Het rommelt nu ook binnen familie Assad
De rijkste zakenman van Syrië, een neef van president Assad, heeft via Facebook zijn beklag gedaan over ‘intimidatie’. Ook bondgenoot Rusland toont zijn wrevel.
President Bashar alAssad (54) mag dan bezweren dat hij zijn ‘oorlog tegen het terrorisme’ aan het winnen is – weliswaar met dank aan Iran en Rusland en ten koste van een half miljoen Syriërs en een platgebombardeerd land – maar van zijn familie en vrienden moet de president het dezer dagen niet hebben.
Zo postte Rami Makhlouf (50), lang beschouwd als de ‘penningmeester’ van de familie Assad, in het afgelopen weekend al voor de tweede keer in korte tijd een jammerklacht via een video op Facebook. Hij richt zich rechtstreeks tot zijn neef, president Assad, met wie hij blijkbaar geen contact meer heeft.
Roofkapitalisme
‘Wie had kunnen denken dat de inlichtingendiensten naar onze bedrijven zouden komen en onze arbeiders zouden arresteren, terwijl ik de grootste financier ben van die inlichtingendiensten en hun grootste dienaar tijdens de oorlog’, klaagt Makhlouf. De steenrijke zakenman spreekt over een ‘onmenselijke behandeling’.
Een grote gsmoperator die Makhlouf in zijn handen heeft, Syriatel, zou voor 300 miljoen dollar aan achterstallige taksen zijn aangerekend – een aanslag op ‘privaat bezit’, aldus Makhlouf. Nu is ‘privaat bezit’ in zijn geval een wat vreemde uitdrukking. Als dertiger werd Makhlouf de rijkste zakenman van Syrië. Hij mocht zo’n 50 tot 60 procent van de hele Syrische economie als ‘privaat bezit’ beschouwen. Met dank aan neef Bashar en een stamboom.
Vader Hafez alAssad, president van 1970 tot zijn overlijden in 2000, was in 1957 getrouwd met
Anisa Makhlouf, net zoals hij uit de alawitische minderheid in het land. Als zoon van een van haar broers mocht Rami first lady Anisa ‘tante’ noemen. Toen de dertiger Bashar alAssad in 2000 zijn vader opvolgde, kon de nieuwe president het blijkbaar uitstekend vinden met zijn generatiegenoot Rami.
Assad ging Syrië ‘privatiseren’ en ‘moderniseren’, wat er grotendeels op neerkwam dat staatsbedrijven en de bankrekening van de overheid werden overgeschreven op de rekening van presidentiële neef Makhlouf. Er was haast geen sector waarin die het, namens de uitgebreide familie, niet voor het zeggen kreeg. Dat roofkapitalisme was een van de vele redenen waarom de Syriërs in 2011 de straten optrokken.
‘Voor iemand die zo hard heeft geprofiteerd van zijn positie én van de oorlog, zijn de video’s wel erg opmerkelijk’, zegt Bente Scheller, Syriëexperte bij de Heinrich Böll Stiftung in Berlijn en een voormalige Duitse diplomate in Damascus. ‘Het regime houdt zijn potjes altijd graag gedekt, nu komt iemand uit de inner circle met een aanklacht alsof hij tot de oppositie behoort. Makhlouf geeft zelf toe dat hij de geheime diensten én zijn eigen milities heeft gefinancierd.’
Gele kaart van Poetin
‘Waar het precies fout liep tussen de president en Makhlouf, is onduidelijk, maar het rommelt al een tijdje’, zegt Scheller aan De Standaard. ‘Ook is duidelijk dat het regime, ondanks zijn “succes’’ op het slagveld, dringend veel geld nodig heeft. En dan blijkt niemand meer veilig.’
De video’s van Makhlouf komen na een wekenlange campagne tegen Assad in Kremlin
getrouwe media in Rusland, nochtans Assads machtigste bondgenoot. Het regent directe verwijten als ‘incompetent’ en ‘corrupt’ aan het adres van de president, er zou zelfs een heuse opiniepeiling zijn gehouden waarin nog slechts 32 procent van de Syriërs zou hebben geantwoord Assad te steunen.
‘Het regime houdt zijn potjes altijd gedekt, nu komt iemand uit de inner circle met een aanklacht alsof hij tot de oppositie behoort’
BENTE SCHELLER Syriëexpert
Het was ook een Russische bron die het onbevestigde nieuws verspreidde dat de president bij een Londense veiling een schilderij van kunstenaar Francis Bacon zou hebben gekocht als cadeau voor zijn echtgenote Asma, ter waarde van 26 miljoen euro.
‘Assad moet Rusland en Iran economisch bedanken voor bewezen diensten. Maar ook de politieke agenda’s stroken lang niet altijd’, zegt Scheller. ‘Over de rebellenprovincie Idlib sloot Rusland – achter de rug van Assad – een bestand met Turkije, maar het regimeleger zet zijn beschietingen voort. Rusland wordt ongeduldig, met Assad gaat er niets vooruit en is er ook geen politieke oplossing mogelijk. Dat wil niet zeggen dat Vladimir Poetin Assad weg wil. Hij heeft hem nu een stevige gele kaart getoond.’