Dit is geen nieuwe economische crisis
Tijdelijke werkloosheid was een goede maatregel bij de financiële crisis van 2008, maar zou nu weleens ongewenste effecten kunnen hebben, schrijft SEM VANDEKERCKHOVE.
Terwijl virologen zich afvragen of er een Europese manier bestaat om ons tegen epidemieën te beschermen, looft Ive Marx in zijn column de stabilisatoren van het Belgische sociale stelsel (DS 23 maart). Die hielpen ons door de economische recessie van 20082009, en behoeden ons nu voor een economische terugslag door het coronavirus. De regering heeft inderdaad snel beslist om een veralgemeende en uitgebreide economische werkloosheid in te voeren. Daarnaast werd een financiële bazooka gericht op leningen en afbetalingen, zijn er tegemoetkomingen voor zelfstandigen en kleine ondernemingen en worden zowat alle belastingen in de tijd opgeschoven.
Maar dit is geen economische crisis. De bankencrisis was endogeen: we hadden ze zelf veroorzaakt door een bankensysteem met te grote hefbomen, een eurozone op twee snelheden en toenemende nationale ongelijkheden. De private schuldenberg was de lont in het kruitvat, die deed de vastgoedzeepbel in de VS springen. Kort samengevat: de economie was oververhit en een vraagschok veroorzaakte de recessie.
In die omstandigheden was economische werkloosheid absoluut een best practice: daardoor was er geen abrupt verlies in koopkracht en ontstonden er geen littekens in de economische structuur. België was een van de eerste landen die uit het dal kropen.
Geldkraan open
Maar de gezondheidscrisis is exogeen. Een nieuw virus verstoort onze samenleving. Economisch vertaalt dat zich in zowel een vraagschok als een aanbodschok. Dat laatste komt doordat het een huzarenstuk is geworden om de (internationale) aanvoerketens te verzekeren. De Europese Commissie probeert dat te coördineren, omdat landen en regio’s elkaar uit de nood zullen moeten helpen, maar in het algemeen zal elke mobiliteit vertragen, door de controles en de gesloten grenzen.
De ECB en internationale monetaire instellingen hadden meteen de reflex to do what it takes. Dat betekent: de geldkraan opendraaien via quantitative easing (stimuleringsprogramma’s) en goedkoop geld lenen aan de banken om liquiditeitsnoden op te lossen en investeringen aan te zwengelen. De verkeerde oplossing voor de bankencrisis, maar straks zal het helpen om na de verzwakking door de gezondheidscrisis de economie opnieuw op te starten.
Voor de vraagschok was men beducht. Nochtans is in tijden van nood de vraag groter dan ooit. Economische werkloosheid is niet noodzakelijk om de koopkracht te vrijwaren: bij gewone werkloosheid ontvangen mensen ook een uitkering, die langer loopt in de tijd en bij aanvang even hoog is. Het verschil zit in de werkgarantie. Dankzij economische werkloosheid verlies je dan wel je loon, je behoudt je job. Bij de bankencrisis was dat een belangrijke boodschap. Het is goed dat de regering er nu snel naar teruggreep om fricties te vermijden, maar ze zal gas moeten terugnemen.
Eerst en vooral is er het kostenplaatje. We spreken over een kwart van de werkende bevolking in het stelsel van economische werkloosheid. Vanzelfsprekend is dat niet vol te houden en moeten er schulden gemaakt worden. Dat zijn toekomstige belastingverhogingen. De vraag is op wie de kosten verhaald zullen worden. Ons land heeft grote particuliere spaarreserves en enige zin voor solidariteit. Misschien wil de regering die twee laten rijmen. Een oplossing om alvast de kleine man te ontzien, is om huurgelden en intrestafbetalingen onmiddellijk kwijt te schelden: het is niet de bedoeling dat de overheidsinterventies huisbezitters en banken warmhouden.
Daarnaast wijzigt onze consumptie. De getroffen werknemers zijn te vinden in de lagerbetaalde diensteneconomie, waar de werkende armen van ons land zich bevinden. Zij betaalden sociale bijdragen en hebben dus recht op sociale zekerheid. Dat zal na corona nooit meer ter discussie staan. We zien ook dat de kosten van ons levensonderhoud nu dalen, omdat we minimalistischer leven (zo doen we geen uitstapjes meer). Op basis daarvan, en met correcties voor huisvesting en volgens het arbeidsregime, zou de werkloosheidsuitkering dus tijdelijk lager kunnen.
Geen ‘vliegweekends’ meer
Tot slot komt er een economische transitie. We ontdekken telewerk, koeriersdiensten, het belang van de eigen landbouwsector en een waakzame ambtenarij, maar ook valse noden, zoals eendagsoutfits of een ‘vliegweekend’. Van de onmisbare beroepen – artsen, verplegend personeel, onthaalouders, rekkenvullers, vorkheftruckchauffeurs – zijn er een aantal beduidend in achting gestegen tegenover enkele weken geleden. Detailhandel en horeca zullen slechts aarzelend opnieuw opstaan, en je zal niet alle economisch werklozen meteen kunnen inzetten.
De overheid zal andermaal fiscaal moeten tussenkomen bij het herstel, en huurprijzen zullen moeten worden herzien. De vraag is dan of economische werkloosheid wel de juiste prikkels geeft. Ministerpresident Jan Jambon (NVA) kondigde al aan dat hij meer mensen aan het werk wil. Sommigen zien de minuten wegtikken. Anderen doen overuren, komen handen tekort om te oogsten en hebben geen andere keuze dan op te dagen bij zorgbehoevenden. Zij die hun eigen gezondheid op het spel zetten, zijn de ware helden van vandaag. Zij krijgen applaus, maar verdienen eigenlijk meer. De kans is groot dat deze economische werkloosheid allesbehalve tijdelijk is, maar een voorbode van economische verandering. Laten we daar ondertussen werk van maken en investeren in een duurzame, intelligente en gezonde economie.
De kans is groot dat deze economische werkloosheid allesbehalve tijdelijk is, maar een voorbode van economische verandering