OOK NU MOETEN WE KRITISCH ZIJN VOOR DE REGERING
Mag je wel kritisch zijn voor een regering in tijden van crisis? Het lijkt ongepast, want burgers hebben andere zorgen. Die opmerking hoor je geregeld, ook bij politici. Veel mensen hebben inderdaad – en terecht – andere bekommernissen dan complexe politieke principes: hun gezondheid, familie, werk en toekomst. Maar precies omdat deze coronacrisis alle aandacht opeist, en omdat er uitzonderlijke maatregelen worden getroffen, is een kritische blik belangrijk.
Want noodzaak is een sterk retorisch wapen in de politiek: ze doet alle commentaar verstommen. Dat wist de Romeinse geschiedschrijver Livius al. Procedures van een uitzonderingstoestand moeten nauwlettend worden bekeken: de uitvoerende macht – eerste minister, regering – krijgt speciale bevoegdheden. Dat is grondwettelijk toegelaten. Maar een gevaar ontstaat wanneer de controle op die uitvoerende macht te sterk vermindert. Die controle gebeurt normaliter door het parlement, de rechterlijke macht en de media.
De voorbije weken werd het federale parlement driemaal uitgeschakeld. De regeringWilmès II heeft verre van een parlementaire meerderheid: 38 op 150 zetels. De hemeltergende saga over de mislukte regering van nationale eenheid, met een brede meerderheid in beide taalgroepen, is uitvoerig besproken: Conner Rousseau, Paul Magnette, GeorgesLouis Bouchez, Bart De Wever, Joachim Coens en Gwendolyn Rutten speelden een hoofdrol.
Daarnaast krijgt deze minderheidsregering volmachten. Nochtans kan ze heel wat doen binnen het crisisbeheer, zoals nu al het geval is. Maar door die volmachten valt de parlementaire controle weg (het parlement kan pas na één jaar stemmen over de wetten, een eeuwigheid in de politiek). Er staat niets in de volmachtenwet over een verplicht verslag aan de Kamervoorzitter en het parlement. Maar toegankelijke informatie is nodig om de regering te controleren. Premier Sophie Wilmès (MR) organiseert elke zaterdag wel een superkern: met haar ministers en de partijvoorzitters. Niet eens met de fractievoorzitters in het federale parlement, behalve wanneer een partijvoorzitter zijn fractieleider toelaat. Blijkbaar is het wantrouwen binnen de partijen zo groot, dat dit niet vaak zal gebeuren.
In de uitzonderingstoestand toont zich de soeverein, aldus rechtsfilosoof Carl Schmitt in Politieke theologie: wie de macht heeft om de rechtsstaat op te heffen, heeft de macht écht in handen. ‘In zo’n situatie is het duidelijk dat de staat blijft, terwijl de wet zich terugtrekt. Omdat een uitzondering anders is dan anarchie en chaos, zal de orde in de juridische betekenis nog steeds heersen, zelfs al is het niet van de gewone soort. De geldende wetten worden in een noodtoestand bijgevolg vervangen door concrete, in de heersende of dreigende situatie noodzakelijke maatregelen.’ Wie het nog niet wist, heeft het nu geleerd: in België is de soeverein een kransje partijvoorzitters. Zij bepalen alle akkoorden. En er is geen wettelijke procedure om hen te controleren. Ze zijn niet eens rechtstreeks door de bevolking verkozen.
Daarnaast wordt de rechterlijke controle van de Raad van State voor een aantal
Noodzaak is een sterk retorisch wapen in de politiek: ze doet alle commentaar verstommen