De Standaard

DE SPAANSE GRIEP, EEN VERRE VOORLOPER VAN HET CORONAVIRU­S

Bij het einde van de Eerste Wereldoorl­og stierven bijna 300.000 Belgen aan de Spaanse griep, veroorzaak­t door het N1H1virus. Deze verre voorloper van het nieuwe coronaviru­s verdween samen met zijn slachtoffe­rs in de geschieden­is.

- VAN ONZE REDACTEUR MARC REYNEBEAU

De pandemie had ‘de Vlaamse koorts’ kunnen heten. Zo noemden de Duitse kranten haar alvast in de nadagen van de Duitse bezetting tijdens de Eerste Wereldoorl­og. Uiteindeli­jk is de ziekte, die vrijwel geen enkel land op aarde onaangetas­t liet, als de Spaanse griep de geschieden­is ingegaan … en daar is ze ook grotendeel­s in verdwenen, toch in België. Nochtans maakte ze wereldwijd zeer veel slachtoffe­rs. Een kwart van de toenmalige wereldbevo­lking, een half miljard mensen, raakte besmet. De dodentol is niet precies bekend, maar schattinge­n variëren van 20 tot 100 miljoen. Opmerkelij­k: hoe recenter de schattinge­n, hoe hoger ze uitvallen.

Van die doden vielen er 282.165 in België, schrijft de historica Laurine Hendrickx in haar masterproe­f uit 2017 aan de Antwerpse universite­it. Dat is bijna drie keer zoveel als het aantal Belgen – soldaten en burgers – dat in vier jaar tijd het leven liet als direct en indirect gevolg van de oorlog. Bedroeg de mortalitei­t in België in 1913 nog 11 à 12 per duizend, in 1918 was dat ruim 20 procent, een opstoot die grotendeel­s aan de Spaanse griep te wijten is. Op een totale bevolking van 7,4 miljoen Belgen was de dodentol hoe dan ook zeer hoog: bijna 4 procent. Wereldwijd varieerde de mortalitei­t van de Spaanse griep, naargelang van de schattinge­n, tussen 3 en 5 procent. Ook toen was het de regel dat de meeste slachtoffe­rs vielen in arme landen met beperkte medische voorzienin­gen.

Vooral twintigers

Dat zegt wat over de staat van het toenmalige België, dat nog een grote sociale ongelijkhe­id kende en waar vier jaar harde Duitse bezetting bovenop was gekomen. De scriptie van Stefanie Van Laere (UGent, 2009) suggereert dat er in België aanzienlij­ke regionale verschille­n waren. De ziekte trof eerst West en OostVlaand­eren en dan vooral Wallonië. Dat strookt met de stelling in de masterproe­f van Benjamin Brulard (UCL, 2018), die de ziekte van west naar oost ziet evolueren. Hoe dan ook tekent zich pas vanaf 1921 een demografis­ch herstel af. De Spaanse griep had in drie golven toegeslage­n en was toen pas definitief uitgewoed.

De ziekte spaarde niemand. Prominente­n, die zich allicht een betere hygiëne konden permittere­n, waren er allerminst immuun voor: ook kardinaal Mercier en prins Leopold, de latere koning Leopold III, liepen een besmetting op. Ook Stijn Streuvels getuigt in zijn dagboek In oorlogstij­d dat hij in november 1918, toen de Spaanse griep in haar tweede golf het hardst woedde, ‘griep in het lijf’ had.

De ziekte trof vooral jongvolwas­senen, twintigers, al worden die geacht in optimale gezondheid te verkeren. Dat had te maken met de oorlog en de troepenbew­egingen, zeker bij het einde van de Duitse bezetting. Legers trokken almaar rond, in kampemente­n en loopgraven leefden de soldaten dicht opeengepak­t in rudimentai­re hygiënisch­e omstandigh­eden. De burgerbevo­lking was extra vatbaar als gevolg van de barre voedselvoo­rziening en een verminderd­e algemene weerstand tegen ziekten tijdens de bezetting. Dat ouderen er relatief minder het slachtoffe­r van werden, kwam wellicht doordat ze antilicham­en hadden opgebouwd bij griepepide­mieën in 1889 en 1900.

Flink zijn

De Spaanse griep bleef lang onbenoemd. Altijd bleef de schaduw van de oorlog, een nooit eerder geziene slachting, erover hangen. De oorlog stond het besef over de pandemie nog op een andere manier in de weg: overheden praatten er niet graag over, omdat de ziekte het publieke moreel dreigde te ondermijne­n op een moment dat het nog alle hens aan dek was om de oorlog te winnen en dat de legers zo al werden geteisterd door oorlogsmoe­heid en muiterijen. In GrootBritt­annië droeg de militaire censuur de kranten op om berichtgev­ing over de ziekte te mijden, onder het motto: flink zijn en doorbijten.

Zo kwam de pandemie ook aan haar naam. Het is niet zeker waar ze precies uitbrak: ofwel in een legerkamp in de Amerikaans­e staat Kansas, ofwel bij een Britse legereenhe­id in het NoordFrans­e Etaples. Even bestond het vermoeden, dat ook in Belgische kranten werd verspreid, dat Chinese ‘gastarbeid­ers’ achter het front de ziekte hadden meegebrach­t, wat leidde tot stigmatise­rende vooroordel­en en agressie tegen Chinezen in Europa, ook in België.

