LEVE ONZE EXTRAVERTE SAMENLEVING
‘Introverten vlakken de curve al een eeuwigheid af ’, postte iemand op Twitter. Er sprak voldoening uit. Eindelijk draait de wereld op maat van mensen die veel tijd en ruimte nodig hebben voor zichzelf en prikkels uit de buitenwereld snel vermoeiend vinden. Even verlost zijn van uitputtende sociale interacties en vreemde blikken omdat we de zomer het liefst thuis doorbrengen: leve de lockdown!
Het leek niet fair dat introverten, toch een derde van de bevolking, zich altijd al moesten aanpassen aan het verwachtingskader van de extraverten. De westerse maatschappij is op extraverte leest geschoeid, zegt schrijfster Susan Cain in haar Tedtalk over de kwaliteiten van de introvert. Actie telt meer dan contemplatie. Wie zich graag afzondert, is algauw asociaal. Introverten krijgen een schuldgevoel aangepraat, terwijl afzondering vaak een voorwaarde is voor creativiteit. Het Westen weet niet meer hoe subliem isolement kan zijn.
Haar voordracht spreekt veel mensen aan, getuige de meer dan 26 miljoen views. De hamvraag is hoe het zover kon komen. Waarom krijgt introversie in het Westen slechtere punten dan in veel andere culturen? Die tendens heeft altijd in onze cultuur gezeten, meent Cain, maar nam vooral toe bij de overgang van een landbouweconomie, waar iedereen elkaar kende, naar een grootschalige economie, waar je voortdurend met onbekenden omgaat. In zo’n context komt het erop aan je te profileren.
Die analyse leidt tot een eenvoudige voorspelling: hoe moderner een land, hoe extraverter. Maar ook in hypermoderne landen als Singapore en Japan staat introversie hoger aangeschreven dan extraversie. Bovendien vindt crosscultureel onderzoek opvallende verschillen in het gemiddelde persoonlijkheidsprofiel van populaties, en persoonlijkheid is sterk erfelijk bepaald. Japanners en Nigerianen zijn introverter en minder avontuurlijk dan Belgen of NieuwZeelanders, en dat heeft minstens evenveel met aanleg als met cultuur te maken. Wie de oorzaak van geografische variatie in (waardering van) introversie wil begrijpen, moet dus niet alleen naar culturele factoren kijken.
Een evolutionair perspectief blijkt hier weer bijzonder vruchtbaar. Het leert ons dat we blij mogen zijn met onze extraverte samenleving. Ze signaleert namelijk een omgeving die al lang relatief vrij is van dodelijke infectieziekten, zoals malaria of tbc. In regio’s met een geschiedenis van ernstige ziekteverwekkers, zijn mensen introverter en wordt introversie cultureel meer gewaardeerd. De sprong van ziekteverwekkers naar culturele verschillen lijkt groot, maar wordt dat minder wanneer je weet dat infectieziekten in de loop van de geschiedenis wellicht meer doden veroorzaakten dan alle ongelukken, menselijk geweld en natuurgeweld samen. Die parasitaire baldadigheid deed niet alleen ons immuunsysteem evolueren, ze had ook impact op onze psychologie en cultuur.
In regio’s met veel ziekteverwekkers betekende sociale terughoudendheid meer kans op overleving. Erfelijke tendensen tot extraversie werden hier meer weg gewied. Als het risico op ziekte daarentegen klein was, leverde extraversie bonuspunten op. Extraverten bouwen een uitgebreid sociaal netwerk uit en zijn energieker en aantrekkelijker als partner, allemaal niet te versmaden voordelen als het om overleving en voortplanting gaat.
De impact van ziektekiemen liet zich op meer vlakken gelden, volgens ander intrigerend onderzoek. Populaties met een chronische geschiedenis van ziekteverwekkers scoren niet alleen lager op extraversie, maar ook op individualisme en openheid voor nieuwe ervaringen. Ze hebben een grotere voorkeur voor een autoritaire leider. Ze staan vijandiger tegenover andere groepen. Ze zijn seksueel minder los, zeker de vrouwen. Ze houden van pikant eten. Een zinnige culinaire praktijk in die context, want scherpe kruiden zijn natuurlijke antibiotica. Ze vinden fysieke aantrekkelijkheid in een partner extra belangrijk.
Dat zal verrassend klinken voor wie denkt dat onze focus op schoonheid aangepraat is door westerse media. Maar veel maatstaven van fysieke aantrekkelijkheid, zoals symmetrie en een ongeschonden huid, zijn universeel. Ze signaleren gezondheid, een belangrijk criterium in de partnerkeuze van mensen en andere dieren – zeker als het wemelt van de ziektekiemen.
Misschien werpt u nu terecht op dat er alternatieve verklaringen mogelijk zijn. Die culturele verschillen hebben misschien te maken met factoren als klimaat, levensverwachting of economische ontwikkeling. Maar ook als we die in rekening brengen, blijft het verband met ziektekiemen aanwezig. Niet alleen onze fysiologie, maar ook onze persoonlijkheid is dus voor een stuk gevormd door onze relatie met ziekteverwekkers.
Het inzicht stemt nederig. Het suggereert ook dat infectieziekten uitroeien niet alleen een enorme vooruitgang zou betekenen op gezondheidsvlak, maar gevolgen kan hebben voor het persoonlijkheidsprofiel van mensen wereldwijd. In de ontwikkeling van culturen speelt veel meer dan ziektekiemen, maar toch is de kans groot dat een wereld zonder infectieziekten extraverter, vrijer en democratischer zou zijn. Alleen kwam daar nu een dikke spelbreker tussen.
In regio’s met een geschiedenis van ernstige ziekteverwekkers, zijn mensen introverter