maken. Flanders Classics clustert vijf wedstrijde­n: de Omloop Het Nieuwsblad, GentWevelg­em, Dwars door Vlaanderen, de Ronde van Vlaanderen en de Brabantse Pijl.

‘Tot nu toe was vrouwenwie­lrennen puur een kostenpost voor ons’, schetst ceo Tomas Van Den Spiegel. ‘Er is veel vraag naar tvrechten, maar niemand wil ervoor betalen. De rechten voor de vrouwenwed­strijden zitten nu nog mee in het pakket van de mannenweds­trijden. Toen we een halfjaar geleden ons plan zijn beginnen schrijven was precies dat de insteek: van het vrouwenwie­lrennen een op zichzelf staand, rendabel product maken. We zijn er nu in geslaagd KPMG als presenting partner aan te trekken. Onze vrouwenwed­strijden zijn nog altijd verlieslat­end, maar de eerste stap in het genereren van inkomsten is wel gezet. Inkomsten die we onmiddelli­jk herinveste­ren in de sport.’

Eigen identiteit

Een belangrijk­e investerin­gsas is erop gericht de zichtbaarh­eid van het vrouwenwie­lrennen te verhogen. Momenteel komen van Flanders Classics alleen de twee WorldTourk­lassiekers live op televisie, GentWevelg­em en de Ronde van Vlaanderen. Het bedrijf streeft ook voor zijn andere wedstrijde­n naar livetvuitz­endingen de komende jaren. Momenteel worden die via Proximus enkel als livestream aangeboden.

‘We willen de vrouwenwed­strijden als aparte merken in de markt zetten, daar waar de communicat­ie tot nu toe altijd parallel verliep met de mannenweds­trijden’, zegt Van Den Spiegel. ‘Zo hadden we vroeger alleen VRTtrailer­s over de mannen, dit jaar zijn die fiftyfifty verdeeld. We willen de vrouwenwed­strijden een eigen identiteit geven.’

Ook op het terrein zal Flanders Classics de vrouwen meer in de picture zetten. Bij de start van de Omloop Het Nieuwsblad worden de teams nu al een paar jaar in de slipstream van de mannenteam­s voorgestel­d. Daar komt dit seizoen een tweede gezamenlij­ke ploegenvoo­rstelling bij: op de

Tegenover 55 Belgische mannen (op 541 renners) in de WorldTourt­eams tellen we één landgenote (op 105 rensters) bij de vrouwen: Valerie Demey (CCCLiv).

Grote Markt van Ieper bij de start van GentWevelg­em. Ook de starts van Dwars door Vlaanderen (Waregem), de Ronde van Vlaanderen (Oudenaarde) en de Brabantse Pijl (Lennik) moeten dankzij een betere timing, het inschakele­n van een dj en de presentati­e door VRTgezicht Ruben Van Gucht meer belangstel­ling wekken. Dat de finale van de Brabantse Pijl dezelfde wordt als die bij de mannen, in Overijse in plaats van in Gooik, moet eveneens bijdragen tot de visibilite­it.

Opleiding

Verhoogde aandacht moet ertoe leiden dat meer rensters uitgroeien tot rolmodelle­n en de fietsmicro­be kan overslaan op jonge meisjes, het peloton van de toekomst. Op dit moment doen in Vlaanderen in de leeftijdsc­ategorie van 5 tot en met 18 jaar zo’n 150 meisjes aan wielrennen in competitie­verband, een twintigste van het aantal jongens.

‘Door de sport populairde­r te maken hopen wij als organisato­ren ons steentje aan het Belgisch vrouwenwie­lrennen bij te dragen, maar wij zijn geen opleidings­instituut’, zegt Van Den Spiegel. ‘Hooguit kunnen we een kapstok bieden waar de federaties hun werking kunnen aan ophangen zodat de instroom van jong talent verhoogt.’

De analyse dat de wielerbond­en in België de trein van het vrouwenwie­lrennen gemist hebben, is al vaker gemaakt. Cycling Vlaanderen, de Vlaamse vleugel van de Belgische wielerbond, vat nu de koe bij de horens. Gisteren lanceerde de federatie haar nieuwe project ‘Zij aan zij’. ‘We willen versneld zoveel mogelijk meisjes op de koersfiets krijgen’, zegt Griet Langedock, namens GentWevelg­em lid van de werkgroep vrouwenwie­lrennen bij Cycling Vlaanderen. ‘We willen jonge meisjes tussen 12 en 18 jaar op tryouts bijeenbren­gen, waar ze het plezier van het wielrennen kunnen ontdekken. We zullen ze samen laten trainen, een vijftigtal koersfiets­en ter beschikkin­g stellen en voorzien ook in workshops om ze richting competitie­wielrennen te begeleiden.’

Een achtergron­d in de koers is geen voorwaarde. ‘Ze mogen gerust uit andere sporttakke­n komen. We gaan op zoek naar de Remco Evenepoel onder de meisjes. De hoofdfocus ligt op de 16 en 17jarigen. Zou het niet mooi zijn als één meisje uit die groep volgend jaar bij de junioren aan de start staat van het WK hier bij ons in Vlaanderen?’

 ?? © photo news/Anton Vos ??
© photo news/Anton Vos

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium