Laat N-VA Brussel aan de Brusselaars?
Een rel over een fietspad legt de worsteling van de NVA met haar relatie tot Brussel bloot.
De Wetstraat kleurt sinds gisterochtend een stuk roder. Brussels minister van Mobiliteit Elke Van Den Brandt (Groen) liet een van de vier rijstroken omtoveren tot een breed fietspad. Dat leidde tot een stroom van negatieve reacties vanuit NVAhoek. ‘Als u binnenkort terug gaat werken in Brussel en zich afvraagt wie u moet bedanken voor die extra file?’, tweette ondervoorzitter Lorin Parys. ‘Pendelend Vlaanderen dankt u voor de files!’, schreef Antwerps schepen Annick De Ridder.
Maar de felste reactie kwam van VlaamsBrabants boegbeeld Theo Francken, in een reeks tweets. ‘Brussel houdt steeds minder van haar pendelaars, laten we daar dan maar eens conclusies uit trekken’, klonk het. ‘De kloof tussen Brussel en Vlaanderen wordt almaar groter. Vroeg of laat leidt dit tot een breuk. Zo kan Brussel die moreel superieure multiculturele droomenclave worden zonder al te veel enggeestige Vlamingen en keren de Vlamingen terug naar hun dorp. Prima. Kunnen we ook stoppen met de dode hand en Beliris (het Brusselse investeringsvehikel, red.) te financieren vanuit Vlaanderen?’ Brussel voor de Brusselaars ‘moeten we maar laten gebeuren’, klonk het.
Hoewel deels sarcastisch, verwoordt Francken met zijn uitspraken al dan niet bewust een steeds meer aanwezige gedachte binnen de NVA: dat Brussel te ver wegglijdt van Vlaanderen en dat het gewest in het streven naar een autonome(re) Vlaamse regio maar beter opgegeven wordt. De kwestieBrussel kwelt de Vlaamse Beweging al decennialang. Want Brussel is een van de motoren van de Vlaamse economie, ligt middenin Vlaanderen en is de thuis van alle Vlaamse instellingen.
Liefde van twee kanten
De formele partijlijn is dat de NVA Brussel niet loslaat. ‘Brussel is onze hoofdstad’, klonk het nog in een verkiezingsbrochure, vorig jaar. ‘Net daarom moet Vlaanderen Brussel omarmen.’ De startnota van NVAvoorzitter Bart De Wever bij de vorming van de Vlaamse regering pleitte voor het ‘versterken’ van de band tussen Vlaanderen en Brussel. En in de confederale plannen van de partij kunnen Brusselaars kiezen tussen het Vlaamse en het Waalse socialezekerheidsstelsel. ‘Er is geen sprake van het loslaten van Brussel’, zegt lokale kopvrouw Cieltje Van Achter, die het fietspad in de Wetstraat overigens wel verdedigbaar vindt. ‘Maar het moet van twee kanten komen.’ Ook Francken laat weten op die lijn te zitten.
Informeel klinkt in de partij meer scepsis. De NVA kreeg noch bij de lokale, noch bij de gewestelijke verkiezingen voet aan de grond in Brussel. Integendeel, de stad maakte een ruk naar links, weg van Vlaanderen – een evolutie die niet snel lijkt te zullen keren. ‘Brussel heeft niets meer met Vlaanderen te maken’, zei Herman De Bode, de exkabinetschef van Jan Jambon, in december in deze krant. ‘Brussel is aan de Brusselaars.’
Het vasthouden aan Brussel heeft misschien ook een strategische reden voor de NVA: het kan dienen als pasmunt bij eventuele onderhandelingen over de toekomst van België. In 2009 veroorzaakte de Vlaamsgezinde journalist Frans Crols deining binnen de Vlaamse Beweging, toen hij op de IJzerwake voorstelde om Brussel ‘los’ te laten. ‘De discussie over Brussel is de moeilijkste van allemaal’, zei De Wever daar toen over in deze krant. ‘Zelfs als je gelooft dat het loslaten van Brussel de juiste weg is, wat voor zin heeft het dan om dat nu al te verkondigen? Voor de Franstaligen is dat een droomscenario. Straks is het al vanzelfsprekend dat ze Brussel nemen.’
‘De kloof tussen Brussel en Vlaanderen wordt almaar groter. Vroeg of laat leidt dit tot een breuk’
THEO FRANCKEN NVAKamerlid