Alleen Italië en Spanje tellen meer coronadoden per miljoen inwoners dan België
Is dat zorgwekkend?
Covid19 maakte tot gisteren 828 dodelijke slachtoffers in België. Er zijn slechts acht landen waar er al meer doden geteld zijn. Italië is met 13.155 doden het zwaarst getroffen land.
Als we het aantal covid19doden per inwoner bekijken, zijn in ons land al 71 doden per miljoen inwoners gevallen. Van alle landen ter wereld ligt dat cijfer alleen in Italië (218) en Spanje (194) hoger.
Is dat laatste cijfer, het aantal doden per inwoner, niet de eerlijkste vergelijking?
Zelfde begintempo
Het antwoord op die vraag hangt af van de fase van de epidemie waarin we ons bevinden. De covid19epidemie ontstaat in alle landen op dezelfde manier: reizigers raken besmet in een ander land en besmetten bij terugkeer medeburgers die op hun beurt anderen besmetten. Of een land nu veel of weinig inwoners heeft: als een epidemie met een gelijk aantal gevallen start, is het aantal dodelijke slachtoffers per dag in het begin van de uitbraak hetzelfde.
Omdat het contraintuïtief is, halen we er even een wiskundig model bij. Met een SIRmodel kan de evolutie van een covid19uitbraak dag per dag voorspeld worden (DS 28 maart).
We veronderstellen dat de uitbraak in elk land begint met eenzelfde aantal besmette gevallen. Wanneer zal een land met 10 miljoen inwoners meer dan 800 dodelijke slachtoffers betreuren? En een land met meer dan 60 miljoen (Italië) of meer dan 300 miljoen (VS) inwoners? Op exact dezelfde dag, blijkt uit de simulatie.
De eerste 10.000 doden? In de landen met 60 en 300 miljoen doden vallen die één (1!) dag vroeger. Op datzelfde tijdstip ligt het aantal doden dus geen zes of dertig keer hoger. Het houdt bijgevolg steek om, in de beginfase van een epidemie, de absolute getallen te vergelijken en (nog) niet te delen door het aantal inwoners van een land. Elke dode die door covid19 in ons land valt, moet ons zorgen baren. Dat het cijfer nu per capita hoger ligt, niet.
Wat landen onderscheidt, is de timing: het ene land krijgt vroeger af te rekenen met een covid19uitbraak. Italië betreurde twintig dagen voor België zijn eerste tien doden. Het aantal doden dat dagelijks in ons land gemeld wordt, volgt vrij goed de Italiaanse curve van 20 dagen eerder, al gaat het iets trager (zie grafiek).
Dat geldt ook voor het aantal patiënten op intensieve zorg. De stijging in ons land volgt de Italiaanse evolutie met 18 dagen vertraging, gelukkig stijgt het ook hier minder snel.
Groepsimmuniteit
Het is geen wetmatigheid dat landen de landen die hen voorgegaan zijn in eenzelfde tempo moeten volgen. Ze kunnen onderling verschillen in bevolkingsdichtheid of in het aantal besmette inkomende reizigers die de uitbraak kunnen versnellen.
België greep bovendien vroegtijdig in, wat het aantal nieuwe besmettingen, ziekenhuisopnames en overlijdens sneller afremt.
Hoe langer de epidemie duurt, hoe meer de omvang van de bevolking een rol speelt. En hoe minder het relevant blijft om de absolute cijfers te vergelijken.
Een klein land komt sneller in de problemen, omdat er nu eenmaal minder ziekenhuisbedden zijn. In een groter land kan een epidemie bovendien langer doorrazen. In een klein land wordt het aantal nieuwe besmettingen sneller afgeremd. Een groter percentage is al besmet (en later immuun), en de ziekte krijgt het moeilijker om nog slachtoffers te maken. Dat fenomeen heet groepsimmuniteit: als voldoende mensen immuun zijn, neemt de epidemie in tempo af, om vervolgens helemaal weg te deemsteren – nog voor de hele bevolking besmet is.
Daar zijn we nog lang niet, precies omdat de uitbraak door drastische maatregelen vertraagd wordt. Hoe later in de uitbraak, hoe relevanter het wordt om de dodentol
Zijn alle doden geteld?
Een bijkomend probleem is de vraag of alle covid19doden wel in de statistieken belanden, en of ze in elk land op dezelfde manier geteld worden. De Belgische doden omvatten niet alleen wie met covid19 in het ziekenhuis overlijdt. Ook de overlijdens thuis en in het rusthuis tellen mee, als de arts covid19 opgeeft als doodsoorzaak. Dat kan ook als er geen officiële test plaatsvond. Het is lang niet zeker dat elk land even rigoureus telt.
Omdat ook het aantal bevestigde gevallen per land sterk afhangt van het aantal tests dat uitgevoerd wordt, is het ook lastiger om de zogenaamde case fatality rate (cfr), die het aantal doden per besmetting weergeeft, per land te vergelijken. Dat kan veranderen als er op immuniteit getest kan worden.
Uiteindelijk kunnen de globale overlijdensstatistieken inzicht geven in de tol van covid19. Dit jaar zou volgens projecties van de VN in ons land 0,98 procent van de bevolking overlijden. Dat zijn 112.000 Belgen. Als er dit jaar veel meer Belgen overlijden, houden die mogelijk verband met covid19. Op diezelfde manier wordt de jaarlijkse oversterfte door griep berekend (DS 1 april). Zo worden ook de onrechtstreekse overlijdens meegeteld, bijvoorbeeld wanneer iemand aan een hartaanval sterft omdat het ziekenhuissysteem overbelast raakte.
Die berekening houdt ook rekening met de bevolkingsstructuur: doordat Italië een oudere bevolking kent, voorspellen de VN sowieso al een hoger sterftepercentage dan in België.
Eenmaal de epidemie voorbij is, wordt het ook mogelijk om na te gaan in welke mate landen doden konden vermijden. De universiteit Imperial College London berekende voor elk land wat het aantal doden zou zijn als er niet ingegrepen werd (zie infografiek). Daarbij werd onder meer rekening gehouden met de bevolkingsstructuur en de gezondheidszorg. Hadden we niet ingegrepen, dan zou ons land – in het gunstigste scenario – 91.000 doden betreuren.
Maar hoeveel het er ook minder zijn: voor wie door covid19 een dierbare verliest, zijn die statistieken niet meer dan een schrale troost.
In een groter land kan een epidemie langer doorrazen. In een klein land wordt het aantal nieuwe besmettingen sneller afgeremd