Twee pinten grijs
Die blik in de ogen van Jan Van Eyken (65) toen ze hem net verteld hadden dat hij een danscursus moest volgen! Het was alsof hij de opdracht had gekregen om in hoogsteigen persoon in de slaapkamer van de NoordKoreaanse leider Kim Jongun binnen te dringen om te zien hoe het nu eigenlijk zit met zijn gezondheid. Dat Van Eyken als Kreunersgitarist ooit een hit heeft gehad met ‘Ik dans wel met mezelf’ is vast geen toeval.
Toch moest hij nu leren dansen in groep. ‘Een grietje vastpakken en wat ronddraaien: dat was voor ons dansen vroeger’, vertelt hij aan Pascal Braeckman (57), die u onder meer kunt kennen als de klankman van Tom Waes. Deze keer is hij echter geen klankman, maar draagt hij met Van Eyken het Eénprogramma Twee tinten grijs. Samen zoeken ze uit hoe ze na hun pensioen niet in een zwart gat zullen vallen, maar op een fijne manier oud kun nen worden.
Dat zwarte gat wordt bij het begin van het programma ook getoond: in slow motion zie je ze allebei naar beneden tuimelen, recht de grote leegte in. En dat was precies ook hoe wij ons voelden tijdens het bekijken van Twee tinten grijs. Want er is een reden dat ze beiden meestal in de achtergrond werken: de voorgrond ligt hen niet zo.
Als twee zatte nonkels banjeren ze door dit programma. Toet toet, boing boing, Peppi en Kokki. In de eerste aflevering, toen ze als begeleiders van een groep bedevaarders mee moesten naar Lourdes, lieten ze geen moment onverlet om er een glas alcohol bij te drinken. ‘Ik ben hier wel graag’, zei Braeckman op de trein naar ginder. ‘Overal aperitief’, terwijl hij zich een SintBernardus uitschonk. Van Eyken dronk ondertussen een Duvel: ‘Ik weet niet of ik daarmee wel binnen mag in
Lourdes’. Wat ze vertelden hebben we hier wel even vertaald, want zeker Braeckman slaagt er niet in om drie zinnen na elkaar te zeggen zonder dialect te gebruiken. Als de gewone mensen beter hun best doen om algemeen Nederlands te praten dan wie het programma draagt, dan klopt er iets niet.
Uitstraling hebben ze niet, interviewen kunnen ze niet en op hun humor staat de schrale schuimkraag van een lauwe pint. Toen ze tijdens een choreografie omringd werden door vrouwen, en de dansleraar zei: ‘Bedoeling is dat je improviseert, zie wat er naar boven komt’, antwoordde Braeckman: ‘Ge moogt eens drie keer raden’. En toen ze in Lourdes in de ondergrondse basiliek stonden, zei Van Eyken: ‘Dat is hier precies Vorst Nationaal’. Braeckman: ‘Ik zie hier wel nergens een toog. Heb jij je backstagepas mee?’ Dat is dus het niveau. Het kan niet lang meer duren eer ook de hond van een BV een programma krijgt. Wif woef waf en wij zijn af.
Jan Van Eyken en Pascal Braeckman banjeren als twee zatte nonkels door dit programma