Musea moeten vertragen
Corona betekent een cesuur voor de kunstwereld, zo beseffen de musea. Bye, bye drukbezochte blockbusters en bezoekerspieken: ‘We moeten tijd nemen om kunst op een andere manier te beleven.’
De kunstwereld en het cultuurtoerisme floreerden tot twee maanden geleden als nooit tevoren. Musea scoorden recordcijfers, de tentoonstellingsindustrie draaide op volle toeren. Ze was de voorbije jaren steeds mondialer, mobieler en ambitieuzer geworden. Alles leek te kunnen. Bruegel, Leonardo, Van Eyck en nu weer Titiaan: de marketingmachine afficheerde telkens weer dat dit de kans van je leven was. Blockbusters, vooral rond oude meesters, groeiden uit tot een businessmodel dat megapubliciteit voor kunststeden garandeert.
Tot de grote stilstand eraan kwam. De grote kunstbeurzen vielen als dominosteentjes. Expokalenders werden overhoop gehaald – het najaar belooft blank te blijven. Musea doken onder hun stolp en lopende tentoonstellingen werden ‘bevroren’. In de hoop dat ze, zoals Sneeuwwitje, monter wakker gekust kunnen worden voor deze zomer.
Nu musea hun exitstrategie voorbereiden, dringt ook het besef door dat het misschien anders moet. Directeurs en hun staf kregen uitgebreid tijd om daarover na te denken. Ze schoten ook, het moet gezegd, meteen fors in actie. Het aanbod aan digitale rondleidingen, viewing rooms en online platforms was overweldigend groot. Het succes ervan zal veel instellingen aanzetten om het virtuele museum verder uit te bouwen, als tweede poot van de publiekswerking.
Minder is meer
Nu de eerste stappen volgen naar heropening, valt ook op welke functie musea vervullen. In quarantainetijd zindert bij velen de behoefte aan direct contact met schoonheid en troost. Dat verlangen projecteert zich bij uitstek op het museum: als zenplek voor de mentale gezondheid, als safe space en als sociale ruimte waarin sterke emoties gedeeld kunnen worden.
Wat brengt het afscheid van de quarantaine? Om te beginnen een aantal veiligheidsmaatregelen, zoals eenrichtingsverkeer, bezoekersquota, reserveren in tijdsblokken en afstand houden. Ze zullen er voor lange tijd zijn. Maar wat daagt is ook het besef van less is more. Wat deugd zal doen, zei Frances Morres aan The Guardian, is de sterkere focus op verdieping en op de eigen collectie. Morres is directrice van Tate Modern. Nota bene bij het museum bij uitstek dat zich profileert als massamedium, en dat het publiek bespeelt met een veelvoud aan formats.
De Uffizi in Firenze, met twee miljoen bezoekers per jaar een van ’s werelds topmusea, wil alvast meer inzetten op crowd control.
Directeur Eike Schmidt hoopt midden mei te kunnen hervatten met een gehalveerde bezoekersstroom. Musea zullen meer inzetten op de individuele ervaring, voorspelde hij in het tijdschrift Apollo. Hij ziet het aantal megatentoonstellingen onvermijdelijk ook dalen: het circus van rondreizende kunst moet vertragen en duurzamer worden. ‘En misschien moeten expo’s dan zes tot acht maanden blijven staan en niet nog eens twee andere plekken aandoen.’
Schmidt ziet ook het cultuurtoerisme met lede ogen aan. Hij droomt van ‘een terugkeer naar het toerisme van een paar decennia geleden’, zei hij aan de Italiaanse nieuwssite van Business Insider. ‘Het tegenovergestelde van hop on hop off, van het selfienemenenwegwezen. Vaak heb je groepen die minder dan een uur in een rijkgevuld museum zoals de Uffizi rondlopen, waar ze dan twee of drie foto’s maken van de beroemdste werken, en weer vertrekken.’
Ellebogenwerk
Ook TillHolger Borchert, directeur van Musea Brugge, vindt dat even stilstaan geen kwaad kan. Hij is geen doemdenker. Al denkt hij wel dat het businessmodel van blockbusters zal veranderen, omdat ze aanzienlijk duurder en lastiger te realiseren zijn. ‘Er zullen
nieuwe best practices ontstaan, modellen die iedereen van New York tot Shanghai zal overnemen. Maar we moeten verder met evenementen, zij het met een waakzaam oog en met aandacht voor de juiste schaal. Musea moeten attractief blijven voor het publiek. Maar met de beheersbaarheid liep het de jongste tijd wel eens mis. Bij Van Eyck in Gent lukte het net, maar bij Bruegel in Wenen of Leonardo in het Louvre had je zin om Amnesty te bellen wegens schending van de rechten van de mensen. Het was voor elk schilderij diep ademhalen en met de ellebogen werken.’
Voor Schmidt is het zonneklaar: we moeten tijd maken om kunst op een andere manier te beleven. Hij geeft een simpel voorbeeld: ‘Wij hebben vorig jaar honderden bankjes bijgeplaatst in het Uffizi. Om het met de woorden van de Zwitserse schilder Paul Klee te zeggen: het belangrijkste hulpmiddel om een kunstwerk te begrijpen, is een stoel.’
‘Ik droom van een terugkeer naar het toerisme van een paar decennia geleden. Het tegenovergestelde van het selfienemenenwegwezen’
EIKE SCHMIDT
Directeur Uffizi Firenze