Niemand voelt zich veilig
Het lichte knikje in de grafieken dat hoop gaf, was misschien toch niets meer dan een rimpeling in het almaar wassende water dat ons naar de lippen stijgt. Sinds zondag meldde het officiële bulletin twee dagen op rij een daling van het aantal nieuwe besmettingen in Italië. Een afname in de toename, daar moesten we het mee doen. Het was niet veel, maar het was het enige dat een beetje leek op goed nieuws. Maar gisteren werd er opnieuw een toename in de toename van het aantal sterfgevallen gemeld.
En alle voorspelde problemen doen zich daadwerkelijk voor. Een groot deel van het medisch personeel is besmet geraakt. In de ziekenhuizen moet men met steeds minder soldaten zien stand te houden tegen de oprukkende vijand. Ook Stella’s zus, die radioloog is in het ziekenhuis van San Martino, zit met koorts thuis. Ze zou getest moeten worden, maar daar heeft het ziekenhuis de middelen niet voor.
Op de enige plekken die nog open zijn in de dode stad als fata morgana’s van het vroegere leven, winkels die levensmiddelen verkopen en apotheken, kampt men met dezelfde complicaties. Contact met het publiek blijkt een onaanvaardbaar risico. Sommige apotheken hebben moeten sluiten omdat de voltallige staf is besmet.
De supermarkten hebben alle mogelijke voorzorgsmaatregelen getroffen. Er mogen maar tien klanten tegelijk binnen zijn. Er zijn strepen getrokken op de vloer om de afstand van anderhalve meter te waarborgen. Er zijn spatschermen aangebracht bij de kassa’s. Vakken worden gevuld na sluitingstijd. Het blijkt niet afdoende. De helft van alle kassières heeft zich ziek gemeld. In Brescia is een jonge kassière na drie dagen intensive care overleden. In Genua heeft het supermarktpersoneel een staking aangekondigd. Ze voelen zich niet veilig. Ze zijn in paniek.
Niemand voelt zich veilig. We zijn allemaal in paniek.