Wat doet welke test?
Wat? Bestaat in twee types test. Type 1 meet of in een uitstrijkje van neus of keel virus-RNA zit – hij peilt naar typerende virusgenen. Type 2 meet de aanwezigheid van viruseiwitten. Beide tests bepalen of iemand geïnfecteerd is. Alleen af te nemen bij acute ziekte.
Voor en nadelen? De RNAtest is erg accuraat, maar vraagt tijd. De eiwittest is erg snel, maar weinig gevoelig: hij verklaart mensen gezond die in werkelijkheid besmet zijn.
Al in gebruik? De RNA-test: sinds dag één van de epidemie. België schaalt op tot 10.000 tests per dag. Daartoe is een consortium opgericht van klinische labs, GSK, J&J, VIB en UCB.
De eiwittest: naar verwachting vanaf volgend weekend, voor triage in de ziekenhuizen. Bij een positieve uitslag is de patiënt zeker besmet. Een negatieve test kan valsnegatief zijn en moet door een RNA-test worden bevestigd.
Antistoftest
Wat? Meet of er antistoffen tegen het virus in het bloed zitten – die worden door het immuunsysteem aangemaakt als reactie op een infectie. Antistoftests meten niet of iemand het nieuwe coronavirus onder de leden heeft, wel of die ermee geïnfecteerd is gewéést. Ze
identificeren mensen die al immuun zijn voor covid-19. Voordelen? Levert snel resultaat. Hij is ook verkrijgbaar als handige doe-het
zelftest en is makkelijk uit te voeren. Is goedkoper dan een RNA-test.
Nadelen? Niet alle tests zijn betrouwbaar.
Al in gebruik? In België nog niet. Referentielabs zoeken uit welke tests betrouwbaar zijn en leggen een lijst aan van bonafide producten. De verkoop van zelftests is in Europa verboden. (hvde, mec)