Een Europese reddingsboei voor kmo’s in nood
KOEN DE LEUS breekt een lans voor een Europees aandelenfonds dat hulp biedt aan noodlijdende kmo’s, dat concurrentievervalsing voorkomt tussen lidstaten, en dat na verloop van tijd een stevige stuiver oplevert.
Obligatiehandelaars slaakten begin deze week een zucht van opluchting. Standard & Poor’s verlaagde zijn rating op Italiaans overheidspapier niet. Het ratingagentschap verantwoordde zijn beslissing door onder meer te wijzen naar de beperkte schulden in de privésector. Maar het agentschap waarschuwde wel voor een snel stijgende overheidsschuld.
Dat laatste is een understatement. De combinatie van een enorm begrotingstekort en een implosie van de Italiaanse economie duwt de overheidsschuld eind dit jaar van 137 procent naar 168 procent van het bbp. Dat vooruitzicht weerhoudt de overheid van een krachtig antwoord tegen het virus en riskeert de economie langer dan nodig schade toe te brengen.
Stimuli exclusief uitstel van belastingen en garanties bedragen 12 procent van het bbp in Duitsland, tegenover amper 2 procent in Italië. In Spanje stijgt de overheidsschuld naar 120 procent van het bbp. Niet alleen ondermijnen de zwakke financiën een krachtig herstel. De economie incasseert ook een ‘double whammy’ (dubbele pech), doordat het virus de toerismesector lamlegt. Het aandeel van het toerisme in het bbp weegt bijna dubbel zo zwaar in Spanje en Italië als in Duitsland, en zelfs meer dan drie keer zo zwaar als in Nederland.
Toch staat Nederland samen met Duitsland en andere noordelijke landen een solidair Europees antwoord in de weg. Een deling van de lasten in de strijd tegen de gemeenschappelijke vijand is meer dan ooit te verantwoorden. Trouwens, als de ECB haar massale opkoopprogramma van obligaties over enkele jaren stopzet, dreigt een oplopende Italiaanse langetermijnrente de economie te wurgen. Met een wanbetaling en een nieuwe Europese crisis ligt de factuur dan veel hoger.
Europees herstelfonds
Een solidair Europees antwoord kan een stuk van de schulden naar Europees niveau tillen, zodat de balansen van de zwakste landen ontzien worden. Hoewel operationeel niet evident, zou de gemeenschappelijke uitgifte van obligaties via eurobonds of een Europees herstelfonds, ideaal zijn. Maar voor sommige landen is dat een brug te ver. Zij vrezen dat dit de eerste stap is richting een volledige ‘mutualisering’ van de schulden.
De EUleiders raakten het er de voorbije week wel over eens dat er een soort van herstelfonds moet komen. Enkele zaken moeten nog worden uitgewerkt: details zoals de financiering van het fonds – een mogelijke verdubbeling van de Europese begroting aangevuld met de uitgifte van een obligatielening – de omvang – tussen 1.000 en 2.000 miljard euro – en de verdeling ervan. Ook via die weg, en dus zonder echte gemeenschappelijke waarborg van de schulden, is lastendeling mogelijk. Zo zou een proportioneel groter deel van de aangetrokken fondsen richting de zwaarst getroffen landen gesluisd kunnen worden, en dat via een toelage in plaats van via een lening.
Er zijn nog andere manieren om de economie te ondersteunen. Overheden moeten de lokale bedrijven een tijdelijke reddingsboei toegooien. Hoe meer kmo’s de lockdown overleven, hoe minder permanente ontslagen vallen en hoe sneller de economie zal opveren als het coronavirus is verslagen. Maar ook hier geldt dat landen met sterkere balansen meer steun verlenen dan die met zwakkere overheidsfinanciën. Geen concurrentievervalsing
Het Duitse Economic Stabilisation Fund beschikt over 100 miljard euro om bedrijven te herkapitaliseren, een veelvoud van wat Italië en Spanje hebben vrijgemaakt. Zo komt de relatieve concurrentiekracht van de verschillende landen binnen de EU in het gedrang. En bedrijven die sterk uit deze crisis komen, kunnen binnenkort Europese concurrenten oppikken voor een prikje.
Zo’n initiatief kun je ook op Europees niveau tillen. Dat is wat zes economen voorstellen met hun Europees Pandemie Aandelenfonds. In ruil voor onmiddellijke cashflow en versterking van de balans deelt het fonds in de toekomstige winst van de hulpbehoevende kmo’s. De criteria voor wie hulp kan krijgen, zijn uniform voor alle lidstaten. Daardoor is concurrentievervalsing niet mogelijk. De zwaarst getroffen landen hebben de meeste noodlijdende bedrijven en ontvangen de meeste steun. Dat beperkt de schuldtoename en maakt het economische herstel krachtiger.
Zal de Europese belastingbetaler hier zijn broek aan scheuren? Neen. De Amerikaanse regering, die maar liefst 1.200 miljard dollar vrijmaakt om kleine en middelgrote bedrijven te redden, verdiende al een stevige stuiver aan zulke initiatieven. Kandidaatdoctorandus Scott Newport van de universiteit van Californië bestudeerde een tiental van die reddingsoperaties sinds 1969. Blijkt dat het overgrote deel breakeven of met winst afsloot.
Zo’n aandelenkapitaalfonds lost ineens ook het debat ‘toelage versus leningen’ van het herstructureringsfonds op. De enige hinderpaal is dat Europa en de Europese Commissie tot nu toe altijd via kredieten hebben gewerkt. Maar uitzonderlijke omstandigheden vragen vernieuwende en creatieve oplossingen. Nog belangrijker is dat zo’n vertoon van solidariteit de fundamenten van de Europese Unie zal verstevigen. Dat zal broodnodig zijn in de komende jaren van moeizaam herstel en torenhoge schulden.
Hoe meer kmo’s de lockdown overleven, hoe minder ontslagen vallen en hoe sneller de economie zal opveren