Afstand houden is geen must
In Nederland gaan de basisscholen en de kinderdagverblijven maandag weer open. Kinderen zullen de helft van de tijd naar school gaan, zodat er met kleine groepen gewerkt kan worden. Het kabinet van premier Mark Rutte nam die beslissing nadat experts tot de conclusie waren gekomen dat de gedeeltelijke heropstart van het onderwijs ‘waarschijnlijk’ niet tot een aanzienlijke extra ziektelast en belasting van de zorg zou leiden.
In de scholen krijgen de kinderen een grote bewegingsvrijheid: ze hoeven geen anderhalve meter afstand te houden en mogen ook sporten. Wel worden er speciale voorzorgen genomen voor het onderwijzend personeel. Bij klachten kunnen ze zich laten testen en verder mogen leraars met een verhoogd risico op besmetting thuis blijven werken.
Hoewel de beslissing al genomen is, blijft de discussie over de veiligheid van schoolgaande kinderen volop woeden. Volgens sommige peilingen zou de helft van de directeurs en de helft van de ouders zich zorgen maken.
Ook mag weer voluit, op de scholen.
Maar ook onder de medische experts is de discussie nog niet beslecht. Zo twijfelt de Groningse microbioloog Alexander Friedrich aan de betrouwbaarheid van recente studies die stellen dat het besmettingsrisico bij kinderen zeer laag is en dat jonge kinderen het virus zelden verspreiden.
De polemiek wordt ook nog gevoed door een veelbesproken
studie van de Duitse viroloog en overheidsadviseur Christian Drosten, die vaststelde dat de hoeveelheid virusdeeltjes in de keel van besmette patiënten even hoog is bij kinderen als bij volwassenen.
Middelbare scholen mogen in Nederland pas op 2 juni weer open, mits de cijfers over ziekenhuisopnames gunstig blijven.