‘Weinig zicht op wat er met wapens gebeurt’
De invoer van wapens in Vlaanderen blijft jaar na jaar stijgen. De versplintering van registratiebanken maakt controle niet evident.
‘De legale wapenhandel is nauw verbonden met het illegale circuit. Een eengemaakt controlesysteem is daarom onontbeerlijk.’ Dat zegt onderzoeker Diederik Cops van het Vlaams Vredesinstituut. Dat is een onafhankelijk instituut binnen het Vlaams Parlement dat onderzoek verricht naar conflict en geweld in de samenleving en naar wapenhandel en gebruik. In een nieuw rapport stelt het Vredesinstituut dat het aantal ingevoerde wapens met een vergunning is verdubbeld in vergelijking met vijf jaar geleden. Waar in 2013 de waarde van ingevoerde wapens nog 5,5 miljoen euro bedroeg, steeg dat bedrag in 2018 naar 10,3 miljoen euro. Waar die wapens uiteindelijk terechtkomen, is niet altijd duidelijk.
‘Dit onderzoek was een huzarenstukje’, vertelt onderzoeker Diederik Cops. ‘De verkokering van het aantal betrokken diensten en gegevensbanken in ons land maakt dat data verzamelen geen sinecure is. Zo is er de Vlaamse dienst “controle strategische goederen”, maar ook het centraal wapenregister, de provinciale wapendiensten, de schietsportfederatie, de gegevens over de politiebewapening en de jacht van het Agentschap Natuur en Bos … Uit al die verschillende databanken hebben we zo’n adequaat mogelijk beeld over het aantal wapens in Vlaanderen gedestilleerd.’
Niet waterdicht
Het kluwen aan die databanken legt meteen ook een groot pijnpunt bloot. ‘We merken al lang dat er weinig informatie onderling wordt uitgewisseld. Verschillende diensten zijn onderbemand en focussen zich terecht op hun kerntaken. Continu overleg en samenwerking met andere diensten verdwijnt naar de achtergrond. Ook digitalisering van informatie blijkt anno 2020 nog een struikelblok’, weet Cops. ‘De versnippering leidt tot bureaucratie. Wanneer iemand zijn wapen krijgt aangeleverd, kan die soms pas enkele maanden later naar de proefbank gaan (om wapens te keuren of onklaar te maken, red.) en wordt zijn wapen nadien pas geregistreerd bij het centraal wapenregister. Zo krijgen we geen zicht waar in tussentijd eventueel misbruik plaatsvindt. Als je controlesysteem niet honderd procent waterdicht is, kun je niet vermijden dat legaal ingevoerde wapens toch in het illegale circuit terechtkomen.’
Zwaarder geschut
Hoewel de cijfers onmogelijk het volledige plaatje kunnen vertellen, stelt het Vredesinstituut toch vast dat het gros van de vergunde vuurwapens en munitie naar recreatieve en sportschutters gaan. Daarnaast is de stijging van het aantal vuurwapens toe te schrijven aan de jacht en de wapenverzamelaars. Uit bijkomend onderzoek, in samenwerking met onderzoeksbureau iVox, blijkt nog dat 4 à 5 procent van de Vlaamse gezinnen een wapen in huis heeft. Nog eens 4 procent zegt te overwegen een wapen in huis te houden, meestal ter zelfverdediging. Nochtans kan dat volgens de wapenwet alleen onder zeer strikte voorwaarden.
Tot slot betekent een stijging van de invoer van vuurwapens niet noodzakelijk dat het aantal actieve vuurwapens evenredig toeneemt. Zeker in het geval van politiebewapening lijkt er eerder sprake van een vervanging van verouderde vuurwapens. Door de terroristische aanslagen in de afgelopen jaren steeg de vraag naar zwaarder geschut voor onze veiligheidsdiensten, maar het arsenaal aan (semi)automatische wapens werd niet grondig uitgebreid.