Het ‘terug naar school-moment’ van de economie
Vanaf maandag kan de bedrijfswereld in principe weer op volle kracht draaien. Maar dat zal niet gebeuren. Economisch herstel is nog veraf. De consument is de grootste onzekere factor.
BRUSSEL I ‘In de bedrijven die stillagen, wordt het maandag zowel voor de werkgevers als voor de werknemers een soort ‘terug naar schoolmoment’: de nieuwe manier van werken wordt uitgelegd, de regels in verband met hygiëne, de stromen op de werkvloer, de aanpassingen inzake inen uitgangen ...’, zegt Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO). ‘Het belangrijkste wordt om de werknemers op die eerste dag maximaal gerust te stellen.’
De sociale partners hebben een gids opgesteld die bedrijven vertelt hoe ze veilig kunnen heropstarten. Per sector werden ook protocolakkoorden afgesloten. Nogal wat bedrijven waren sinds half maart dicht, omdat telewerk voor hen geen optie was of omdat het onmogelijk bleek anderhalve meter afstand te creëren tussen de werkposten. Er is de afgelopen weken zwaar ingezet op een veilige heropstart. ‘Sinds de Nationale Veiligheidsraad op 13 april heeft aangegeven dat de bedrijven op 4 mei kunnen heropstarten, heeft iedereen zich maximaal voorbereid om dat op een veilige manier te kunnen doen’, zegt Timmermans.
Plexiglas tussen zitjes
Dat liep niet overal even vlot. In de metaal en technologiesector liepen de gesprekken over een aanvulling op de algemene gids spaak. In de bouwsector werd het protocolakkoord alleen door het ABVV ondertekend. Daar is het pijnpunt het transport van de arbeiders naar de werven. Moet er plexiglas geplaatst worden tussen de zitjes of volstaat een mondmasker?
Ook de beschikbaarheid van werknemers is een pijnpunt. Hoeveel mensen vallen uit doordat ze geen kinderopvang vinden, of omdat ze tot een risicogroep behoren? Een derde onzekerheid: in welke mate zullen bedrijven die heropstarten en daarvoor grondstoffen en componenten van toeleveranciers nodig hebben, die ook kunnen krijgen? ‘Sommige toeleveranciers starten ook pas vanaf maandag op’, zegt Timmermans. ‘We verwachten dat de heropstart een gradueel proces wordt. Hoe vlot dat zal verlopen, is koffiedik kijken.’
De allerbelangrijkste vraag blijft hoe snel de vraag naar goederen en diensten herneemt. ‘De bedrijven zeggen dat ze klaar zijn voor de heropstart, maar volgt de vraag wel?’, zegt Geert Langenus. Volgens de econoom van de Nationale Bank blijkt uit de wekelijkse enquête van de Economic Risk Management Group (ERMG) dat de bedrijven gemiddeld nog altijd een daling van de vraag met 31 procent signaleren.
Faillissementen
Hoeveel mensen er maandag effectief opnieuw aan de slag gaan, is onduidelijk. Eerder werd gesproken van minstens 90.000 werknemers (DS 28 april). Edward Roosens, de hoofdeconoom van het VBO, schat dat het om 150.000 tot 300.000 mensen gaat. Hij gaat er daarbij van uit dat 8 tot 10 procent van de economie maandag opnieuw actief wordt.
Ondanks de heropstart van de businesstobusinessbedrijven zou toch nog 25 tot 30 procent van de privéeconomie inactief blijven. Daarbij gaat het om bedrijven die onder hun capaciteit werken en om bedrijven die verplicht dichtblijven (zoals de horeca).
Roosens verwacht dat tegen eind mei het cijfer van inactiviteit zal halveren door een dubbel effect: de opening van de nonfoodwinkels (11 mei) én het graduele herstel van de vraag. Maar ook dan zou nog tot 15 procent van de economie inactief zijn. Op het dieptepunt was dat 40 procent.
De enquête van de ERMG signaleert ook het gevaar van faillissementen. ‘9 procent van de bedrijven vreest daarvoor, maar in sommige bedrijfstakken loopt dat op tot 30 procent’, zegt Langenus. ‘Als dat gebeurt, is er permanente schade en zal het economische herstel trager verlopen.’
Hoeveel werknemers vallen uit doordat ze geen kinderopvang vinden, of omdat ze tot een risicogroep behoren? En raken bedrijven aan de nodige grondstoffen?
‘De bedrijven zeggen dat ze er klaar voor zijn, maar volgt de vraag naar goederen en diensten wel?’ GEERT LANGENUS Econoom Nationale Bank