Doordat hij zijn schrijfwerk uitbesteedt aan vertolkers, kan Martin aan een hoog tempo verder schrijven

besteedt aan vertolkers, kan Martin bovendien aan een hoog tempo verder schrijven, zonder beslommeringen als concerten of promo. Dat legt hem geen windeieren: volgens Variety rijft hij jaarlijks vijftig miljoen dollar aan royalty’s binnen. Bovendien is hij minder overgeleverd aan de willekeur van fans: toen Spears out was, had Martin Katy Perry. Toen haar ster begon te tanen, haakte hij zijn karretje vast aan Taylor Swift.

Toch is ook de Midas van de popmuziek kwetsbaar. Van 2008 tot 2016 scoorde hij elk jaar minstens één hitparadetopper. Maar sinds ‘Can’t stop the feeling’ wilde de mayonaise niet meer pakken voor de Zweed. Met Perry, Swift en Ariana Grande landde hij nog drie keer op nummer 4. Grande’s ‘No tears left to cry’ en ‘Break up with your girlfriend’ bereikten 3 en 2. Maar zelfs met ‘I don’t care’, een samenwerking met Ed Sheeran én Justin Bieber, kon Martin geen nummer 1 meer scoren. Dat is zoals Messi, Ronaldo én Neymar opstellen, en toch verliezen. Dat Swift, die sommige van haar grootste successen behaalde met Martin, hem niet uitnodigde voor haar jongste plaat Lover, leek dan ook geen toeval.

Geen hiphop

Net als tijdens zijn vorige hitloze periode begin jaren 2000 is deze periode gekenmerkt door een hausse van hiphop: Martins voorkeur voor eenvoudige melodieën en exuberante, herhalende refreinen gedijt beter wanneer dance en pop in zijn. Dezer dagen lijkt het rijk eerder aan songwriter Louis

Bell: de man achter ‘Havana’ van Camila Cabello, ‘Rockstar’ van Post Malone en ‘Sucker’ van Jonas Brothers. Hij zit al aan zeven nummer 1hits sinds 2016, en kan beter overweg met hiphoparchetypes. Niet dat Martin bij de pakken blijft zitten: volgens Instagram zit hij dezer dagen weer in de studio met Justin Timberlake.

In België is ‘Blinding lights’ pas Martins zevende nummer 1, waarmee hij zich op gelijke hoogte hijst met Regi Penxten. Belgisch recordhouder is Jean Kluger, die twaalf hits schreef voor onder anderen Will Tura. De absolute koplopers zijn Bjorn Andersson en Benny Ulvaeus van Abba, met vijftien hits.