Federale musea mogen hun reserves aanspreken
De federale musea krijgen de toestemming om met hun spaargeld de coronaputten te vullen.
De reserves van de federale musea zijn niet langer ‘bevroren’. Dat heeft minister van Begroting David Clarinval (MR), bevoegd voor de kwestie, beslist. De regeling heeft betrekking op de federale wetenschappelijke instellingen (FWI’s). Dat zijn tien musea, archieven en wetenschappelijke diensten die door de federale overheid aangestuurd worden. Onder hen het AfricaMuseum en het Museum voor Schone Kunsten Brussel, maar ook het Rijksarchief, het KMI en de Koninklijke Sterrenwacht.
In 2015 kregen de FWI’s te horen dat hun reserves bevroren werden. Dat was het gevolg van een Europese regel in verband met budgettaire orthodoxie. Het geld zou geblokkeerd blijven tot er een oplossing voor werd gevonden. Maar die kwam er nooit.
De instellingen in kwestie leggen reserves aan om aankopen te doen. Ze sparen het geld bijeen dat ze binnenhalen met eigen commerciële activiteiten of met inkomsten uit sponsoring of mecenaat. Het Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium (KIK) doet laboonderzoek op schilderijen en koopt daar geavanceerde apparatuur voor aan. De buren van het Museum voor Kunst en Geschiedenis spaarden om enkele zalen opnieuw in te richten.
Spaarboekje
De beslissing om de reserves te blokkeren maakte het werk lastig. ‘Je kunt het vergelijken met een verbouwing die je in je huis wil doen’, zegt Guido Gryseels, directeur van het AfricaMuseum. ‘En dat je daarvoor niet aan je spaarboekje mag komen, maar dat je het met je loon van dat jaar moet stellen.’
Na vijf jaar wordt de budgettaire houdgreep nu losgelaten. Clarinval heeft beslist dat de FWI’s opnieuw gebruik mogen maken van hun reserves. Maar niet zomaar. ‘Ze mogen gebruikmaken van hun historische reserves om het financiële verlies te compenseren door de sluiting’, zegt de woordvoerder van de minister. Dat wil zeggen: van de reserves die tot eind 2018 zijn opgebouwd. De reserves van 2019 mogen ze zelf investeren.
De beslissing van Clarinval komt erop neer dat de FWI’s hun met moeite opgebouwde tegoeden mogen spenderen aan de putten die de coronacrisis veroorzaakt.
De instellingen met een publieksfunctie, zoals de musea, lopen ticketinkomsten mis. Ze kunnen evenmin geld innen voor de concessies op restaurants of feesten vergaderzalen. Voor de instellingen die meer achter de scher
Het Muziekinstrumentenmuseum, een deel van het Museum voor Kunst en Geschiedenis. men werken, lopen de lonen van de losse contractuelen onverminderd door.
‘Als een dotatie van de federale overheid niet op is op het eind van het jaar, dan is het billijk dat je een overschot terugstort’, zegt Hilde De Clercq, interimdirectri
ce van het KIK. ‘Maar dat je uit je eigen inkomsten uit commerciële activiteiten moet putten, dat lijkt me niet logisch.’
Clarinval gaat uit van de voorzichtige schatting dat de FWI’s op een verlies van vier miljoen euro afstevenen.
Spaarpot weg
De vraag is of de FWI’s daarmee hun spaarpot in rook zien opgaan. ‘Wij hebben 577.510 euro’, zegt PaulJan Cuenen, hoofd boekhouding van het Museum voor Kunst en Geschiedenis. ‘Per week sluiting rekenen we op een verlies van 57.300 euro. Dat maakt dat we tien weken kunnen compenseren.’
Het KIK heeft ‘een paar honderdduizend euro’ in reserve. Het raamt de verliezen door corona op 245.000 euro.
Het extreemst is de situatie bij het AfricaMuseum. ‘Onze historische reserves bedragen 247.000 euro’, zegt Gryseels, ‘maar ik verwacht dat we door de sluiting tegen een verlies van 1,5 miljoen aanlopen. Doordat er in 2019 bij de heropening 100.000 bezoekers meer kwamen dan verwacht en we nog geld binnenkregen voor nietgerealiseerde renovaties, hebben we voor dat jaar een reserve van 2,5 miljoen euro. Maar dat mag dus van de minister gebruikt worden voor investeringen.
‘Dat je uit je eigen inkomsten moet putten, lijkt me niet logisch
HILDE DE CLERCQ Interimdirectrice KIK