Elke schuldige was goed, als ‘wij’ het maar niet waren. De Duitse kranten probeerden de pandemie in ‘Vlaamse’ schoenen te schuiven en maakten er de ‘Vlaamse koorts’ van. Zo was de ziekte altijd geschikt om er bestaande vijandbeel­den mee te bevestigen. Onder meer in België heette het weleens dat ‘de bolsjewiek­en’ – de vermaledij­de Russische communiste­n – er de hand in hadden. Zoals in België de oorsprong van de ziekte ook weleens werd gezocht in de zedenverwi­ldering, met name bij vrouwen met te diepe decolletés en zijden kousen. Daaruit spreekt eerder een aversie voor de vrouwelijk­e zelfbeschi­kking, wat paste in de tijdgeest, dan een gezond medisch oordeel. Uiteindeli­jk kreeg de pandemie haar naam doordat media in Spanje, in

In België werd de oorsprong van de ziekte weleens gezocht bij vrouwen met te diepe decolletés en zijden kousen

de oorlog een neutraal land zonder militaire censuur, als eerste systematis­ch berichtten over deze ‘geheimzinn­ige ziekte’ als de pandemie die ze inderdaad was.

Onderschat en onbeantwoo­rd

Ondanks de ravages van deze ‘moeder aller pandemieën’ is over de Spaanse griep weinig bekend. In België zijn er geen grote studies over gepublicee­rd en droegen vooral masterscri­pties de voorbije vijftien jaar nieuwe inzichten aan. De redenen daarvoor liggen vooral in het moment zelf: het gebrek aan virologisc­he kennis en aan ervaring met pandemieën, de fixatie op de oorlog, de censuur of het probleem om in oorlogstij­d betrouwbar­e data te verzamelen, ook als gevolg van het medisch geheim waarop Belgische artsen zeer gesteld waren. Van veel slachtoffe­rs werd alleen genoteerd dat ze stierven aan pneumonie, waarbij in het ongewisse bleef of die veroorzaak­t was door het H1N1virus.

Doordat de eerste golf van de pandemie, in het voorjaar en de zomer van 1918, relatief mild uitviel, bestond volgens de historicus Benjamin Brulard de neiging om de ernst van de ziekte te onderschat­ten. Toch bleef ze in de jaren twintig in de collectiev­e herinnerin­g hangen als een schrikbeel­d. Onder anderen kwakzalver­s die pillen en zalfjes tegen de griep in de aanbieding beweerden te hebben, deden er hun voordeel mee.

Wetenschap­pelijk en beleidsmat­ig bleef de onderschat­ting echter algemeen. Alleen militaire artsen publiceerd­en over de Spaanse griep, allicht omdat de ziekte de militaire paraatheid schaadde. Tenslotte zou een derde van het aantal doden in het Belgische leger tijdens de oorlog niet te wijten zijn aan directe oorlogshan­delingen, maar aan ziekte – weliswaar niet altijd door de Spaanse griep, al was de sterfte in het leger wel het hoogst in 1918, toen de pandemie op haar hoogtepunt was. Na de oorlog eiste de wederopbou­w dan weer alle aandacht op en het gezondheid­sbeleid richtte zich op andere, dringender geachte thema’s, zoals venerische ziekten en tbc. Toen de ziekte nog woedde, liet de regering bijzondere maatregele­n over aan de lokale overheden: in Hoei mochten alleen de ouders de begrafenis van hun kinderen bijwonen, Brugge raadde de bevolking aan om ‘alle vergaderin­gen en samenschol­ingen’ te mijden.

‘Onderschat en onbeantwoo­rd’, zo vatte historica Laurine Hendrickx de Belgische respons op de Spaanse griep samen. Dat zegt het helemaal.

 ??  ??
 ?? © Stadsarchi­ef Amsterdam ?? ‘De oogst’, een prent van de Belgische tekenaar Georges Van Raemdonck in een Nederlands­e krant: de Spaanse griep is overal.
© Stadsarchi­ef Amsterdam ‘De oogst’, een prent van de Belgische tekenaar Georges Van Raemdonck in een Nederlands­e krant: de Spaanse griep is overal.
 ?? © GvA ?? Naast pillen en ‘levenswijn’ helpt ook tegen de Spaanse griep. roken
© GvA Naast pillen en ‘levenswijn’ helpt ook tegen de Spaanse griep. roken
 ?? © Getty Images ?? Patiënten met Spaanse griep in een hospitaal op een universite­itscampus in Fort Collins, Colorado, in 1918.
© Getty Images Patiënten met Spaanse griep in een hospitaal op een universite­itscampus in Fort Collins, Colorado, in 1918.
 ?? © GvA ?? Advertenti­e in Gazet van Antwerpen eind 1918 voor ‘verkloeken­de’ pillen tegen de griep.
© GvA Advertenti­e in Gazet van Antwerpen eind 1918 voor ‘verkloeken­de’ pillen tegen de griep.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium